History in Flames, Robert Bartlett

Recensent: Wouter van Dijk

History in Flames. The Destruction and Survival of Medieval Manuscripts, Robert Bartlett
Cambridge University Press, Cambridge 2024, ISBN 9781009457156, 242 pagina's, vanaf € 26,00

In History in Flames onderzoekt mediëvist Robert Bartlett gevallen in de geschiedenis waarbij op een enkele dag vele historische documenten verloren zijn gegaan. Meer specifiek gevallen waarbij de oorzaak lag in menselijk handelen, vaak in tijd van oorlog. Wat dat betreft doet het boek wel wat denken aan Richard Ovendens Burning the Books, waarover de auteur tijdens de Archiefdagen van 2022 kwam spreken. Waar Ovenden zich echter richtte op alle ‘kennis’, en zijn geschiedenis begon in het oude Assyrië, daar beperkt Bartlett zich, naar eigen zeggen, tot enkel middeleeuwse manuscripten en betreft zijn oudste casus de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. In de praktijk betreft het overigens niet alleen de vernietiging van middeleeuwse documenten, die vaak zij aan zij lagen met stukken uit later eeuwen.  

Vijf casussen
Bartlett presenteert vijf gevallen waarbij in de moderne tijd in oorlogssituaties in korte tijd grote hoeveelheden veelal middeleeuwse bronnen zijn vernietigd. Hij onderzoekt de achtergrond van de vorming van deze archieven en collecties, de jammerlijke teloorgang van de stukken en heeft ook veel aandacht voor de daaropvolgende pogingen om informatie uit deze bronnen via andere wegen veilig te stellen. Zo is een van de gevallen de vernietiging van grote delen van het archief van de Britse (koloniale) administratie in Ierland, vanaf de 12e eeuw tot in de 19e eeuw aan het begin van de Ierse Burgeroorlog in 1922. De rest van de twintigste eeuw is met vereende krachten gewerkt aan een (virtuele) reconstructie van de verloren archieven.[1]

‘Inleidende beschietingen’
Voorafgaand aan het uitdiepen van zijn casussen vinden we vijf hoofdstukken die deze casussen inleiden en van context voorzien. Hierin gaat de auteur in op inschattingen van percentages bewaard gebleven middeleeuwse bronnen, de soms bijzondere wijze waarop dergelijke documenten de eeuwen overleefd hebben en belicht hij de miraculeuze overlevering van het meest beroemde vroegmiddeleeuwse document op de Britse eilanden: het heroïsche epos van Beowulf. Als opmaat voor de case-studies volgt een hoofdstuk over bewegingen van de middeleeuwen tot de Franse Revolutie waarbij archieven en boeken het doelwit werden van geweld en vernietiging, onder andere vanwege de representatie van machtsverhoudingen die de kern vorm(d)en van veel archiefdocumenten. Denk daarbij aan de Engelse opstand van 1381, de zestiende-eeuwse Reformatie die niet alleen zorgde voor een beeldenstorm maar ook voor een ongekende destructie van geschreven materiaal, of de Duitse Boerenoorlog (1524-1526).

Centralisatie als risico
Bartlett doet daarbij de pijnlijke observatie dat de centraliserende tendensen eind 19e en begin 20e eeuw hebben bijgedragen aan de grote schaal waarop documenten verloren zijn gegaan, terwijl daarmee het tegengestelde beoogd werd. In die periode  begonnen overheden zich rekenschap te geven van hun verantwoordelijkheid in het preserveren van hun in documenten vastgelegde geschiedenis, en verzamelden daarom archieven en collecties om ze centraal in archiefdepots onder te brengen met als doel beter beheer en behoud. Deze centrale depots bevonden zich echter vaak in hoofdsteden, die in tijden van oorlog behoorden tot de locaties met het grootste risico op bombardementen en oorlogsschade.

Kwetsbare bronnen
Hoewel Bartlett met History in Flames een zeer onderhoudend, informatief en prettig leesbaar boek heeft geschreven, zijn er toch ook wel enkele kritische noten over te kraken. Zo wordt nergens uitgelegd aan de hand van welke criteria Bartlett tot deze selectie van casussen kwam, behalve dat hij de taal machtig zou moeten zijn en zich daarom beperkt tot Europese gevallen. Dat zijn er natuurlijk wel meer dan vijf. Wel stelt hij in zijn voorwoord geenszins te claimen dat zijn boek een overzichtswerk over het onderwerp zou zijn. Zo lijkt de selectie van de casussen enigszins willekeurig, maar dat mag het overkoepelende doel van het boek en het leesplezier niet drukken. Dat laatste doet de vreemde wijze van annotatie wel. In plaats van de gebruikelijke voet- of eindnoten is gekozen voor een opgave van literatuurverwijzingen achterin het boek, aan de hand van paginanummers van de lopende tekst en zinsneden daaruit. In de lopende tekst is echter nergens zichtbaar dat een passage op literatuur- of archiefbronnen is gebaseerd, en dat stoort de onderzoekende lezer wel een beetje. In zijn voorwoord stelt Bartlett dat historische kennis berust op materiële bronnen, en die blijven kwetsbaar, ook in de moderne tijd waarin we denken alles zoveel beter op orde te hebben dan eeuwen geleden. Dat punt maakt History in Flames met verve.

Wouter van Dijk


[1] https://virtualtreasury.ie/ (Geraadpleegd 06-11-2024).