Uitgeverij Vantilt, Nijmegen 2012
ISBN 978 94 600 4059 7
Paperback, zwart-wit- en kleurenillustraties, notenapparaat, bronnen- en literatuurlijst, illustratieverantwoording, chronologisch overzicht, plaats- en personenregister
288 pagina’s
€ 22,50
Polarisatie en revolutie in een grensgebied
In Tot Nut van Nederland. Polarisatie en revolutie in een grensgebied, 1783-1787 (2012)schetst Joost Rosendaal de periode van de late achttiende eeuw in de Langstraat en het Land van Heusden en Altena. Dit is een periode waarin radicale patriotten via politieke bijeenkomsten, oproeren, tijdschriften en pamfletten in verzet kwamen tegen de corruptie van het lokaal bestuur. Zij boden weerstand tegen het bewind van stadhouder Willem V. Rosendaal vertelt in deze publicatie het verhaal van de politieke polarisatie van het schijnbaar rustige Brabantse gebied. Tot Nut van Nederland is gebaseerd op Rosendaals afstudeerscriptie. Hiervoor ontving hij in 1988 de Prix de Paris.
Joost Rosendaal (1963) is historicus en in 1988 cum laude afgestudeerd op een onderzoek naar de patriotten in de Langstraat en het Land van Heusden en Altena. Momenteel is hij docent politieke cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn specialisatie betreft met name de politieke cultuurgeschiedenis tussen 1500 en 1850. Binnen dit thema zijn een aantal werken van zijn hand verschenen, waaronderUit de plooi. De achttiende eeuw in beweging (2013), De Nederlandse Revolutie, 1783-1799. Volk, vaderland en vrijheid (2005) en Bataven! Nederlandse vluchtelingen in Frankrijk, 1787-1795 (2003).
Rosendaal helpt in dit boek een wijdverbreid misverstand uit de weg. Namelijk dat in de geschiedschrijving het beeld overheerst dat de patriotten vooral in en rond de steden actief waren. Volgens Rosendaal ging het er vrijwel nergens in Nederland zo fel aan toe als in het Land van Heusden en Altena in 1787:
‘De patriottenbeweging werd gezien als een voornamelijk urbaan verschijnsel. Een meer vergelijkend, streekgericht onderzoek in de diepte biedt de mogelijkheid de tot dusver gevormde visie over de patriottische revolutie te toetsen en een helderder beeld te krijgen van het karakter van de patriottenbeweging en de politieke strijd in de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Bij uitstek geschikt voor deze benadering is de Langstraat en het Land van Heusden en Altena, een gebied op de grens van het gewest Holland en Generaliteitsland Brabant, waar de politieke spanning in het bijzonder hoog opliep. De gebeurtenissen daar trokken brede aandacht en bepaalden mede het landelijk verloop van de revolutie.’ (p. 9)
De polarisatie begon rond 1783 toen burgers uit Heusden een exercitiegenootschap oprichtten. Dit genootschap was bedoeld om burgers te oefenen in het hanteren van wapens. In de richting van de stadhouder was dit een provocatie en gaf het aanleiding tot snel oplopende spanningen in de regio. Rosendaal schetst in Tot nut van Nederland een vrij compleet verloop van de patriottentijd in deze regio. Jammer genoeg is de grote lijn in het boek hierdoor soms zoek, omdat Rosendaal veel aandacht besteed aan kleine details. De beschrijving van deze plaatselijke en vaak ogenschijnlijk onbeduidende en alledaagse conflicten maken het boek echter ook tot wat het is, een bijzonder nauwkeurig werk over de Patriottenstrijd in een kleine regio. Door ook deze kleine conflicten in ogenschouw te nemen, weet Rosendaal een koppeling te maken met de grote politieke vraagstukken uit die tijd en de praktische uitwerking en gevolgen hiervan in het land . Dit maakt dat de politieke cultuur van de patriottentijd met duidelijke voorbeelden wordt beschreven.
