Bali, welkom in het paradijs?!

Wie aan Bali denkt, denkt aan witte stranden, groene rijstvelden en vele tempels. Bali is in de markt gezet als ideale vakantiebestemming. Dit beeld van paradijselijk Bali vindt zijn oorsprong tijdens en na de Nederlandse koloniale overheersing. Maar hoe paradijselijk is Bali eigenlijk?  Kunnen we de verleidelijke reisbeschrijvingen als zoete koek slikken? Nee, zeker niet. In de tentoonstelling Bali welcome to paradise In Museum Volkenkunde worden de diverse aspecten van Bali belicht, ook de schaduwkanten.

De tentoonstelling werd vorige week donderdag, 11 oktober 2018, officieel geopend. Directeur Stijn Schoonderwoerd van Museum Volkenkunde interviewde kort de ambassadeur van Indonesië I Gusti Agung Wesaka Puja over zijn herinneringen aan Bali, zijn geboortegrond. Hij vertelde over de Balinese cultuur met de rijstvelden en koeien, maar ook over het toegenomen massatoerisme en de problematiek waar Amsterdam ook mee te maken heeft. Vervolgens verzorgden DJ Krishna en Aafke de Jong een bijzondere moderne Balinese dans. Hierna openden de burgemeester van Leiden Henri Lenferink en de ambassadeur van Indonesië I Gusti Agung Wesaka Puja samen de tentoonstelling met het slaan op de gong.

Het beeld van een paradijselijk Bali werd geschapen om Nederland en de rest van de wereld het geweld te laten vergeten dat tijdens de veroveringen in de negentiende eeuw is gepleegd. Waar Bali eerst bestond uit verschillende vorstendommen werd het eiland in vier militaire expedities veroverd door Nederland: in 1882 werd Buleleng gekolonialiseerd, in 1906 en 1908 volgden de koninkrijgen Badung, Tabanan en Klungkung. De schilder W.O.J. Nieuwenkamp was in 1906 op verzamelreis voor Museum Volkenkunde (het toenmalige Rijks Ethnographisch Museum) per toeval in Badung. Daar was hij getuige van een militaire expeditie tegen de vorst van Badung, I Gusti Gede Ngurah Den Pasar. Honderden Balinezen sneuvelden door Nederlands geweervuur of zelfmoord tijdens deze rituele strijd, ofwel puputan. Het paleis werd verwoest en de kunstschatten als oorlogsbuit verdeeld onder musea in Jakarta en de volkenkundige musea in Nederland. Nieuwenkamp schreef erover:

“Twee prachtige deuren uit de grote poort, die van het voorplein naar de ruimte voor de gasten voerde, heb ik met veel moeite nog kunnen bewaren. Men had er een brug van willen maken over een waterleiding, ten behoeve van het leger ( …..) een van de weinige dingen die nog niet gestolen waren, om de eenvoudige reden dat dit te zwaar en te groot was.”

Echter niet alle Balinese vorstendommen werden met geweld gekoloniseerd, enkele vorsten werkten samen met de Nederlanders. Een voorbeeld is de vorst van Gianyar die vanwege een conflict met een andere vorst steun zocht bij de Nederlanders en zijn dank liet blijken bij de koloniale bestuurders met relatiegeschenken die later in musea in Jakarta en Leiden terecht kwamen.

De Balinese cultuur staat bekend om de vele tempels. In de tentoonstelling is hier dan ook ruimschoots aandacht aan besteed door de bezoeker een introductie te geven over de diverse tempelfeesten en attributen die een priester gebruikt. Aan de hand van vele objecten wordt dit verhaal verteld, zo staat de bezoeker niet alleen oog in oog met maskers, poppen en wajangpoppen, maar ook met een prachtig offeraltaar in de vorm van een mythisch dier met kenmerken van een vis, vogel, leeuw, hert en slang. Het altaar werd in de Balinese cultuur het eerste levensjaar van de baby boven het bedje gehangen.

Kunstenaars werkten in vroeger tijden alleen in opdracht van tempels en paleizen. Dat veranderde met de komst van de Nederlandse koloniale bezetter. Hoewel kunstenaars eigen stijlen ontwikkelden, was hun werk anoniem. Alles veranderde vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw toen zij hun kunst aan toeristen gingen verkopen en hun werk meer en meer een uiting van eigen gedachten en gevoelens werd in plaats van voornamelijk de hindoestaanse cultuur. Kunstenaars gebruiken hun kunst zelfs als protestmiddel. Zo waarschuwt kunstenaar I Ketut Teja Astawa in zijn schilderij Pesta di Pantai toeristen om niet teveel te drinken. Het schilderij verbeeldt in de klassieke traditie van de Bainese schilderkunst een hedendaags thema als de invloed van massatoerisme op Bali.

Dit massatoerisme had verdere gevolgen op Bali. Begin 2018 was het in de sociale media en op tv niet te missen: beelden van stranden overspoeld met enorme hoeveelheden plastic. Het eiland werd toen gepresenteerd als het prototype gevolg van ons mondiale plasticprobleem. Nu zijn er diverse bewustwordingsprojecten opgetuigd om de mentaliteit van kinderen te veranderen en zo het probleem voor de toekomst in te perken.

Niet alleen de stranden zijn de afgelopen decennia veranderd, ook de rurale samenleving is voor een deel verstedelijkt. Waar voorheen landbouw een van de belangrijkste inkomstenbronnen was, is dat nu het toerisme. Uiteraard blijft het belang van water en rijst onveranderd belangrijk, waardoor het klassieke beeld van de terrasvormige rijstvelden gevuld met een laag water niet verdwijnen van het eiland. Het is zelfs zo dat de sawah’s en de subak, het collectieve systeem dat het water over de rijstvelden van de verschillende boeren verdeelt, op de Unesco Werelderfgoedlijst staan.

Tot slot zijn de diverse tentoonstellingszalen met elkaar verbonden door een ware pasar, oftewel Balinese markt. De pasar van Sukawati is als voorbeeld genomen, omdat het dé markt van Bali is, met ‘s nachts en in de vroege ochtend voor de lokale bevolking een deel dat bestaat uit groente, fruit, vis, vlees en allerlei huishoudelijke producten en in de ochtend en middag voor de toeristen een markt vol met souvenirs zoals textiel, houtsnijwerk, tassen en schilderijen.

Kortom, de tentoonstelling Bali welcome to paradise neemt de bezoeker mee langs de vele kanten van de Balinese cultuur en geschiedenis, zowel de tot de verbeelding sprekende onderdelen als de schaduwkanten. Zo loop je door de tentoonstelling als een nieuwsgierige toerist op expeditie en leer je spelenderwijs meer over het complete verhaal van het eiland: van de hindoeïstische priester die tradities en rituelen in stand probeert te houden tot de activistische kunstenaar Made Bayak die de plasticproblematiek onder de aandacht brengt. Infographics, prachtige objecten en diverse filmpjes met inwoners van het eiland vertellen dit veelzijdige verhaal van het eiland. Ontdek het zelf in Museum Volkenkunde in Leiden.

Vera Weterings

De tentoonstelling Bali welcome to paradise is nog tot en met 26 mei 2018 in Museum Volkenkunde in Leiden te bezoeken.