Het Exeter Boek is een kerkelijk handschrift dat waarschijnlijk in het laatste kwart van de tiende eeuw is vervaardigd. Wat het boek zo bijzonder maakt is dat het de grootste verzameling oud-Engelse literatuur is die bewaard is gebleven.
Het boek was eigendom van Leofric, de eerste bisschop van Exeter. Hij stief in 1072 en liet onder andere het boek na aan de bibliotheek van de kathedraal. Het manuscript bestaat uit 131 folio’s en bevat zowel christelijk geïnspireerde contemplatieve poëzie als pre-christelijk aandoende Germaanse gedichten. Voorbeelden van de eerste variant zijn bijvoorbeeld ‘The Wanderer’ en ‘The Seafarer’. Ouder aandoend zijn ‘Widsith’ en ‘Deor’, waaruit duidelijk de krijgercultuur uit de eerste eeuwen na Christus naar voren komt.
Naast Angelsaksische gedichten zijn er ook vele raadsels in het boek te vinden, waarbij vaak metaforen worden gebruikt om voorwerpen, dieren of natuurverschijnselen te beschrijven. Dit kennen we ook wel van de Skaldische poëzie uit de Noordse wereld, waar de Oude en Nieuwe Edda bekende voorbeelden zijn waarin deze stijlmiddelen gebruikt worden. In de Angelsaksische literatuur staan ze ook wel bekend als ‘kennings’. De zee wordt beschreven als ‘de weg van het schip’ of ‘het pad van de walvis’, een bard wordt een ‘lachsmid’, een echtgenote een ‘vredesweefster’.
Er bestaat geen consensus over de maker van het Exeter Boek. Lange tijd werd gedacht dat de achtste-eeuwse dichter Cynewulf het boek had samengesteld, maar daar zijn de meeste wetenschappers inmiddels van teruggekomen. Er wordt nu gedacht aan een veelvoud aan auteurs, waar Cynewulf geen deel van uitmaakte.
De onderwerpen die aan bod komen in de raadsels zijn divers. De nadruk ligt op de belevingswereld van gewone mensen, al zijn de raadsels hoogstwaarschijnlijk verzameld door geestelijken. Natuurlijke verschijnselen als het dierenleven, alledaagse voorwerpen en tijdverdrijf als schrijven of muziek maken komen aan bod, maar ook wapentuig als boog, zwaard, lans en schild speelt een belangrijke rol in de raadsels. Eeuwenlang was de Angelsaksische maatschappij immers een krijgersmaatschappij met een belangrijke rol voor de krijgerselite en de onderlinge banden binnen een Gefolgschaft tussen de leider of hoofdman en zijn vazallen.
Het Exeter Book bevat 96 raadsels, en aangezien het lijkt of enkele folio’s missen gaat men er van uit dat het boek oorspronkelijk 100 raadsels bevatte. Als voorproefje alvast hier een van de raadsels, in Engelse vertaling door Kevin Crossley-Holland:
I’m by nature solitary, scarred by iron
and wounded by sword, weary of battle.
I often see the face of war, and fight
hateful enemies; yet I hold no hope
of help being brought to me in battle
before I’m cut to pieces and perish.
At the city wall sharp-edged swords,
skilfully forged in the flame by smiths’
bite deeply into me. I must await
a more fearsome encounter, it is not for me
to find a physician on the battlefield,
one of those men who heals wounds with herbs.
My sword wounds gape wide and wider;
death blows are dealt me by day and by night."
Weet je al over wie of wat dit raadsel gaat? Scroll naar beneden voor het antwoord.
Wouter van Dijk
Het antwoord: een schild