Born to Run, Bruce Springsteen

Recensent: Wouter van Dijk

Born to Run. Mijn verhaal, Bruce Springsteen

Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum en Lannoo Uitgeverij, Houten/Antwerpen en Tielt 2016
ISBN: 978 90 77 33032 6

Paperback met flappen, met foto’s in kleur en zwart-wit
528 pagina’s
€25,00

 

Het leven van de Boss

Bruce Springsteen staat ondanks het feit dat hij de zestig al ruim gepasseerd is, nog steeds bekend om zijn langdurige optredens vol energie. Shows die langer dan drie uur duren zijn eerder regel dan uitzondering. Waar Springsteen hiervoor de energie vandaan haalt lezen we in zijn autobiografie, die hij gedurende zeven jaar stukje bij beetje bij elkaar schreef. Het schrijven van het boek begon eigenlijk in 2009, toen Springsteen met zijn E Street Band optrad in de rust van de Super Bowl. Deze ervaring maakte zoveel indruk op hem dat hij besloot erover te schrijven, hierna volgde de rest van zijn levensverhaal.

Springsteen groeide op als katholieke jongen in een familie van geïmmigreerde Italianen en Ieren in het industriestadje Freehold in de staat New Jersey, aan de Amerikaanse oostkust. Hij had een overgrootvader die de ‘Dutchman’ werd genoemd, vandaar misschien zijn Nederlands aandoende achternaam, maar daarmee is de Nederlandse connectie direct ten einde. Het arbeidersmilieu in het Amerika van de jaren veertig en vijftig waarin de kleine Bruce opgroeide was hard maar saamhorig. Er was weinig geld maar dat weerhield Springsteens moeder er niet van voor de kleine Bruce een eerste gitaar aan te schaffen toen hij daarom vroeg. De grote klapper kwam naar eigen zeggen in 1956 toen Elvis Presley voor het eerst optrad in de Ed Sullivan Show. Vanaf dat moment was Springsteen gegrepen door het rock-’n-roll virus.

Wat volgt is een heerlijk geschreven verhaal over Springsteens weg naar het Walhalla van de popmuziek, een doorbraak voor het grote publiek en de roem, dames en financiële middelen die daarbij horen. De weg was echter lang en vol met kuilen en omwegen. Natuurlijk waren er ontelbare jonge gasten die in een bandje speelden en beroemd wilden worden, en de kans om landelijk door te breken was nihil. Desalniettemin is het Springsteen gelukt, en hij vertelt er smakelijk over. Hij verhaalt hoe hij in middelbare schoolbandjes zijn voorliefde voor het entertainen op het podium leerde kennen en uitbuitte. Het dansen dat hij met zijn extraverte Italiaanse tantes van kleins af aan had gedaan kon hij nu mooi gebruiken om de meisjes op school te imponeren. Als verlegen jongen wierp hij de schroom van zich af wanneer hij een show kon opvoeren.

Met bands als de Castiles en later Steel Mill, waarmee hij snoeiharde rock maakte die in de smaak viel bij het arbeiderspubliek van de Amerikaanse oostkust, veroverde Springsteen met zijn bandleden langzaamaan een plekje in de barbandwereld van New Jersey. Na mislukte pogingen in Californië door te breken, daar gebeurde het immers aan het einde van de jaren zestig, wil Springsteen het bandbestaan achter zich laten. Hij is het gedoe van de oeverloze discussies in banddemocratieën zat en wil zijn eigen weg gaan. Een band op zich vond hij prima, maar wel een die ten dienste van hem opereerde. Daarbij kwam hij er door zijn uitstapjes buiten New Jersey achter wat hem zo verknochte aan deze regio van rauwe humor, hard werken en no-nonsene. Het was waar hij vandaan kwam en het was waarover hij wilde schrijven. De dagelijkse heldhaftigheid van gewone mensen die dag in dag uit naar hun werk gingen in de staalfabriek of op kantoor, om ervoor te zorgen dat hun kinderen goed terecht zouden komen werden. De terugkerende moeilijkheden waarmee deze mensen te maken kregen in de vorm van ontslag, drank of verwaarlozing. Hun hoop, liefde, woede en vertwijfeling voelde Springsteen in zichzelf. Het werd zijn grootste inspiratiebron. Springsteen zelf kreeg er zijn portie van mee vanwege een vader die de strijd tegen zijn innerlijke demonen vaak verloor en last had van depressies en psychische klachten die hij te vaak afreageerde op zijn gezin.

