Denkers in de Oudheid, dat was gisteren het onderwerp in academisch-cultuurpodium Spui25. Dinsdag 10 april 2018 werd namelijk de jaarlijkse thema-avond van het Allard Pierson Museum, Roma Aeterna en Athenaeum Boekhandel bij Spui25 georganiseerd. Dit jaar is het thema van de Week van de Klassieken ‘Wat is wijsheid? Denken in de klassieke wereld.’ In dat kader werd die avond gekeken naar welke rol filosofie en ‘denken’ als activiteit in de Oudheid speelden in de samenleving. Na een korte inleiding over Plato van René van Beek gingen die avond specialisten Charles Hupperts en David Rijser in twee lezingen in op hoe filosofische ideeën doordrongen in het leven van mensen buiten de muren van de filosofenschool. De avond werd gemodereerd door classicus Raphael Hunsucker, onderzoeker aan de Eberhard Karls Universität Tübingen en hoofdredacteur van Roma Aeterna.
René van Beek
De avond werd geopend door klassiek archeoloog René van Beek van het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hij vertelde over de Griekse filosoof en schrijver Plato (427-347 voor Christus). Plato wordt beschouwd als één van de meest invloedrijkste denkers van de Westerse filosofie en was tevens de oprichter van de Atheense Academie, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen. In het Allard Pierson Museum is een gipsen kopie van een portret van Plato aanwezig, dat speciaal voor de gelegenheid door Van Beek was meegenomen naar SPUI25 zodat de aanwezigen Plato van dichtbij konden aanschouwen. De rest van de week is Plato onderdeel van de mini-tentoonstelling Oog in oog met een filosoof bij Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. In deze mini-tentoonstelling zijn marmeren en gipsen bustes van filosofen uit de collectie van het Allard Pierson Museum en manuscripten en platen uit de Bijzondere Collecties van de UvA te zien. Naast Plato kunnen bezoekers ook kennismaken met de ideeën van andere klassieke filosofen zoals Sokrates en Aristoteles en wordt de link gelegd naar schrijvers en denkers uit de (vroeg)moderne tijd waarin antieke denkbeelden voortleefden. Zo staat bijvoorbeeld de persoon Allard Pierson (1831-1896) centraal omdat hij als hoogleraar esthetica veel schreef over de klassieke oudheid en de filosofie uit die tijd.
Het gipsen afgietsel van Plato is één van de 287 gipsen beelden uit de collectie van het Allard Pierson Museum. Het oorspronkelijke beeld van Plato bevindt zich in het Altes Museum in Berlijn. Het beeld in dat museum is in tegenstelling tot het gipsen afgietsel geen buste, maar onderdeel van een herme. Hermen waren met opschriften voorzien om de verdwaalde reiziger te helpen, ze kunnen dan ook worden gezien als de eerste wegwijzers.
Charles Hupperts
Hierna was het tijd voor dr. Charles Hupperts, die als classicus en antiek filosoof diverse boeken over de antieke cultuur en vertalingen van met name filosofische teksten op zijn naam heeft staan. Hupperts behandelde die avond de Romeinse keizer Marcus Aurelius, die tevens naam maakte als schrijver van een filosofisch traktaat. Hierdoor heeft hij als 'filosoof op de keizerstroon' een unieke positie in de geschiedenis van zowel de antieke filosofie als het Romeinse Rijk. Hoe hingen zijn filosofische ideeën samen met zijn rol als heerser? Welke filosofische technieken paste hij toe om de wereld om zich heen te hanteren en zich voor storende elementen van die buitenwereld resistent te maken? Op deze vragen gaf Hupperts antwoord aan de hand van kernpunten van de filosofie van de Stoa, die ten grondslag liggen aan Marcus Aurelius’ Overpeinzingen.
