Het Gemeentemuseum in Den Haag organiseert momenteel een tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van Steltman Juwelier. Deze juwelier werd in 1917 opgericht als Joaillerie Artistique. In de tentoonstelling zijn ruim 250 sieraden, zilverwerken, ambachtelijke gipsmodellen en ontwerptekeningen te zien van 1917 tot nu.
Steltman richtte zich in eerste instantie op draagbare sieraden, die in de smaak vielen bij een vermogend, Nederlands publiek. Er was echter ook voldoende ruimte voor artistieke – zoals de naam ‘Artistique’ al doet vermoeden – en avant-gardistische ontwerpen, zoals de sieraden van virtuoos gesneden jade, gemaakt in het interbellum. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden fantasierijke en sierlijke dierfiguren vervaardigd. De moderne creaties volgden vanaf de jaren zestig. Door de jaren heen is het lotusmotief een voor Steltman kenmerkend signatuur geworden. De lotussieraden hebben een hart dat gevormd wordt door een parel of diamant, die prachtig uitkomt tegen een fond van zwart email. Het is een techniek waarmee Johannes Steltman, oprichter van Steltman Juwelier, bekendheid vergaarde maar die tot op de dag van vandaag door Steltman Juwelier wordt voortgezet.
Hoewel je in eerste instantie bij een juwelier aan sieraden denkt, komt in de tentoonstelling ook het interieur van Steltman aan bod. Dit was door de jaren heen een spiegel van de tijd, waarbij door Steltman altijd veel zorg en aandacht aan de vormgeving ervan is besteed. Een van de vroegste interieurs bevatte moderne ontwerpen van Hildo Krop, waaronder rijk gedecoreerde coromandelhouten panelen met ajourgewerkte voorstellingen en vitrinekasten in moderne stijl. Ook hing er de bekende L40 hanglamp met drie buizen van Gerrit Rietveld uit 1922. Een later interieur uit de jaren zestig werd ontworpen door Gerrit Rietveld. Hierin prijkte de bekende ‘Steltman-stoel’, die speciaal voor de juwelier werd ontworpen en, als set van twee, was bedoeld voor aanstaande echtparen bij het uitzoeken van de trouwringen.
Hoogtepunt op de tentoonstelling zijn de stukken met een koninklijke geschiedenis. Steltman draagt al zes generaties lang bij aan de koninklijke juwelencollectie; van verlovingsringen tot persoonlijke cadeaus en aanpassingen aan de koninklijke sieraden. Daarnaast beheert Steltman Juwelier een eigen collectie historische sieraden, waarvan enkele ooit in koninklijke handen waren. Zo is onder andere de ring te zien die prinses Irene ontving voor haar 21e verjaardag van de Federatie Goud en Zilver, de brancheorganisatie voor juweliers. Prinses Irene ontwierp de platinaring zelf, samen met Steltman. In de ring is één van haar lievelingsstenen – een donkere robijn – verwerkt. Een ander topstuk is het theeservies dat door Steltman in 1925 werd ingezonden voor de beroemde Exposition internationale des Arts décoratifs et industriels modernes te Parijs, en waar het werd bekroond met een bronzen medaille. Steltman ontwierp zilveren ontwerpen voor feestelijke gedekte tafels of fraaie interieurs. Het zilverwerk van Steltman werd in de jaren twintig enthousiast omschreven als:
“het fraaiste … wat deze nijverheidskunst in dezen modernen tijd oplevert. In vele opzichten zijn bij de vervaardiging niet de oude platgetreden paden begaan volgens welke jaren lang al deze kostbare artikelen ontworpen werden; het is alles volgens nieuwe lijnen en ontwerpen gemaakt.”
Vera Weterings
De tentoonstelling Haagse chic: Steltman. 100 jaar sieraden & zilver is nog tot en met 18 februari te bezoeken in het Gemeentemuseum in Den Haag.