De glorie in het alledaagse bestaan van de gewone man werd Springsteens grootste inspiratie, en is dat altijd gebleven. Als singer-songwriter werd hij uiteindelijk ontdekt door John Hammond, dezelfde die Bob Dylan enkele jaren daarvoor groot had gemaakt, en van wie alle platenbazen vervolgens een tweede versie zochten. Springsteen werd geen tweede Bob Dylan, maar wist eveneens door rake teksten een steeds groter publiek aan zich te binden. Begin jaren zeventig had hij een min of meer vaste groep muzikanten om zich heen verzameld die samen de E Street Band vormden. De band bestond uit blanke én donkere Amerikanen, in die tijd bepaald niet gebruikelijk waar in het zuiden van de VS nog steeds lynchpartijen voorkwamen en over het hele land rassenrellen in verschillende grote steden plaatsvonden. Door deze samenstelling dwars door alle scheidslijnen van de Amerikaanse samenleving heen bezat de band in zijn geluid een bijzondere mix van rock en soul. Niet in het minst vanwege het saxofoongeluid van Clarence Clemons, de ‘Big Man’.

Na de eerste twee albums, Greetings from Asbury Park, N.J. en The Wild, The Innocent and The E Street shuffle waarin Springsteen op bitterzoete wijze zijn voorbije jeugdjaren en daarmee tegelijk die van vele anderen bezong, volgde de definitieve doorbraak met Born to Run in 1973. Born to Run was in meerdere opzichten exemplarisch voor Springsteen, in de eerste plaats vanwege de vlucht die in feite zijn streven naar een muzikale doorbraak was. De muziek was een weg uit het uitzichtloze uitgestippelde arbeidersbestaan van New Jersey. Dat is ook precies waar het titelnummer over gaat. Breder gezien is het volgens Springsteen zelf van toepassing op een groot deel van zijn leven, bang zich te binden en te settelen, zoals hij in het boek openhartig uit de doeken doet. Pas toen hij de veertig al ruimschoots gepasseerd was kon hij de rust vinden om met zijn grote liefde Patti Scialfa een gezin te stichten.

Na Born to Run volgden hoogtepunten uit Bruce’s oeuvre als Darkness on the Edge of Town, The River en Nebraska. Ook hier zijn het weer de dagelijkse uitdagingen in de strijd om het bestaan van de Amerikaanse arbeidersklasse, alsmede de liefde en de daarmee gepaard gaande perikelen die hoofdthema’s in Springsteens nummers zijn. Bruce vertelt over de totstandkoming van zijn nummers en de verhalen achter zijn teksten. Zo schreef hij The River als eerbetoon aan zijn zus, die al jong zwanger raakte en met haar vriend en latere echtgenoot het arbeidersbestaan van hun beider ouders in ging, en daar trots het hoofd boven water hield. Springsteen laat zich net als in zijn nummers, optredens en publieke stellingnames in het boek kennen als een diepbewogen en sociaal voelend mens, die het aan het hart gaat de ruggengraat van Amerika weggevaagd te zien worden door decennia van rancuneus, zelfzuchtig neoliberaal politiek beleid waardoor gewone Amerikanen een nieuwe onderklasse van werkende armen zijn gaan vormen. Het hebben van een fulltime baan is in veel gevallen niet meer voldoende om niet tot armoede te vervallen. Hij beschreef de teloorgang van de staalindustrie in wat nu bekendstaat als de Rust Belt in het noordoosten van de VS, hij zong over de discriminatie en uitsluiting die migranten te verduren hadden en hebben, maar altijd met een grote liefde voor de mensen achter de persoonlijke drama’s die ondanks alles door blijven gaan en zich niet laten kisten door hun omstandigheden. De hoop op en het streven naar een beter leven is ieders geboorterecht en dat weerklinkt in veel van Springsteens teksten.

Ondanks het feit dat Springsteen zelf ook gedurende zijn veelbewogen leven te maken heeft gekregen met depressie en tegenslag, heeft bij hem uiteindelijk de positiviteit gewonnen. De liefde van zijn gezin en zijn enthousiasme voor de muziek en het vermaken van publiek zorgden ervoor dat hij zich nog net als veertig jaar geleden uren kan laten gaan in een uitbarsting van energie, levenslust en hartstocht. Een groot artiest en een groot mens; lees deze autobiografie van Bruce Springsteen!

Wouter van Dijk