Zo legde Hupperts uit dat in het denken van Marcus Aurelius twee belangrijke stoïsche gedachten centraal staan. De eerste gedachte is dat de logos, oftewel de ratio gelijk is aan god en alles maakt tot wat het is. Vanuit die gedachte moet de mens zich verdraagzaam en vergevingsgezind opstellen tegenover de ander. De tweede gedachte stelt dat het gelukkig zijn uitsluitend vanuit het innerlijke van de mens kan ontstaan. In het werk van Marcus Aurelius zijn drie technieken te vinden die hem helpen met dit stoïcijnse gedachtegoed vertrouwd te raken. Zo brengt hij allereerst de werkelijkheid terug tot de essentie. Stelt hij ten tweede dat alles aan verandering onderhevig is en kleineert hij de mens tot slot:
“Je bent maar een klein zieltje dat het gewicht van een dood lichaam meedraagt, zoals Epictetus zegt.” (Marcus Aurelius’ Overpeinzingen IV, 41)
David Rijser
De derde spreker van de avond is David Rijser. Hij maakt bij zijn presentatie een sprong in de tijd en buigt zich over de vraag hoe Romeinse schrijvers en kunstenaars met het motief van het ‘denken’ omgingen. Voor het themaboekje van de Week van de Klassieken De portiek van de buren is hij op zoek gegaan naar denkende mensen in literaire teksten door de Oudheid heen en heeft hij getracht te achterhalen wat ze dachten, en wat ze over denken dachten. In dat kader besteedde hij in zijn lezing speciale aandacht aan de verhouding tussen denken en macht en ging hij in op beschrijvingen, weergaven en verbeeldingen van het denkproces. Zo legde hij in zijn lezing uit op welke manier het denken in de Oudheid is geconceptualiseerd en verbeeld en beantwoordde hij vragen als: Wanneer mensen iets denken, hoe wordt dat beschreven? Welke middelen zijn in literatuur ontwikkeld om te laten zien hoe mensen denken?
Om dit nader te verklaren legde hij zich vooral toe op Homerus waarbij de denker een held is die boven het aardse is verheven en gedachten denkt waarbij gemoederen worden aangesproken. Hieruit kon hij concluderen dat het homerisch denken eigenlijk hypermodern is: niet diep, maar praktisch. Ook is de twijfel heel modern, maar in antieke teksten nog vooral gekoppeld aan het vrouwelijke. Voorbeelden van bekende vrouwfiguren zijn Medea en Heidra. Bij deze voorbeelden is kenmerkend voor het vrouwelijke denken dat dit anders dan het mannelijke verloopt via kronkelwegen. Dit denkproces kenmerkt zich door niet zuiver logische gronden waarbij plannen continu worden bijgesteld, opnieuw uitgeprobeerd en op net iets andere manier worden herhaald. Een uitzonding vormt Catullus met zijn erotische poëzie die vrouwelijke trekjes vertoonde. Opmerkelijk is dat juist hij diende als inspiratiebron voor kerkvader Augustinus. Het denken in de erotische poëzie van Catullus was vrouwelijk en niet zuiver op logische gronden gebaseerd. De taal van de vrouwelijke aarzeling en twijfel trok de zoekende christen Augustinus aan. Hij gebruikte die twijfel om zichzelf als zoekende christen overtuigend literair neer te zetten. Met die laatste bijzondere conclusie eindigde Rijser de avond.
Al met al maakten de verschillende sprekers duidelijk dat het gedachtegoed uit de Oudheid ook heden ten dage nog genoeg stof tot nadenken bevat. Zo blijkt het thema van de Week van de Klassieken ‘Wat is wijsheid? Denken in de klassieke wereld’ ondanks de focus op eeuwenoude bronnen nog hartstikke actueel te zijn.
Vera Weterings
Als partner van de Week van de Klassieken zal Hereditas Nexus extra boekbesprekingen van historische werken over de Oudheid en blogs over de Klassieke wereld publiceren. Houd de website in de gaten!