Het is dit jaar exact tweehonderd jaar geleden dat het bekende griezelverhaal Frankenstein, or, The Modern Prometheus verscheen. Dit boek rolde in 1818 anoniem van de pers in een oplage van slechts vijfhonderd boeken. Tweehonderd jaar later geniet het meesterwerk nog steeds wereldfaam en is het monster verworden tot een van ’s-werelds grootste iconen uit de horrorwereld. Inmiddels weet iedereen dat het boek van de hand van Mary Wollstonecraft Shelley is.
Het boek vindt zijn oorsprong in 1816 toen Mary Shelley samen met haar echtgenoot Percy Byssche Shelley en Lord Byron, Claire Clairmont en John Polidori in Villa Diodati aan de oevers van het Meer van Genève verbleven. Byron kreeg toen het idee om een schrijfwedstrijd te houden voor het beste griezelverhaal. Mary kwam als winnares uit de competitie. Mary Shelley maakt er geen geheim van dat haar verhaal zijn wortels heeft in de Griekse mythologie. De volledige titel van de griezelklassieker luidt Frankenstein, or, The Modern Prometheus. Dokter Frankenstein treedt in de voetsporen van de titaan die uit klei het mensenras vervaardigt en het vuur van de goden steelt om aan zijn nieuwe creatie te schenken. Maar zijn daden blijven niet onbestraft. Zeus ketent Prometheus vast op een berg in de Kaukasus, waar dagelijks zijn lever wordt uitgepikt door een adelaar, om daarna weer aan te groeien. Lerares, raadslid en classica Susannah Herman ging tijdens een lezingenavond van Studium Generale en Rijksmuseum Boerhaave op woensdag 10 oktober 2018 dieper in op de klassieke wortels van de moderne Frankensteinmythe.
Na deze verkenning in de Oudheid stond tijdens de lezingenavond juist de erfenis van Frankenstein centraal. Hoewel de eerste recensies van Mary Shelly’s Frankenstein weinig lovend waren, won het boek al snel aan populariteit. John Crocker van de Quarterly Review schrijft: ‘Dit werk presenteert een weefsel van vreselijke en walgelijke absurditeit’. In 1823 werd het werk bewerkt tot toneelstuk en in 1910 verschenen dokter Frankenstein en zijn monster voor het eerst op het doek, in een schokkerig zwart-witfilmpje zonder geluid. Maar de beroemdste verfilming verschijnt in 1931 met Boris Karloff in de rol van het monster. Daarna verschijnen er talloze theater-, film-, muziek- en televisiebewerkingen die de nodige sporen achtergelaten op Shelley’s verhaal. Niet alleen het beeld van het monster veranderde, maar ook de naam van de schepper en zijn creatie vielen steeds meer samen. Zo liet Evert-Jan van Leeuwen, docent aan de Universiteit Leiden, tijdens de lezingenavond zien hoe een onbekend boek uitgroeide tot een iconisch horrorverhaal dat vooral ook door de naoorlogse tegencultuur werd omarmd. Het verhaal vlakte steeds meer af en transformeerde als het ware tot een tienervertolking voor de onbegrepen jeugd. Het beeld van Frankenstein als icoon voor de tegencultuur is gebleven. Het café dat in Laguna Beach in de hippietijd zijn naam kreeg werd mikpunt van verzet voor de omliggende bevolking. Het was een bijzondere avond waar op boeiende wijze werd getoond hoe rijk en gelaagd het verhaal van Shelley is en hoe de invloed van het boek reikt tot in onze tijd.
Vera Weterings