Jac. P. Thijsse. Nu ga ik er eens op uit, Marga Coesèl

Recensent: Wouter van Dijk

Jac. P. Thijsse. Nu ga ik er eens op uit. Wandeldagboeken 1884-1898, Marga Coesèl (red.)

Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2021
ISBN: 9789028220010

Gebonden, met stofomslag, rijk geïllustreerd in kleur, met literatuuropgave en registers
240 pagina’s
€ 35,00

Thijsse en zijn natuurdagboeken

In Nederland is er vermoedelijk geen bekender natuurbeschermer dan Jac. P. Thijsse (1865-1945). Hij was natuurliefhebber, schoolmeester, schrijver, en pleitbezorger van respect voor en kennis van de natuur. Het is niet erg bekend dat hij ook dagboeken bijhield, speciale wandel- of natuurdagboeken, waarin hij van alles opschreef over de bloemen, planten en dieren die hij tegenkwam op zijn vele wandeltochten. De twee eerste dagboeken, waarin Thijsse regelmatig verhalend over zijn belevenissen schreef, zijn geredigeerd en bezorgd door Marga Coesèl in dit boek. Ze beslaan de periodes 1884-1887 en 1894-1898. De uitgave van de wandeldagboeken is gecombineerd met biografische schetsen van Thijsse geschreven door Coesèl. Op die wijze komt de persoon van Thijsse tot leven in zijn eigen werk én in het werk van Coesèl over hem. Ook zijn een aantal artikelen van Thijsse aan het boek toegevoegd die hij schreef tijdens perioden waarin hij ook zijn dagboeken bijhield. In deze artikelen vertelt hij uitgebreider over de belevenissen die hij in zijn dagboek al aanstipte, zoals de ‘expeditie’ die hij maakte naar Texel om vogels te vangen voor het natuurhistorisch musem van Artis.

De mare gaat dat mede dankzij Thijsse’s inspanningen het Naardermeer behoedt werd voor een herbestemming als vuilnisbelt van Amsterdam. Coesèl laat zien dat het in werkelijkheid iets anders ging. De eerste aankoop van de mede door Thijsse opgerichte Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland was in 1905 inderdaad het Naardermeer om het van de ondergang te redden. De werkelijkheid was echter iets minder romantisch. Voor Natuurmonumenten in het spel voorkwam had de gemeenteraad van Amsterdam de keuze het gebied aan te kopen om te gebruiken als vuilstortplaats. Weliswaar werd hier uiteindelijk vanaf gezien, maar behoud van het gebied vanwege de natuurwaarde was daarvoor geen van de aangevoerde redenen vertelt Coesèl. Vervolgens kreeg de nieuwe vereniging de kans tot aankoop.

In de dagboeken beschrijft Thijsse veel van de plant- en diersoorten die hij onderweg op zjn vele wandelingen tegenkomt. Hij gebruikt hiervoor vaak de Latijnse benamingen, wat het lezen voor de leek wel enigszins bemoeilijkt. Als hulpmiddel is achterin het boek een register opgenomen waarin de Latijnse naam gevolgd wordt door de Nederlandse volksnaam zodat je ook met weinig flora- en faunakennis Thijsses verhaal kunt volgen. Steeds heen en weer bladeren is niet zo’n pretje, maar voor de authenticiteit van Thijsses aantekeningen is het mooi dat zijn teksten intact zijn gebleven. Thijsse ging vaak op pad, en liep daarbij lange afstanden. Zo wandelde hij rustig van zijn woonplaats Amsterdam naar Velsen of Bloemendaal, of de andere kant op naar Naarden.

Dan het boek zelf. De vormgeving daarvan is buitengewoon mooi. Er zijn zeer veel kleurenillustraties in de uitgave gebruikt, soms paginagroot of doorlopend over twee pagina’s. Voor de prachtige afbeeldingen is ruim gebruikgemaakt van de beroemde Verkadeplaatjes die voor Thijsse’s albums voor de koekfabrikant zijn vervaardigd. Mede hierdoor waan je je even terug in de tijd terwijl Thijsse over zijn wandeltochten verhaalt. Ook zijn hier en daar scans van de gedigitaliseerde dagboeken als illustratie opgenomen. Thijsse was een niet onverdienstelijk tekenaar, en maakte af en toe ook tekeningetjes van hetgeen hij in de natuur aantrof. Via de afbeeldingen van de dagboekpagina’s zijn ook die tekeningen voor de lezer te zien. Dat alles maakt deze publicatie tot een ware lust voor het oog. Een must-have voor natuurliefhebbers.

Wouter van Dijk