Cacao!

Deze week is het zowel Museumweek als Week van de Klassieken, een mooi moment om de tentoonstelling Chocolade in Museum Weesp onder de aandacht te brengen. Cacao werd immers al in de oudheid gedronken, weliswaar niet in Europa, maar wel in Zuid-Amerika. Daar gebruikten de Maya’s en Azteken het als basis voor een ‘godendrank’, die volgens een exclusief recept bereid werd en een geneeskrachtige werking zou hebben. De kruidige – en waarschijnlijk alcoholische – drank was voorbestemd voor de elite en alleen de allerrijksten én krijgers die ten oorlog trokken, kenden de smaak.

Duizenden jaren later is chocolade overal te koop en is de lekkernij niet meer weg te denken bij menig feest; van chocoladeletters tot kerstkransjes en van paaseieren tot chocoladeharten. In Museum Weesp is een kleine, maar fijne tentoonstelling gemaakt met aandacht voor de geschiedenis van chocolade in algemene zin en hier en daar een uitstap naar de specifieke chocoladegeschiedenis van de regio. Naast de bier- en jeneverindustrie staat Weesp immers bekend om de productie van cacao. In 1850 vestigde hier namelijk de firma Van Houten. Deze chocoladefabriek zorgde ervoor dat Weesp tot grote bloei kwam. Veel inwoners van Weesp vonden een baan in de fabrieken. Tegenwoordig herinneren Villa Casparus en de Van Houtenkerk, ook wel bekend als het ‘chocoladekerkje,’ aan de Oude Gracht nog aan de firma Van Houten. 

De geschiedenis van Weesp is onlosmakelijk verbonden aan die van chocolade door de methode die Casparus van Houten in 1828 bedacht. Maar daarvoor is het goed om eerst terug te blikken op het ontstaan van zijn chocoloade-imperium. Van Houten was een gedreven ondernemer die van zijn chocolade een massaproduct maakte. Hij begon in 1805 aan de Anjeliersgracht in Amsterdam en ging al snel over naar een groter pand aan de Leliegracht. In 1825 richtte hij opnieuw een nieuw pand in aan de Prinsengracht, dit was al een echte cacaofabriek. Hier maakten zijn personeel gebruik van een hydraulische cacaobonenpers die Van Houten zelf had uitgevonden. Met die pers kon het grootste deel van de cacaoboter uit de geroosterde bonen worden geperst. Het restant kon eenvoudig worden vermalen tot cacaopoeder. De productie nam toen een vlucht en de zoon van Casparus, Coenraad Johannes betrok aan de Oude-gracht in Weesp een fabriekspand. Hier werd de productie grotendeels overgenomen door stoommachines waardoor Van Houten de grootste leverancier van poederchocolade én cacaoboter werd.

Naast aandacht voor Van Houten is in de tentoonstelling ook een vitrine ingericht naar de chocoladetraktaties tijdens feestdagen. Hier leer je als bezoeker over de geschiedenis van het gebruik om met Pasen elkaar eieren te geven. Hoewel Pasen nu met het geloof wordt verbonden, is het een heidense traditie waarbij mensen elkaar kippeneieren gaven als symbool van het leven. In katholieke gebieden werd deze gewoonte later overgenomen. Naast paaseieren zie je tegenwoordig ook paashazen. dDe eerste eetbare haasjes werden rond 1800 in Duitsland gemaakt, eerst nog van deeg en suiker, later van chocolade.

In de tentoonstelling staat de macro en micro geschiedenis van cacao centraal; van het oudste, geheime recept voor godendrank en de productie door de eeuwen heen, tot de chocoladerevolutie van Van Houten. Een aanrader voor choco-addicts zijn de workshops of lezingen.

Vera Weterings

De tentoonstelling Cacao. Van godendrank tot genieten voor iedereen is nog tot en met 22 april 2019 in Museum Weesp te bezoeken.