Liefde en kunst heersen

Liefde en Kunst heersen. Emil Epple beeldhouwer tussen Duitsland en Nederland, Marjet van de Weerd

Uitgeverij Leon van Dorp, Heerlen 2018
ISBN 99-789079-22647

Paperback, met illustraties in kleur en zwart-wit
340 pagina's
€ 34,95

Gevierd en vergeten

De laatste decennia is er onder kunsthistorici en in de museumwereld een herwaardering op gang gekomen van het twintigste-eeuwse classicisme. Het accent ligt hierbij met name op de Franse kunst en veel minder op vergelijkbare tendenties in Duitsland. Vandaar dat de auteur ervoor koos om de Duits-Nederlandse beeldhouwer Emil Epple (1877-1948) onder de loep te nemen. Met hem als hoofdpersoon wil de auteur aandacht vragen voor de groep beeldhouwers die soms modern, soms traditioneel werkend, gedurende een groot deel van hun loopbaan heel succesvol waren; dat zij zich daarbij indien nodig aanpasten aan de wensen van hun opdrachtgevers is evident.

Kunstenaar Emil Epple was geen groot vernieuwer. Desondanks werd zijn vakmanschap in zijn tijd algemeen erkend. Epple was niet de enige kunstenaar die eerst bewonderd werd maar die later toch in de vergetelheid raakte. In deze publicatie wordt zijn leven en vakmanschap opnieuw onder de aandacht gebracht in een rijk geïllustreerde biografie met ruim driehonderd afbeeldingen. Cultuurwetenschapper en auteur Marjet van de Weerd laat in haar publicatie zien wat Epple interessant maakt; zijn tweeledige kunstenaarschap. Waar hij in zijn herkomstland, Duitsland, in 1931 nog het eremonument mocht maken voor de Münchense Landespolizei, kreeg zijn kunst een paar jaar later het stempel ontaard en kreeg hij geen opdrachten meer. In ballingschap werd zijn kunst door sommigen passé genoemd. Zijn werk is tegenwoordig met name bekend door foto’s. In Nederland is als voorbeeld van zijn fysieke kunst het borstbeeld van de staatsman Kappeyne van de Coppello (1921) in het gebouw van de Staten-Generaal in Den Haag te vinden, dat is een bruikleen van het Stedelijk Museum Amsterdam. Hoewel Epple als kunstenaar redelijk onbekend is, worden er de laatste vijftien jaar nog steeds beelden van hem verkocht.

In het boek leert Van de Weerd de lezer Epple door en door kennen, zowel privé als professioneel. Hoewel het onderzoek naar achtergrondinformatie over zijn persoonlijke leven moeizaam verliep heeft ze toch genoeg kunnen putten uit het fragmentarische archief dat beschikbaar was bij onder andere het Noord-Hollands Archief, Nationaal Archief, de Groninger Archieven, het Regionaal Archief Alkmaar en het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis in Nederland en de Staats- en Stadtarchive van Berlijn, München, Stuttgart, Tübingen en Wiesbaden in Duitsland. Helaas waren er maar weinig persoonlijke documenten zoals brieven of andere egodocumenten overgeleverd. Onder het archiefmateriaal bevond zich wel een doos met veelal leeggehaalde enveloppen, die zeer van pas kwamen om te achterhalen waar Epple verbleef. Daarnaast heeft Van de Weerd ook gebruik gemaakt van literatuuronderzoek in Duitse en Nederlandse kunstbladen zoals Die Plastik, Das Kunstblatt, Die Kunst für All en Kroniek van Kunst en Kultuur. Naast recensies en vermeldingen van tentoonstellingen zijn er vier uitgebreide artikelen van kunstcritici over hem verschenen. Ook zijn familieleden opgespoord voor het onderzoek.

Liefde en Kunst heersen

De publicatie is niet zozeer vanuit een kunsthistorisch, dan wel uit een cultuurwetenschappelijk oogpunt geschreven. Hierbij heeft de auteur Epple geplaatst in de context van zijn tijd met de daarin heersende artistieke opvattingen en sociaal-maatschappelijke omstandigheden die zijn leven als kunstenaar hebben beïnvloed. Zo ontrolt Van de Weerd in het boek een boeiend beeld van zijn kunstenaarsleven waarin successen ontgoocheling elkaar afwisselen. Als lezer ontdek je dat Epple een veelzijdig leven had waarin een flinke portie geluk gepaard ging met een behoorlijke dosis pech. Desondanks bleef Epple altijd met grote liefde voor de kunst werd gewerkt, zijn levensmotto was dan ook niet voor niets: ‘Amor et Ars Regnant’, oftewel de titel van het boek ‘Liefde en Kunst heersen’.

Vera Weterings