De reis van Sint Brandaan. Kritische editie van de Middelnederlandse tekst naar het Comburgse handschrift, met vertalingen van de Middelnederlandse en Middelhoogduitse Reis-versie en van de Oudfranse en Middelnederlandse Navigatio-versie, Ludo Jongen, Julia Szirmai en Johan H Winkelman (red.)
Middelnederlandse tekstedities, deel 13
Uitgeverij Verloren, Hilversum 2013
ISBN: 978 90 8704 137 3
Ingenaaid, geïllustreerd (zwart-wit), met uitgebreid voetnotenapparaat en bibliografie
256 pagina’s
€25
Vier versies van de zwerftocht van Sint Brandaan
Een enorme vis zo groot als een eiland, Walseranden met varkenskoppen, hondenpoten en de romp van een mens, een dwergje dat de zee opmeet en zwermen krijsende en gewelddadige duivels. Een kleine greep uit de keur aan fantastische en fabelachtige wezens die de revue passeren tijdens het lezen van het Middeleeuwse reisverhaal van de Ierse abt Brandaan en zijn metgezellen.
Dit dertiende deel uit de serie Middelnederlandse Tekstedities van uitgeverij Verloren omvat naast twee Middelnederlandse versies van de mythe, ook een Oudfranse en Middelhoogduitse verhandeling van de zwerftocht van Brandaan en de zijnen, allen uiteindelijk gebaseerd op de Latijnse Navigatio Sancti Brendani Abbatis [De zeereis van de heilige abt Brandaan] uit de tiende eeuw. Met Ludo Jongen, Julia Szirmai en Johan Winkelman heeft de redactie van deze teksteditie jarenlange ervaring in het literatuur-historisch onderzoek, hetgeen zonder meer blijkt uit de grondige behandeling van de oorsprong van de Brandaanlegende en de inhoudelijke benadering van alle vier in het boek behandelde versies van het verhaal.
Kort samengevat komt het verhaal van de reis van Brandaan neer op het volgende; Brandaan gaat op reis om het ‘Beloofde land van de heiligen’ te zoeken. Met veertien monniken bereidt hij zich voor op de reis. Vlak voordat Brandaan en zijn volgelingen willen vertrekken melden zich nog drie monniken die per se mee willen. Brandaan neemt ze mee en vaart vervolgens zeven jaar over zee en doet daarbij ieder jaar dezelfde wonderlijke plaatsen aan, tot uiteindelijk na zeven de ‘vicieuze cirkel’ wordt doorbroken en het paradijseiland bereikt wordt. Het verhaal dat in de Navigatio vertelt wordt doet erg veel denken aan de rond 900 ontstane Immram curaig Máele Dúin. Deze Immram zijn Ierse volksverhalen waarin tal van bovennatuurlijke en sprookjesachtige elementen verweven zijn, gaan vaak over fantastische rondreizen over zee. De redacteurs laten overtuigend zien dat veel elementen uit de christelijke Navigatio zijn gebaseerd op de niet-christelijke Immram curaig Máele Dúin, overgoten met een christelijk sausje. Het motief van de gestolen teugel dat prominent figureert in alle Brandaanversies, is bijvoorbeeld hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit de Immram curaig Máele Dúin, waarin een van de reisgenoten en halsketting steelt en daarvoor vrijwel direct de rekening gepresenteerd krijgt. Belangrijk in het verhaal is dat twee van de drie ‘extra’ monniken uiteindelijk het gezelschap moet verlaten voor het ‘einddoel’ bereikt wordt. Ook dit element is overgenomen uit de Máele Dúin, waarin drie stiefbroers het gezelschap van de hoofdpersoon Máele Dúin aanvullen en het doel van de reis pas bereikt kan worden wanneer deze drie verdwenen zijn. In de christelijke Navigatio komt dit element weliswaar terug, maar speelt het niet meer de bepalende rol als in de oorspronkelijke Immram curaig Máele Dúin, er verdwijnen immers maar twee monniken, waarmee het hele motief van het verdwijnen van de laatkomers voor het einddoel bereikt kan worden, niet meer van betekenis is. Het is typisch een overblijfsel van de oudere tekst, waarbij de diepere betekenis niet is meegenomen in de nieuwe christelijke versie van het verhaal, die immers de nadruk op andere zaken wilde leggen.
De Navigatio werd na verloop van tijd in de volkstaal vertaald, en het interessant te zien in welke mate de auteurs van deze vertalingen de oorspronkelijke Navigatio-versie gevolgd hebben. De oudste versie van het verhaal in de volkstaal is de Anglo-NormandischeVoyage de saint Brendan. Waar de Navigatio heel duidelijk voor een geestelijk gezelschap geschreven is, blijkt uit de Voyage juist heel duidelijk dat het publiek hoofdzakelijk uit de adel en mensen rond het hof bestond. Er wordt veel nadruk gelegd op de avonturen die Brandaan en de zijnen beleven, en minder op christelijke boodschappen en stichtelijke lessen. De Middelnederlandse vertaling blijft dicht op het Latijnse origineel, al worden hier net als in de andere volksvertalingen, her en der hoofdstukken aan het verhaal toegevoegd. Vaak zijn dit populaire en bekende thema’s uit de volkscultuur of refereren ze aan scenes en verhalen uit de Bijbel.
Naast de uitstekende en zeer informatieve inleiding die de redacteurs bij de bundeling van teksten hebben gevoegd zorgen de ruimschoots aanwezige voetnoten ervoor dat de lezer veel achtergrondinformatie krijgt over de verschillende versies van het verhaal, over de christelijke achtergrond van veel van Brandaans belevenissen en over de vele motieven die een rol spelen in het verhaal. Als introductie in de Brandaanmythe voldoet de inleiding van het boek prima, waarna de lezer direct een poging kan wagen het verhaal in Middelnederlandse versie te lezen. Voor de minder fanatieke lezers is er ook een hedendaagse vertaling van de tekst bijgevoegd. Voor degene die na kennismaking meer over de achtergronden van het verhaal wil weten biedt Clara Strijbosch’ De bronnen van de reis van Sint Brandaan een interessant vervolg. Zowel mediëvisten als liefhebbers van reis-, of avonturenverhalen kunnen een hoop plezier beleven aan deze nieuwe editie van de tekst van het reisverhaal.
Wouter van Dijk
Pingback:
The Irish Hand, Timothy O’Neill |