Zingen in het donker, Nescio

Recensent: Wouter van Dijk

Zingen in het donker. Brieven uit de hongerwinter, Nescio
Bezorgd en ingeleid door Lieneke Frerichs

Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2025             
ISBN 9789028251243

Paperback met flappen, geïllustreerd in zwart-wit, met personenlijst, inventaris van de brieven en beknopte literatuurlijst
215 pagina’s
€ 22,50

Nescio in de oorlog

De schrijver Nescio is beroemd geworden om zijn gebundelde korte verhalen De Uitvreter, Titaantjes en Dichtertje, die in 1918 gezamenlijk in boekvorm gepubliceerd werden. Lange tijd was dat zijn enige wapenfeit op literair gebied en was zelfs niet bekend dat achter het pseudoniem de kantoorbediende, later directeur, van een exportfirma Jan Hendrik Frederik (Frits) Grönloh (1882-1961) schuilging. Publiceren deed hij sporadisch. Pas in 1961, vlak voor zijn dood, verscheen de bundel Boven het dal. Die uitgave werd al door Grönloh voorbereid uit ouder werk in 1942, maar door de oorlog kwam van publicatie niets. In 1946 verschenen wel al enkele korte verhalen in een bundeltje onder de naam Mene Tekel.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Grönloh als zestiger al met pensioen, en bewonen hij en zijn vrouw Aagje Tiket, Ossi voor intimi, een woning in de Linnaeushof in de Amsterdamse Watergraafsmeer. In deze uitgave, bezorgd en ingeleid door Nesciokenner Lieneke Frerichs, worden de brieven uitgegeven die Nescio gedurende een deel van de oorlog schreef aan zijn kinderen in Eindhoven en Groningen. Specifiek vanaf augustus 1944 tot en met juni 1945. Een van zijn dochters woonde met haar gezin in Eindhoven, dat in de loop van de correspondentie bevrijd wordt en waarna de postverbinding wegvalt, een andere dochter woont met haar gezin in de stad Groningen. Bij haar verblijft ook tijdelijk de derde dochter die Nescio dan nog heeft. We lezen hoe het echtpaar Nescio zich door de hongerwinter in Amsterdam heenslaat. De schaarste zorgt voor veel ongemak, maar vanwege voldoende financiële middelen blijft echte hongersnood hen bespaard. Wel gaat Nescio regelmatig op pad met zijn fiets om ‘te scharrelen’ zoals hij het noemt. Hier en daar is dan nog wat groente te koop, of hij komt via via te weten dat men in de polder veenkluiten verkoopt die als turf tot brandstof kunnen dienen. Af en toe maakt hij langere tochten het platteland op, maar meestal zonder succes. Heel Amsterdam struint het landelijke gebied rond de stad af, en verder, op zoek naar voedsel.

Grönlohs ervaringen in het winterse Amsterdam van 1944-1945 zouden inspiratie blijken voor het verhaal ‘Insula Dei’ dat later in de Boven het dal gepubliceerd zou worden. Hij beschrijft daarin de ijskoude februari en de uitzichtloze situatie schaarste. Af en toe zien we in de brieven ook de Nescio van zijn natuurdagboek doorklinken, als hij schrijft over de jammerlijke bomenkap langs de vele singels en lanen in de stad, of wanneer de krokussen en hyacinten die hij in huis heeft staan ontluiken.

Een van Nescio’s schoonzoons, Louis Boas, was joods en zou met een van de laatste transporten uit Westerbork worden gedeporteerd (maar overleeft wel). Af en toe vraagt Nescio zich af hoe het hem zou vergaan, maar begrijpelijk wordt hierover in de door de Duitsers gecontroleerde brievencorrespondentie niet teveel uitgeweid. Anders en pijnlijker is het wanneer Grönloh aan zijn dochters schrijft over het bezoek van joodse vriendin van een van de dochters, Betsy Cohen, die jarenlang ondergedoken in Amsterdam heeft geleefd en na de Bevrijding langskomt. “Betsy is stil geworden en zaagt over anti-semitisme” (p.199). Zo’n onverschillige en botte houding tegenover de vervolgde joodse Nederlanders was overigens de algemene realiteit net na de oorlog. Grönloh was daarin geen uitzondering.

Zingen in het donker vormt een mooie aanvulling op de eerdere correspondentie-uitgaven die Frerichs al bezorgde. Naast de vuistdikke biografie die ze eerder al van de schrijver publiceerde, wordt zo een steeds groter deel van zijn leven ingekleurd. Het brievenboek zal bij de Nescioliefhebbers vast en zeker een warm onthaal vinden.

Wouter van Dijk