Aristoteles op toneel

De Leidse studievereniging Sophia Aeterna speelt een scène uit Sophocles’ ‘Antigone’ De Tempelzaal van het Rijksmuseum van Oudheden was gisteren, woensdag 11 april 2018, het toneel voor het literaire symposium Aristoteles op toneel: de Poëtica en de praktijk. Tijdens deze avond gingen diverse sprekers met elkaar en het publiek in discussie over de actuele relevantie van de Poëtica van Aristoteles. Dit boek over dichtkunst heeft een enorme invloed gehad op het westerse denken over kunst, toneel en literatuur. Begrippen als plot, peripetie, uitbeelding en katharsis behoren tot het vaste repertoire van filosofen, theater- en literatuurwetenschappers. Aristoteles formuleerde regels voor de compositie van epische gedichten en tragedies. Zijn die regels nog bruikbaar in onze tijd, of kunnen ze in de prullenmand? En gelden ze eigenlijk ook voor films, romans, games, en andere genres? Vier sprekers belichtten tijdens dit literaire symposium de actuele relevantie van de Poëtica, ieder vanuit hun eigen invalshoek. De dag werd voorgezeten door classicus Casper de Jonge die ook de avond opende.

Inleiding Poëtica

Classicus Casper de Jonge

Aristoteles (380-322 voor Christus) heeft diverse werken geschreven op het terrein van de filosofie en de wetenschap, maar er is één werk dat er uitspringt en dat is de Poëtica. In dit werk gaat Aristoteles in op de aard, het doel en de verschijningsvormen van de poëzie. Helaas is alleen het eerste deel overgeleverd, dat is het deel over de tragedie en de epos. Het tweede deel over de komedie is helaas verloren gegaan en andere genres zoals het leerdicht behandeld hij niet, omdat zo’n genre volgens hem niet voldeed aan zijn definitie voor poëzie. Volgens Aristoteles was poëzie immers een vorm van uitbeelding. Een gedicht moest dan ook een handeling representeren, oftewel een verhaal uitbeelden. Zo is tragedie volgens Aristoteles de uitbeelding van een serieuze handeling in op smaak gebrachte taal waarbij verschillende ingrediënten gebruikt worden. Hierbij onderscheidt hij zes bestanddelen, te weten, karakter, denken, zang, visuele vormgeving, het gesproken woord en het plot. Dit plot is volgens hem de basis en de ziel van de tragedie en zorgt voor eenheid. Daarbij heeft een plot volgens Aristoteles idealiter een radicale omslag van geluk naar ongeluk of andersom én een plotseling inzicht. Maar wat hebben we anno 2018 aan deze denkbeelden van Aristoteles in zijn Poëtica?

De Poëtica en momenten die beroeren

Frans Willem Korsten, hoogleraar literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden

Frans Willem Korsten, hoogleraar literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden, beet het spits af met het formuleren van een antwoord op deze vraag. In zijn lezing ‘de Poëtica en momenten die beroeren’ gaat hij in op hoe de Poëtica zich richt op het moment en hoe dit moment alles uit balans kan brengen. Anders dan retorica is poëzie niet gericht op zorgvuldig redeneren met een oordeel tot doel. Nee, de poëzie is juist gericht op het impulsieve handelen, dat het publiek kan beroeren en tot denken aanzet.

Sophocles’ Antigone en Aristoteles’ Poëtica

Classicus Casper de Jonge

Hierna ging De Jonge als classicus in op het belang van de Poëtica, waarbij hij erop wijst dat niet alleen het lezen of bijwonen van belang zijn, maar dat juist interpretatie nodig is om stukken te begrijpen. Zo zijn bij een toneelstuk choreografie en acteerwerk van invloed op het overbrengen van de boodschap op de toeschouwer. Onder classici is er discussie over het nut van de Poëtica voor ons hedendaagse begrip. Zo vindt Malcolm Heath de antieke literatuurtheorie onmisbaar voor elke classicus die een Griekse tekst wil doorgronden. Volgens Heath kan alleen de antieke theorie ons informeren bij het begrijpen van antieke toneelstukken. Tegenover Heath staat Denis Feeney die juist sceptisch is over de antieke literatuurtheorie. Feeney vindt de Poëtica juist een problematisch hulpmiddel omdat grote schrijvers in eigen tijd niet altijd begrepen werden en afstand bovendien kan helpen bij het begrijpen van stukken. De Jonge zelf vindt dat Aristoteles met zijn Poëtica de spijker op zijn kop slaat als het gaat om het belang van het plot als ziel van de tragedie.