De precisie en grondigheid die Rosendaal in Tot nut van Nederland verwerkt, zorgt ervoor dat de lezer een bijzonder precies beeld krijgt van de opstandige regio. De lezer leert door het lezen van het boek verschillende voorname inwoners uit de regio kennen en krijgt ook een goed beeld geschetst van de verschillende dorpen en steden in de streek. Zo geeft Rosendaal bij elk voorbeeld dat hij aanhaalt een beschrijving van de plaats waar de gebeurtenis plaatsvond en laat hij de betrokken personen uitgebreid de revue passeren.
Hoewel Rosendaal’s kracht ligt in deze details, is het boek hier soms ook minder overzichtelijk door. Zo worden er in de loop van het verhaal zo veel personen aan gehaald en uitvoerig beschreven, dat de rode draad van het verhaal soms ver te zoeken is. Dit zou Rosendaal kunnen oplossen, door alleen de belangrijkste personages voor zijn publicatie met naam en te benoemen. Nu is het onderscheid tussen hoofd- en bijpersonen onduidelijk. Naast de vele personen passeren ook vele plaatsnamen de revue door de vele kleine dorpen in de regio van het Land van Heusden en Altena. Bovendien treed Rosendaal soms zozeer in detail, dat het voor de lezer prettig zou zijn als deze wat meer uitleg krijgt bij bepaalde passages. Hier en daar gaat Rosendaal er van uit dat de lezer meer voorkennis heeft, dan hij mag aannemen voor de gemiddelde lezer wanneer het gaat om achttiende-eeuwse begrippen of bronnen.
Ondanks de gedetailleerde zijstappen die hij in de publicatie soms maakt, krijgt Rosendaal het toch voor elkaar om in Tot nut van Nederland een vrij complexe periode helder te schetsen. Dit doordat hij de lokale geschiedschrijving als rode draad door zijn verhaal gebruikt. De kleine lokale en alledaagse politieke strijd wordt ingezet om de politieke cultuur van de patriottentijd te verbeelden. Aan de hand van gedetailleerde voorbeelden legt Rosendaal zo uit hoe de principiële politieke strijd verweven raakte met alledaagse dorpsconflicten. Zo werd zangeres Johanna van Campen die rondtrok met het zingen van orangistische liederen veroordeeld voor belediging van de Staten van Holland en verstoring van de openbare orde. Dit betekende voor Van Campen dat zij twee jaar uit de gewesten Holland en Zeeland werd verbannen. (p. 100-101)
Al met al maakt Rosendaal Tot nut van Nederland tot een mooi overzichtswerk dat vol lof ontvangen mag worden, omdat het een nieuwe blik werpt op de Bataafse Revolutie. Doordat Rosendaal in zijn verhaal verschillende bronnen uit de behandelde periode aanhaalt, waaronder met name De Politieke Kruyer, maakt hij het verhaal completer en kan hij de vele kleine incidenten beter in beeld brengen. Rosendaal laat in zijn publicatie zien dat de vele kleine lokale incidenten van groot belang zijn geweest in de patriottenstrijd, door deze te verbinden aan het grootschaliger conflict op landelijk niveau.
‘De patriottenbeweging neerzetten als een strijd tegen de macht van de stadhouder is een te beperkte visie. De gebeurtenissen in de Langstraat laten bovendien zien dat de patriottenbeweging niet louter een stedelijk fenomeen was. (…) De patriotse revolutie verliep op twee niveaus: lokaal en gewestelijk. De interactie hiertussen is een belangrijke verklaring voor de patriotse dynamiek. (…) Vooral in het Benedenland van Heusden en in het Land van Altena was de oppositie sterk.’ (p. 235-236)
Kortom, Tot nut van Nederland biedt een verrijking en vernieuwing in de geschiedschrijving over de patriottistische fase van de Nederlandse Revolutie en de ontwikkeling van een nieuwe politieke cultuur.
Vera Weterings
Lees ook de recensie Uit de plooi. De achttiende eeuw in beweging (2013) van Joost Roosendaal.