De goden van de Olympus.

goden-van-de-olympusRecensent: Vera Weterings

De goden van de Olympus. Geschiedenis van een rijke beschaving, Barbara Graziosi
(vertaald door Han Visserman, oorspronkelijke titel The Gods of Olympus. A History)

Ambo/Anthos Uitgevers, Amsterdam 2014
ISBN 9789026322648

Paperback, met illustraties in kleur en zwart-wit, illustratieverantwoording, literatuurlijst, notenapparaat en register
300 pagina’s
€ 24,95

De goden van de Olympus

Met De goden van de Olympus heeft Barbara Graziosi een originele geschiedenis van de Olympische goden geschreven. Anders dan veel bestaande geschiedenisboeken over de klassieke Oudheid concentreert Graziosi zich niet op de overeenkomsten tussen de Oudheid en de moderne tijd, maar legt ze de nadruk op de verschillen. Haar boek is er dan ook niet één van dertien in een dozijn waarbij opnieuw de Griekse mythen worden beschreven. Graziosi gaat specifiek in op het voortbestaan van de goden en hoe zij na vele eeuwen nog steeds onderdeel uitmaken van ons collectieve geheugen. Graziosi belooft in haar inleiding dan ook een verschil te maken met De goden van de Olympus:

“Dit boek gooit het over een andere boeg: in plaats van te vergelijken, richt het zich op de transformatieprocessen. Het vertelt een veelkleurig, gevarieerd verhaal, met allerlei personages, plaatsen en ontmoetingen.” (p. 9-10)

Die belofte maakt Graziosi meer dan waar in haar boek en gezien haar achtergrond hadden we ook niet anders van haar verwacht. Graziosi is immers hoogleraar klassieke talen aan de Universiteit van Durham. Eerder verscheen van haar hand onder meer Inventing Homer en Homer in the Twentieth Century. Aan de hand van aansprekende anekdotes neemt Graziosi de lezer in De goden van de Olympus mee door de geschiedenis en beschrijft ze op heldere wijze de transformaties en verschijningen van de goden van de Olympus: van het oude Egypte en goden in de gedaante van farao’s tot de Renaissance waarin goden in de kunsten herrezen en van goden die zich tijdens de Middeleeuwen vermomden als allegorieën, planeten en demonen tot het oude Rome waar goden respectabele burgers tot bacchanalen verleidden.

Graziosi biedt de lezer in het eerste hoofdstuk een korte kennismaking met de twaalf Olympische goden, dit doet ze aan de hand van een fries afkomstig uit het Parthenon. Het fries werd in de vijfde eeuw voor Christus onder supervisie van Phidias ontworpen en is heden ten dage in zaal achttien van het British Museum als het topstuk de Elgin Marbles te bewonderen. Handig aan de introductie met het fries is dat Graiziosi op deze manier de goden allemaal op één afbeelding bij elkaar heeft en ze stuk voor stuk kan introduceren. Na dit hoofdstuk volgt een chronologische indeling van het boek. Zo begint ze bij het archaïsche Griekenland, behandeld hierna achtereenvolgens het klassieke Athene, het hellenistische Egypte, het Romeinse Rijk en de opkomst van het christendom en de islam om vervolgens te eindigen met de periode van de Renaissance en de hierop volgende perioden.

In haar boek toont Graziosi in heldere taal aan dat de antieke goden door de eeuwen heen zijn blijven leven en vertelt ze hoe zij zich met de eeuwen hebben ontwikkeld. Volgens Graziosi hebben de goden hun belangrijkste transformatie aan het einde van de Middeleeuwen doorgemaakt. Graziosi stelt de Renaissance dan ook niet voor als een wedergeboorte van de goden, maar als een bevestiging van een verlies. Vanaf die periode werden de goden immers geen bovennatuurlijke krachten meer toegedicht, zowel geen demonische als goddelijke. Goden werden in toenemende mate beschouwd als producten van de verbeelding. Zo gaat Graziosi met De goden van de Olympus in tegen het populaire idee dat het idee van het bestaan van de klassieke goden aan het einde van de Oudheid is gestorven en dat hun ontdekking daarna is herboren om de komst van de moderne tijd aan te kondigen.

“De geschiedenis verloopt niet op die manier, en is trouwens überhaupt niet keurig in perioden op te delen.” (p. 245)

Een interessant aspect aan het boek is dat Graziosi ook de tijd neemt om de overlevering van de Olympische goden in de perioden na de klassieke Oudheid te behandelen. Zo legt ze uit hoe in de Arabische wereld via de bestudering van de Griekse wetenschap de goden doordrongen in onder andere de astrologie als naamgevers aan planeten. Ook in de christelijke wereld laat Graziosi de lezer kennismaken met aspecten van de Olympische goden die verweven raakten met de geestelijke wereld. Opvallend is dat Graziosi juist de minder voor de hand liggende voorbeelden kiest, waardoor ook lezers die al wat meer kennis van het onderwerp hebben verrast kunnen worden.

Kortom, Graziosi heeft met De goden van de Olympus een prachtig, historisch werk over de geschiedenis van de Olympische goden neergezet waarin ze op heldere wijze in gaat op hun transformaties en overlevering. Haar prettige taalgebruik en tal van anekdotes laten de geschiedenis tot leven komen en maken het boek een feest om te lezen. De lezer zal zien dat de kunsten en vele andere culturele aspecten de afgelopen eeuwen doorspekt zijn met de wereld van de Olympische goden. Na het lezen van dit boek kun je daar niet meer omheen!

Vera Weterings