In de zeventiende eeuw kende de cartografie in Nederland een grote bloei. Nederlandse cartografen domineerden de Europese markt bijna volkomen. Hoogtepunten uit deze periode zijn de atlassen van Blaeu en Mercator. Rond 1600 werd Amsterdam het wereldcentrum van de cartografie. Hier woonde en werkte cartograaf, uitgever en zakenman Joan Blaeu. De firma Blaeu produceerde in de 17e eeuw de omvangrijkste en fraaiste atlassen van de wereld. Maar ook voor de zeventiende eeuw zijn er atlassen gemaakt, deze waren met name gebaseerd op het klassieke werk van Ptolemeus. De Cosmographia (Geographia) van Claudius Ptolemaeus (ca. 90 - 168) wordt gezien als een belangrijke inspiratiebron voor de cartografen van de late middeleeuwen en de renaissance. Het is een van de grootst opgezette compilaties van de geografische kennis over de wereld ten tijde van het Romeinse Rijk. Vanaf 1475 verschenen meerdere edities van de tekst uitgebreid met Tabulae novae (moderne kaarten), waarvan twee door Gerardus Mercator (1512-1594).
Mercator was een Vlaamse cartograaf, instrumentmaker en graveur, die al tijdens zijn leven als de ‘Ptolemaeus van zijn tijd’ beschouwd werd. Mercator zag zichzelf veel meer als een wetenschappelijk kosmograaf, dan als iemand die met het maken en verkopen van kaarten zijn brood moest verdienen. Hij introduceerde het woord atlas. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van de kosmos; dus van zowel het heelal als de aarde.
Het Scheepvaartmuseum bezit een atlassencollectie van uitzonderlijke waarde. Zo bevinden zich in de collectie onder andere de atlas van Ptolemeus (1482), Barentsz. (1595), en Waghenaer (1596/97). Dat zijn absoluut niet de minste werken, aangezien de atlassen bijzonder kostbaar zijn, worden ze in speciale klimaatkasten tentoongesteld in de oostvleugel van Het Scheepvaartmuseum in de opstelling Atlassen, een collectie van wereldformaat. Slechts één bladzijde van een atlas kan aan het publiek getoond worden. Om bezoekers toch een hele atlas te kunnen laten zien, zijn touch screens geplaatst waar eenvoudig door de gedigitaliseerde versie kan worden gebladerd.
Behalve de Atlas van Mercator (1630) is ook Literarum Latinarum, quas italicas, cursoriasque vocant, scribendarum ratio (1540) in het bezit van Het Scheepvaartmuseum. Dit is een boek over het cursieve schrift. Mercator was de eerste die het cursieve schrift ‘italic’ op landkaarten toepaste. Dit verfraaide het kaartbeeld zodanig, dat het tot in de negentiende eeuw gebruikelijk is gebleven plaatsnamen op kaarten cursief te schrijven.
De bezoeker aan de atlassententoonstelling maakt kennis met pioniers van de cartografie, die met hun kaarten en atlassen de resultaten van de grote ontdekkingsreizen volgden en zo het wereldbeeld radicaal veranderden. De kaarten en atlassen, gemaakt tussen 1482 en 1665, vormen unieke tijdsdocumenten en zijn met hun rijke decoraties een lust voor het oog. De Atlassenopstelling in Het Scheepvaartmuseum is dan ook absoluut een bezoekje waard!
Vera Weterings
Naast het bekijken van de opstelling Atlassen in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is het ook mogelijk een bezoekje te brengen aan de website Straet View. Op deze site toont het museum een zeventiende-eeuwse kaart van Amsterdam.