Woontorens in Nederland

woontorensRecensent: Vera Weterings

Woontorens in Nederland, Taco Hermans

Uitgeverij Verloren i.s.m. NKS, Kenniscentrum voor kasteel en buitenplaats, Wijk bij Duurstede 2015
ISBN: 978 90 74205 04 7

Paperback, met illustraties in kleur, beknopte literatuurlijst, fotoverantwoording en Engelse samenvatting.
240 pagina’s
€ 14,95

Woontorens in Nederland

Kastelen en buitenplaatsen stonden vandaag, tijdens de Dag van het Kasteel, maandag 16 mei 2016, centraal. De NKS, Kenniscentrum voor kasteel en buitenplaats, wil graag met de Dag van het Kasteel laten zien dat het behoud van dit culturele erfgoed van belang is voor iedereen. Dit jaar bestaat de NKS zeventig jaar. Aangezien de NKS altijd kastelen en buitenplaatsen centraal stelt en niet de organisatie an sich, hebben zij er voor gekozen om bij het 70-jarig bestaan van de NKS geen geschiedenis van de organisatie te publiceren, maar een wetenschappelijke gids over een van de belangrijkste categorieën kastelen, namelijk de woontorens. In Nederland hebben meer dan duizend woontorens gestaan, waarvan het overgrote deel inmiddels is verdwenen. Bouwhistoricus Taco Hermans promoveerde in 2013 op een proefschrift over Middeleeuwse woontorens in Nederland. Hij was daarmee de eerste die in Nederland promoveerde op het onderzoek naar kastelen. Voor dit onderzoek heeft hij zich hoofdzakelijk gericht op de morfologie van de torens: de maat, de vorm, hoogte, het materiaalgebruik, de aanwezigheid van een stookplaats, toiletten, trappen, de opbouw en indeling. Niet alleen de morfologie komt aan bod, ook de ontwikkeling hiervan in de periode waarin deze torens zijn gebouwd, circa 1225 tot 1500. Daarnaast besteedde hij in zijn onderzoek aandacht aan de opdrachtgevers en hun sociale en economische positie, de functies van de torens en de verspreiding over Nederland. Hij onderzocht ruim 230 woontorens en vergeleek de resultaten van zijn onderzoek met die uit de ons omringende landen. Dit onderzoek is als uitgangspunt genomen voor de jubileumuitgave van de NKS aangezien zij het van belang vond om de nieuwe inzichten die deze studie biedt, aan een breed publiek te presenteren. Deze inzichten betreffen onder andere dat Nederland een bijzondere positie inneemt waar het gaat om het gebruik van de term ‘woontoren’ en dat solitaire torens in het buitenland veel minder voorkomen.

In de publieksvriendelijke uitgave van de NKS is ervoor gekozen een selectie te maken uit de ruim 230 woontorens die in het proefschrift werden onderzocht. In de publicatie zijn over het algemeen alleen de nog bestaande en zichtbare woontorens opgenomen. Al zijn er wel ook twijfelgevallen te vinden, zoals enkele woontorens die later deel zijn gaat uitmaken van een veel groter kasteelcomplex en nu niet direct als woontoren te herkennen zijn. Een voorbeeld van een woontoren die inmiddels is opgenomen in een grote kasteelcomplex en door weinigen direct wordt herkend als woontoren is Slot Loevestein. Loevestein is rond 1358 namelijk ontstaan uit een vierkante bakstenen solitaire toren. In verschillende kort op elkaar volgende bouwfasen is de toren waaruit het kasteel is ontstaan vergroot tot een U-vormig complex bestaande uit twee torens en een zaalbouw rondom een binnenplaats aan de zijde van de voorburcht, afgesloten met een hoge schildmuur met poorttoren.

De publicatie start met een inleiding waarin Hermans ingaat op de geschiedenis van woontorens in Nederland, de bewoners, en waarin hij het begrip woontoren nader toelicht. Zo stelt Hermans op basis van zijn onderzoek de volgende definitie vast:

“De woontoren in Nederland is de kleinst mogelijke hoofdburcht die alle kenmerken van een hoofdburcht van een kasteel in zich draagt. Ook gaat het om een solitair gebouw op een, meestal omgracht stuk grond, dat door zijn beperkte omvang geen andere bebouwing toelaat. (…)” (p. 35)

Na deze inleiding volgen op alfabetische volgorde lemmata over de bijna vijftig woontorens die in de gids zijn opgenomen. De gids is op een zeer heldere wijze ingedeeld waarbij per kasteel eerst een korte gegevenslijst te vinden is met onder andere adresgegevens, coördinaten, bouwjaar, sloopjaar, vorm, materiaal, aantal niveaus, bouwheer en ligging. Naast deze beknopte gegevens is over elke woontoren ook een korte beschrijving te vinden van de bouw van de toren, de bouw- of woongeschiedenis en indien van toepassing het onderzoek. Naast deze tekstuele informatie is de gids ook rijkelijk geïllustreerd met vele foto’s van de kastelen, bouwtekeningen, kaarten, plattegronden en enkele reconstructietekeningen.

Al met al is de NKS erin geslaagd om met deze jubileumuitgave een zeer aantrekkelijke publieksuitgave uit te brengen over woontorens in Nederland. De gids is prachtig geïllustreerd, compact en biedt toch de nodige informatie over de 47 woontorens die in het boek aan bod komen. Voor wie geïnteresseerd is in de bouwhistorie van dergelijke woontorens en ook een beetje meer achtergrondinformatie wenst over de bewoners is dit een ideale gids. Daarbij nodigt de publicatie ook zeker uit om de woontorens in het echt te bekijken en voor zover dat mogelijk is, te bezoeken.

Vera Weterings