Recensent Vera Weterings
Natuurschatten. Natuurhistorische collecties in Nederlandse musea, Fred de Ruiter
Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2020
ISBN 9789053455609
Hardcover, met illustraties in kleur en zwart-wit, bronnen, register van persoonsnamen en illustratieverantwoording
224 pagina’s
€ 24,95
Natuurschatten
Natuurhistorische collecties trekken al eeuwenlang onze aandacht. Geen wonder dat de eerste verzamelingen eeuwen geleden zijn ontstaan. Zo had het oudste museum van ons land, het Teylers Museum, al een verzameling stenen en fossielen bij de opening in 1784. Het recent tot museum van het jaar bekroonde Naturalis brengt ook al ruim tweehonderd jaar natuurhistorische collecties bij elkaar. In Natuurschatten is de geschiedenis van natuurhistorische collecties in Nederlandse musea voor het eerst bij elkaar gebracht. In het eerste deel van het boek wordt de natuurhistorische museumsector vanuit een brede historische blik benaderd met aandacht voor het ontstaan van de natuurhistorische verzamelambitie en de instituten waarin deze vorm kreeg. In het tweede deel worden 24 musea gepresenteerd die ofwel geheel gewijd zijn aan een natuurhistorische collectie of die een combinatie van collecties beheren.
Dat natuurliefhebber en auteur Fred de Ruiter een grote passie heeft voor het onderwerp merk je als lezer goed, het enthousiasme spat er op elke bladzijde af. Die persoonlijke verhalen tillen het boek enerzijds uit tot meer dan een geschiedenisles en inventarisatie van de 24 natuurhistorische musea die Nederland nu nog telt. Anderzijds onthoudt De Ruiter de lezer zijn persoonlijke mening niet en hij heeft een soms wat kritische visie die lang niet door elk natuurhistorisch museum gedeeld wordt. Zo vindt De Ruiter dat het natuurhistorische museum voor volwassenen aan het verdwijnen is door de vervlakking die op de loer ligt onder de druk van publiekscijfers. Stichting Nederlandse Natuurhistorische Collecties (SNNC) is het hier niet mee eens. Hoewel musea – niet alleen natuurhistorische – het de afgelopen decennia lastig hebben gehad om hun soms wat stoffige imago af te werpen, is er inderdaad meer aandacht gekomen voor publieke taken en het toepassen van nieuwe, museale presentatievormen. Naast een dergelijk modern doelgroepen- en tentoonstellingsbeleid zijn musea volgens het SNNC echter trouw gebleven aan hun museale kerntaken. Kerntaken zoals collectievorming, collectiebeheer en collection-based-onderzoek die bovendien basis vormen voor alle publieke taken. Wel stelt het SNNC dat juist musea die de afgelopen periode niet met hun tijd zijn meegegaan het moeilijk kregen. Betere afstemming van tentoonstellingen en educatie op een diversiteit aan doelgroepen is wat musea staande heeft gehouden.
Desalniettemin is Natuurschatten een gedegen publicatie waarbij de auteur – ondanks het prijsgeven van zijn persoonlijke mening – erin is geslaagd om de complexe historische ontwikkeling van de sector van natuurmusea op overzichtelijke en aantrekkelijke wijze te bundelen. Zo wordt in het boek duidelijk dat al sinds de oprichting van de eerste natuurhistorische musea het op een wetenschappelijke manier in kaart brengen van de natuur en haar processen niet alleen uit interesse voortkwam, maar ook uit de noodzaak om op een verantwoorde manier met die natuur om te gaan en dit verder te onderzoeken. In de publicatie is ruimschoots aandacht voor publiekslieveling en nationaal museum Naturalis, maar ook genoeg aandacht voor de kleine, onbekende natuurhistorische musea zoals het Geologisch Museum Hofland in Laren en het pittoreske Miramar Zeemuseum in Vledder. Natuurschatten zal dan ook niet alleen menig natuurliefhebber aanspreken, maar ook kennis laten maken met de rijke Nederlandse natuurhistorie aan de hand van tal van wetenswaardigheden.
Vera Weterings