Floris V. Een politieke moord in 1296, E.H.P. Cordfunke
Walburg Pers, 1e druk, Zutphen 2011
ISBN: 978 90 5730 769 0
Paperback, rijk geïllustreerd in kleur, met bibliografie, index, kaarten en tabellen
128 pagina’s
€ 19,95
De moord op Floris V
Prof. Dr. Erik Cordfunke is emeritus hoogleraar, hij doceerde aan de Universiteit van Amsterdam en heeft veel gepubliceerd over Middeleeuwse geschiedenis. In dit boek wil hij duidelijkheid scheppen over het hoe en waarom van de dood van Floris V. Er bestaat nog altijd veel onduidelijkheid over de motieven achter de moord op de graaf. In zijn inleiding bespreekt Cordfunke de literatuur die in de loop der jaren is verschenen over Floris V. Hierbij maakt hij duidelijk dat de beeldvorming over de Hollandse graaf vaak beïnvloed is door de verschillende posities van de personen die over hem schreven. Een voorbeeld van negatieve beeldvorming over de graaf waar Cordfunke verderop in zijn boek op in gaat is dat Floris vermoord zou zijn omdat hij zich eerder vergrepen zou hebben aan de vrouw van zijn moordenaar, Gerard van Velsen. Cordfunke laat op overtuigende wijze zien dat deze roddel waarschijnlijk de wereld in is geholpen door de samenzweerders om hun geschonden blazoen na de moord enigszins op te poetsen.
Na de inleiding volgt een analyse van de samenleving en tijd waarin Floris V en zijn tijdgenoten zich bewogen. Hierbij is ook aandacht voor de internationale positie die Floris V had ten opzichte van buitenlandse vorsten. Als zoon van Rooms-Koning Willem II kon hij zich internationaal meten met vorsten. Daarbij bevonden zich tussen zijn voorouders koningen van Schotland, Frankrijk en Duitsland. Ook sloot hij voor zijn kinderen huwelijkscontracten met de Engelse koning. Eerst bespreekt Cordfunke de jeugd van Floris V, waarin ook zijn band met Jacob van Maerlant wordt belicht. Hierna zet hij de gebeurtenissen die geleid hebben tot de ontvoering van de graaf en diens uiteindelijke dood uiteen.
Door middel van veelvuldig gebruik van bronmateriaal, zoals de kronieken van Melis Stoke en Willem Procurator, leert Cordfunke ons de persoon van Floris V kennen als een sterke heerser die in de uitvoering van zijn bewind modern was. Hij wilde orde en rust scheppen in zijn gebieden, de reden dat de burgerij en de steden het vaak goed met hem konden vinden. Om deze staat van orde en stabiliteit te bereiken was het voor hem noodzakelijk de macht van vooraanstaande adellijke families te breken. Hij maakte dan ook een einde aan de semi-autonome positie van edelen als Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden binnen hun domeinen in het Hollands-Stichts grensgebied. Met het in het gareel brengen, of onderwerpen, van deze leden van de hoge adel werd de kiem gelegd voor de samenzwering die Floris V uiteindelijk noodlottig zou worden.
Een belangrijke reden voor de samenzwering tegen Floris V, naast de ontevredenheid die bij Van Amstel en Van Woerden leefde vanwege hun persoonlijke perikelen met Floris V, was de internationale ommezwaai die Floris V in zijn buitenlandse politiek maakte. In de Engels-Franse tegenstellingen had Holland vanouds deel uitgemaakt van het Engelse kamp; zoals gezegd had Floris V zelfs huwelijkscontracten met de Engelse koning gesloten voor hun beider kinderen. Floris V had het echter ook regelmatig aan de stok met de graaf van Vlaanderen, die hem het bezit van Zeeland bewester Schelde betwistte. Toen Floris V te horen kreeg dat de graaf van Vlaanderen al in 1294 een geheim vriendschapsverdrag gesloten had met de Engelse koning, wist hij dat hij van diens kant weinig te verwachten had in zijn strijd tegen Vlaanderen. Hierop besloot hij in januari 1296 in te gaan op de toenaderingspoging van de Franse koning, en sloot met hem een verdrag waarin hij aangaf de Franse koning militair te zullen steunen in geval van oorlog met Engeland. Ook speelde een rol dat de Engelse koning in zijn pogingen Brabant in het Engelse kamp te krijgen de Engelse wolstapel verplaatste van Dordrecht naar het Brabantse Mechelen.
