Op veler verzoek, Joris Oddens

Auteur: Wouter van Dijk

Op veler verzoek. Inclusieve politiek in Nederland (1780-1860), Joris Oddens

Uitgeverij Boom, Amsterdam 2023, ISBN 9789024462476, 323 p., € 29,90

In de geschiedschrijving overheerst van de eerste helft van de negentiende eeuw het beeld van politieke apathie, kalmte en een gezapig bestuur door de elite van een bevolking die na alle revolutionaire woelingen rond 1800 bovenal rust en orde verlangde. Op dat beeld van wat bekend is komen te staan als de restauratieperiode is nogal wat af te dingen, zo maakt Joris Oddens’ Op veler verzoek duidelijk. Hij richt zich daarbij op het heersende beeld van de regeerperiode van koning Willem I als ondemocratisch, waarin gewone burgers politiek niets in te brengen zou hebben en zich gedwee lieten regeren.

Verzoekschriften
Oddens kantelt dit beeld van een onmondige burgerij door de rol van het verzoekschrift in de Nederlandse samenleving als uitgangspunt van zijn onderzoek te nemen. Het verzoekschrift, ook wel bekend als rekest of request, kent een eeuwenlange traditie in de relatie tussen burgers die iets van een overheid gedaan wilden hebben, en de machthebbers die daarover hadden te beslissen. Wij kennen het middel nog als petitie, waarbij grote groepen in massale acties het bestuur proberen te beïnvloeden. Van de importantie van het verzoekschrift in de Nederlandse geschiedenis getuigt ook het grote aantal van dit type document dat we tegenwoordig nog in onze archieven aantreffen. Uit Oddens boek komt het beeld van het verzoekschrift naar voren als een van de belangrijkste instrumenten die inwoners in de Republiek, en het latere Koninkrijk, hadden om zich te mengen in kwesties die hen aangingen. Daarin kon hij weleens gelijk hebben. In tegenstelling tot veel geïnstitutionaliseerde ongelijkheid in de Republiek, bijvoorbeeld op het gebied van religie, burgerschapsrechten of geslacht, stond het indienen van verzoekschriften vrij voor alle meerderjarige inwoners. Dat betekende niet dat ieder verzoekschrift ook dezelfde waarde toegekend werd. Rekesten van gezeten mannelijke protestantse burgers hadden dan toch een streepje voor op een verzoek van een joodse ingezetene of een groep vrouwen.

Een geliefd recht
Oddens neemt in ieder hoofdstuk van zijn boek een petitie als voorbeeld voor de functie en historische context waarin het indienen van bepaalde typen verzoekschriften plaatsvond. Hij laat zo zien dat het gebruik van het middel in de Bataafse periode een hoge vlucht nam, het rekest was immers ook het vehikel bij uitstek om een overheidsambt te verkrijgen en na de politieke omwenteling in 1795 kwamen veel functies vrij. Dat was ook de tijd waarin politieke participatie en democratische idealen hoogtij vierden, wat leidde tot een hausse aan petities die bij de net ingerichte Nationale Vergadering, het parlement, door betrokken burgers werden ingediend. Onder voor- en tegenstanders van het nieuwe gezag was de massaal ondertekende petitie een geliefd communicatiemiddel.  

Een beperkt recht
Het is waar dat na het revolutionaire hoogtij van 1798 politiek en samenleving met horten en stoten in conservatiever vaarwater kwamen, toch bleef de mogelijkheid tot participatie in politiek en bestuur voor Nederlanders buiten bestuurskringen intact. Dat was te danken aan het recht op petitie, aldus Oddens. Dit gewoonterecht vond ook een plaats in de grondwet van het nieuwe Koninkrijk, al bleef het lange tijd de vraag hoe dit breed dit recht geïnterpreteerd diende te worden. Conservatieve politici pleitten voor een beperkte invulling  van deze in hun ogen onwenselijke inmenging in bestuurszaken, waar hun liberale tegenstrevers het belang van deze ‘volksstem’ voor de regering onderstreepten. Ondanks het recht op het indienen van verzoekschriften, bleef het resultaat hiervan vaak beperkt. Het stond wetgevende en uitvoerende macht vrij te doen en laten met massaal ondertekende petities wat het wenste. Een van de meest in het oog springende voorbeelden die Oddens hiervan aandraagt is het herhaaldelijk negeren van de grootschalige petities met grieven afkomstig uit het zuidelijk deel van het Verenigd Koninkrijk, uiteindelijk leidend tot de Belgische afscheiding.

Joris Oddens heeft met deze studie het verzoekschrift in het middelpunt van de belangstelling geplaatst, een positie die dit eeuwenoude documenttype meer dan verdiend zo wordt uit dit boek duidelijk. Het is daarmee een boek dat in geen archiefbibliotheek mag ontbreken.

Wouter van Dijk