Dagboeken 1931-1949, George Orwell

orwellRecensent: Wouter van Dijk

Dagboeken 1931-1949, George Orwell
Geselecteerd en vertaald door Nelleke van Maaren, met inleiding en notenapparaat door Peter Davison
Deel 277 in de reeks privé-domein

Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2014
ISBN: 978 90 295 88621 1

Paperback met flappen, met enkele schetsen in zwart-wit, met noten en personenregister
359 pagina’s
€15,00

George Orwells dagboeknotities

De reeks privé-domein bestaat dit jaar maar liefst vijftig jaar, reden om ook op deze plaats wat aandacht te besteden aan een van de pareltjes die de reeks heeft voortgebracht; de selectie over een kleine twintig jaar verspreide dagboeknotities van George Orwell (pseudoniem van Eric Arthur Blair), bijeengebracht en vertaald door Nelleke van Maaren. Orwell hield veel dagboeken bij, hiervan is een representatieve selectie samengesteld waaruit de vele kanten van de schrijver blijken. Orwell deelde zijn dagboekaantekeningen zelf op in rubrieken, zoals observaties over de naderende Tweede Wereldoorlog, commentaar op de sociale omstandigheden in Engeland en stukjes over tuinieren, wat hij graag deed. In dit boek zijn enerzijds aantekeningen opgenomen over de tijd dat hij als landloper seizoenswerk deed als hopplukker en de levensomstandigheden van arbeiders in het mijnbouwgebied in Noord-Engeland onderzocht. Ook bevat het boek observaties over de Marokkaanse samenleving die hij beschreef tijdens zijn verblijf daar en notities in aanloop naar en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hier zien we de meer publieke kant van Orwells schrijverschap. Anderzijds worden deze dagboeken afgewisseld met stukken uit zijn zogenaamde ‘huishouddagboeken’ waarin hij zijn meer persoonlijke alledaagse bezigheden beschrijft, zoals het werken in zijn moestuin en zijn bezigheden tijdens zijn verblijf op het Hebrideneiland Jura. De dagboeken over zijn tijd als militielid in Spanje tijdens de Spaanse Burgeroorlog schitteren helaas door afwezigheid.

De dagboeken van het hop plukken en de weg naar de vermeende pier van Wigan laten Orwells fascinatie voor de zelfkant van de samenleving zien, en zijn sociale bewogenheid in zijn beschrijving van de erbarmelijke omstandigheden waarin de arbeidersklasse in het noorden van Engeland leeft en werkt. Hij omschrijft op plastische wijze het maanlandschap dat is ontstaan in de regio rondom Wigan door de grootschalige mijnbouw die er bedreven wordt. Een aantal maanden na zijn ervaringen in Noord-Engeland vertrekt Orwell naar Spanje, we schrijven dan eind december 1936, aanvankelijk met het idee journalistiek verslag te doen van de burgeroorlog die daar woedde. Al snel sluit hij zich echter aan bij de militie van de revolutionair-marxistische politieke partij POUM, die aan de kant van de regering meevocht in de oorlog. Helaas ontbreken de dagboeken die Orwell bijhield tijdens zijn periode in Spanje. Gedurende zijn verblijf in Barcelona zijn deze door de geheime politie van de Sovjet-Unie in beslag genomen en liggen waarschijnlijk nog achter slot en grendel in het NKVD-archief in Moskou.

In juli 1937 keert Orwell terug naar Engeland. Om gezondheidsredenen verblijft hij vanaf september 1938 enige maanden in Marokko, waar hij beschouwend schrijft over de bedroevende levensomstandigheden van de bevolking en de slechte staat van het landbouwareaal. Deze stukken worden afgewisseld door delen uit Orwells huishouddagboeken, waarin we een heel andere kant van hem zien. In plaats van de politiek en sociaal commentator is hier de teruggetrokken Engelse plattelandsbewoner aan het woord, die oog heeft voor alles wat groeit en bloeit in zijn tuin, en nauwgezet per dag bijhoudt hoeveel eieren zijn kippen hebben gelegd. Als lezer krijg je sterk de indruk dat Orwell in deze perioden het gelukkigst was, wanneer hij zich terug kon trekken uit het jachtige Londense leven en zich kon afzonderen van de wereldproblematiek waarmee hij zich vaak, al dan niet beroepshalve, bezighield. Zijn tijd op Jura vormt wat dat betreft het voorbeeld bij uitstek. Echter, veel zaken schreef Orwell juist niet op in zijn dagboek, bijvoorbeeld de perioden van ziekte waardoor hij soms langere tijd het bed moest houden, ook over het schrijven aan zijn boeken besteedt hij in de dagboeken geen aandacht. Een volledig beeld van het leven van de schrijver bieden de dagboeken dus niet. Toch zorgen de rake beschrijvingen en observaties van Orwell ervoor dat je als lezer dicht bij hem in de buurt komt. Juist de afwisseling tussen de verschillende kanten van George Orwell, die samengebracht zijn in dit boek door de dagboekselectie, zorgt voor een beter beeld van de schrijver, zijn drijfveren en zijn persoon. Iedereen die geïnteresseerd is in de schrijver George Orwell zou ik dan ook zeker aanraden dit boek eens ter hand te nemen.

Wouter van Dijk