Toen de Engelse koning achter het Hollands-Franse verdrag kwam, beraamde hij met de Brabantse edelman Jan van Cuyk een plan. Floris V zou door ontevreden edelen ontvoerd moeten worden en vervangen moeten worden door zijn jonge zoon Jan, die nog verbleef aan het hof in Engeland waar hij werd opgevoed. Cordfunke maakt overtuigend duidelijk dat de initiator van de hele onderneming de Engelse koning Edward I moet zijn geweest. Door een machtswisseling in Holland kon hij voortaan direct invloed uitoefenen in Holland. Ook heeft hij de onderneming met veel geld ondersteund, blijkt uit zijn betalingen aan Van Cuyk en Van Amstel.
De edelen die bij de samenzwering betrokken waren, waren allemaal afkomstig uit een kleine kring rond Gijsbrecht van Amstel. De ontvoerders waren door huwelijken en bloedbanden met elkaar verbonden. Cordfunke schetst een uitvoerig beeld van de precieze verwantschappen die tussen de samenzweerders bestonden, en schept zo een nauwkeurig beeld van het ingewikkelde netwerk dat de samenzweerders vormden. Hij laat zien dat participatie van alle betrokkenen bij het ontvoeringsplan door verwantschappen of persoonlijke belangen verklaarbaar is. Hierbij ontkracht hij tevens enkele misvattingen wat betreft de familiebanden tussen de ontvoerders. De vele tabellen in het boek zorgen ervoor dat de ingewikkelde familierelaties te begrijpen zijn.
Na het gevangennemen van de graaf buiten de stadsmuren van Utrecht op 23 juni 1296, waar hij was om te bemiddelen bij een geschil tussen edelen, brachten de samenzweerders Floris V naar het Muiderslot. Enkele knechten van de graaf wisten te ontkomen toen hij gevangen werd en zij sloegen alarm in Utrecht. De samenzweerders bleven met de graaf vijf dagen in het Muiderslot, dat ondertussen belegerd werd door edelen, boeren en burgers die Floris V trouw bleven. Op de vijfde dag vluchtte de troep het kasteel uit en onderweg werd de graaf vermoord. Het is niet duidelijk hoe dit precies gebeurde. Cordfunke bespreekt twee lezingen van het verhaal die enigszins van elkaar verschillen. De groep stuitte in de buurt van Naarden op een aantal Naardingers die de graaf wilden bevrijden. Volgens Melis Stoke wilde Gerard van Velsen daarop de graaf vermoorden. De graaf, vastgebonden aan zijn paard, probeerde te vluchten maar belandde met zijn paard in de sloot waar hij overheen probeerde te springen. Hierop sloegen Van Velsen en enkele andere ontvoerders hem dood. Willem Procurator stelt dat de hele groep bij het zien van de Naardingers probeerde te vluchten door weilanden en velden en hierbij over verschillende sloten moest springen. Het paard van de graaf was oud en zwak en belandde hierbij in een sloot. Omdat de Naardingers snel naderden zagen de ontvoerders geen kans meer te ontsnappen met de graaf en beducht voor de consequenties die hun ontvoeringspoging had, vermoordden ze hem snel.
Cordfunke concludeert dat de ontvoerders geen rekening hadden gehouden met het gewone volk dat snel actie ondernam om de graaf te bevrijden. Het oorspronkelijke doel van de samenzwering was de graaf het land uit te smokkelen en gevangen te houden, zodat zijn jonge, nog beïnvloedbare zoon het bewind over kon nemen. De Engelse koning en de ontevreden edelen konden dan naar hartelust hun eigen belangen najagen.
De afbeeldingen in het boek zorgen voor een leuke verlevendiging van de tekst, de meeste dragen echter niet inhoudelijk bij aan het verhaal. Ze geven echter wel een impressie van de tijd en de gebeurtenissen. Cordfunke heeft met dit werk een prima bijdrage geleverd aan de historiografie over deze belangrijke gebeurtenis in onze vaderlandse geschiedenis, waarover in het Nederlandse collectieve geheugen toch veel onduidelijk is gebleven. Het geheel is vlot geschreven, en dit maakt het ook begrijpelijk voor de leek die meer te weten wil komen over dit scharnierpunt in de Nederlandse geschiedenis.
Wouter van Dijk