Antigone

De Leidse studievereniging Sophia Aeterna speelt een scène uit Sophocles’ ‘Antigone’

Vervolgens speelden studenten van de Leidse studievereniging Sophia Aeterna, van de opleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, een scène uit Sophocles’ Antigone. De klassieke tragedie Antigone van Sophocles gaat over tegenstellingen zoals het individuele geweten versus de staatswetten én de morele of goddelijke wetten versus de menselijke wetten. De boodschap die uit de tragedie naar voren komt is dat je om gelukkig te worden verstandig moet handelen en de goden niet moet tarten. Maar wat is verstandig? En hoe tart je de goden? In de vertolking van Sophia Aeterna komen deze vraagstukken goed naar voren.

Katharsis in Aristoteles' Poëtica en de Antigone van Sophocles

Schrijfster Joke Hermsen

Na de pauze was het tijd voor schrijfster en filosofe Joke Hermsen met haar presentatie 'Katharsis in Aristoteles' Poëtica en de Antigone van Sophocles.' Tijdens deze presentatie zocht zij een antwoord op de vraag: wat is het toch aan toneel, poëzie en kunst dat ons mensen zo beroerd? Is het de katharsis, waarbij in de recente vertaling van de Poëtica van Piet Gerbrandy en Casper de Jonge is gekozen voor het woord verlichting? Een begrip waar Aristoteles in zijn Poëtica slechts één regel aan wijdt omdat hij zich niet wilde leiden door het irrationele, het sacrale aspect. Worden we zo gegrepen door Antigone vanwege het irrationele of heeft het te maken met het feit dat ze de duistere diepte van het bestaan opzoekt en niet schroomt om daar fatalistisch en al overeind te blijven. Is ‘verlichting’ dan wel een juiste vertaling voor katharsis? Zou loutering niet beter de lading dekken? Waarom wijdt Aristoteles niet uit over Antigone? Is het omdat ze een vrouw was? Wellicht. Volgens Aristoteles past het namelijk niet bij een vrouw om net zo moedig of onafhankelijk te zijn als een man en laat dat nu net zijn wat Antigone doet. Hierdoor deugt ze niet als tragische held, vrouwen horen immers onvolmaakte wezens te zijn. Het is ook niet voor niets dat het Griekse woord voor moed gelijkstaat aan mannelijkheid. Het lijkt er dan ook sterk op dat Antigone daar afstand van probeert te nemen. Juist dat aspect maakt haar fascinerend.

Aristoteles’ relevantie voor hedendaagse poëzie

Dichter Piet Gerbrandy

Dichter, classicus en vertaler Piet Gerbrandy sloot de avond af met zijn lezing 'Aristoteles’ relevantie voor hedendaagse poëzie', waarin hij de voornaamste beweringen uit Aristoteles’ Poëtica nogmaals onder de aandacht bracht. Allereerst dat dichtkunst een vorm van uitbeelding is, al dan niet in combinatie met ritme en melodie. Daarbij betreft die uitbeelding altijd handelingen van mensen. Verder is een werk effectief als het plot van het verhaal coherent is, het doel is immers het opwekken van emoties zoals vrees en medelijden en dat gebeurt vaak doordat mensen iets overkomt. Volgens Gerbrandy raakt wat Aristoteles zegt aan alle vormen van kunst die iets verbeelden; iedere kunstenaar, of het nu een dichter of verteller is, moet namelijk iets met het element van emotie of cognitieve respons op zijn publiek of lezer. Tegenwoordig is er volgens Gerbrandy een hang naar abstractie gekomen, in de zin van dat de werkelijkheid uit het zicht verdwijnt, denk bijvoorbeeld aan Karel Appel. Daarnaast is er een tendens om zo veel mogelijk elementen uit de werkelijkheid een plaats te geven in de kunst, zoals bijvoorbeeld gebeurt in de Ulysses van James Joyce. Uiteindelijk wil iedere kunstenaar iets zeggen over de menselijke existentie. Maar om aandacht van het publiek vast te houden is samenhang nodig, het plot dat Aristoteles zo belangrijk vindt. Na duizenden jaren is het nog steeds zo dat het inzicht verhogend werkt wanneer een complex probleem wordt teruggebracht tot een paar hoofdlijnen. Dat is dan ook een belangrijke les die we als dichters van Aristoteles kunnen leren. Van een dichter verlang je immers dat hij in zijn eigen taal iets zegt over de wereld en de mens, waarbij de tekst ergens moet uitkomen en de route van A naar B niet volslagen willekeurig is. Een vorm van plot is noodzakelijk anders stop je met lezen. Daarbij wil het publiek verrast worden en is dus ook die omslag die Aristoteles benoemd nog steeds belangrijk.

Kortom, de eeuwenoude Poëtica van Aristoteles is nog steeds hartstikke actueel. De diverse sprekers hebben dat gedurende de avond in woord en beeld maar al te duidelijk gemaakt.

Vera Weterings

Als partner van de Week van de Klassieken zal Hereditas Nexus extra boekbesprekingen van historische werken over de Oudheid en blogs over de Klassieke wereld publiceren. Houd de website in de gaten!