Dynastie

dynastie-renske-cohen-tervaert-boek-cover-9789462261747

Recensent: Vera Weterings

Dynastie. Portretten van Oranje-Nassau, onder redactie van Renske Cohen Tervaert, Ingrid Nolet en Roosmarie Staats

Lecturis i.s.m. Koninklijk Paleis Amsterdam, z.p. 2016
ISBN 978 94 6226174 7

Gebonden, met illustraties in kleur en zwart-wit en literatuur
104 pagina’s
€ 24,95

Dynastie

De portretten van stadhouders, koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen uit de Oranje-dynastie behoren tot de Koninklijke Verzamelingen en hebben tegenwoordig bijna allemaal een plekje gekregen in de permanente inrichting van het Koninklijk Paleis Amsterdam. In de tentoonstelling Dynastie. Portretten van Oranje-Nassau wil het Koninklijk Paleis Amsterdam de focus leggen op deze prachtige portretcollectie, de verhalen achter de opdrachtgevers en de lange traditie van het vorstenportret an sich.

In de gelijknamige publicatie worden aan de hand van een drietal essays de verschillende vormen en doeleinden van de vorstenportretten behandeld. Zo ligt de nadruk in het eerste hoofdstuk op de staatsieportretten van Oranje-Nassau. Zoals we tegenwoordig talloze portretten van koning Willem-Alexander en koningin Maxima kennen, zo was dit vroeger niet anders. Alleen ging het toen om geschilderde portretten in plaats van portretfoto’s. Het gebruik om het portret van de regerende vorst in overheidsgebouwen te hangen is eeuwenoud. Toen in de vijftiende en zestiende eeuw de vorsten uit het Bourgondische en Habsburgse huis als landsheren over onze gebieden regeerden sierden hun beeltenissen de bestuursgebouwen door het gehele land. Het staatsieportret dat tot op de dag van vandaag gebruikt wordt ontstond in de eerste helft van de zestiende eeuw. De portretten zijn levensgroot en hebben een monumentaal en statig karakter waarbij de machthebber in vol ornaat van top tot teen geportretteerd is, ofwel staand ofwel zittend in een kaarsrechte houding. Attributen die bij zijn of haar functie passen mogen ook niet ontbreken. Ook de stadhouders plaatsten het staatsieportret in overheidsgebouwen en beseften dat het nuttig was hun beeltenis buiten hun paleizen te verspreiden. In de loop van de achttiende eeuw veranderde het portret, de stijl werd minder sober en steeds sierlijker. Toen in de tweede helft van de negentiende eeuw de fotografie haar intrede deed, moedigde het hof aan foto’s te gebruiken als voorbeeld voor geschilderde portretten, het poseren voor een fotograaf kostte immers minder tijd dan voor een schilder. Tegenwoordig is de portretfoto geen schetsvoorbeeld meer, maar doet hij dienst als het officiële portret.

Naast staatsieportretten zijn kinder- en familieportretten ook ruim vertegenwoordigd in het Koninklijk Paleis. Hoewel deze portretten wellicht op het eerste gezicht een informele indruk geven, is het tegendeel waar. Zo wordt in het essay dat is gewijd aan dit type portretten uitgelegd dat de maatschappelijke positie, erfopvolging en vaststelling van de dynastie thema’s zijn die in dit soort werken ruimschoots, zij het middels subtiele en ingenieuze verwijzingen, vertegenwoordigd zijn. Het derde essay in het boek gaat in op de propaganda die via de beeldtraditie kan worden overgebracht en legt de nadruk op de ruiterportretten.  Door het gemis aan geschreven bronnen voor de analyse van ruiterafbeeldingen zijn de afbeeldingen zelf bestudeerd. Deze analyse wees uit dat zo’n 70 procent van de exemplaren gemaakt was van een heerser of militair leider, maar nog belangrijker dat 95 procent daarvan is vormgegeven volgens een van de twee archetypische compositievormen: de krijgshaftige triomf of de majesteitelijke autoriteit.

Naast drie essays bevat het boek ook een greep uit de collectie waarbij verschillende werken uit de collectie van de Koninklijke Verzamelingen voor het voetlicht worden gebracht. Hierbij wordt niet alleen informatie gegeven over de achtergrond en betekenis van de schilderijen zelf, maar ook over de geportretteerden en de opdrachtgevers. De meeste schilderijen die in het boek en de tentoonstelling te vinden zijn, behoren tot de permanente inrichting van het Paleis. Zij vervullen tot op de dag van vandaag nog steeds hun oorspronkelijke functie: ze visualiseren en bekrachtigen de maatschappelijke positie en waardigheid van het Huis Oranje-Nassau. Buitengewoon bijzonder is dat de vaste opstelling speciaal voor de tentoonstelling is aangevuld met een selectie schilderijen die normaal gesproken hangen op Paleis Huis Ten Bosch. Het gaat hierbij onder meer om een levensgroot familieportret uit 1788 van Johan Friedrich August Tischbein en een ‘reeks van schoonheden’ geschilderd door Gerard van Honthorst.

Het boekje is van een aangenaam formaat, rijkelijk geïllustreerd en fraai vormgegeven, dit maakt het geheel tot een evenwichtige eenheid tussen tekst en beeld. Zowel de publicatie als de tentoonstelling biedt een uniek inkijkje in de ontwikkeling, de functie, de symboliek en het gebruik van verschillende portretvormen binnen het Huis Oranje-Nassau. Dynastie. Portretten van Oranje-Nassau zal zowel kunstliefhebbers als Oranjegezinden bekoren.

Vera Weterings

De tentoonstelling Dynastie. Portretten van Oranje-Nassau is nog tot en met 25 september 2016 in het Koninklijk Paleis Amsterdam te bezoeken.