Waarom heeft de gaper zijn mond open? Was hij moe en moest hij gapen? Nee! De gaper heeft een open mond om een medicijn in te nemen. Het feit dat veel gapers ook een grimas hebben is te verklaren doordat het medicijn vies smaakt. De gaper deed vroeger dienst als uithangbord voor apothekers. Vroeger zag je ze dan ook als uithangteken aan de gevels van apotheken en drogisterijen. Veel gapers zijn in uniform gekleed. Deze tendens heeft waarschijnlijk verband met de bestuurlijke ontwikkelingen in de negentiende eeuw. Tot het einde van de achttiende eeuw werd de regelgeving met betrekking tot de verkoop van geneesmiddelen vooral op stedelijk niveau uitgevaardigd. In 1805 verschijnt het eerste landelijke voorschriftenboek voor apothekers. De gapers in uniform representeren hoogstwaarschijnlijk de controle op de verkoop van geneesmiddelen in deze periode. Naast gapers in uniform zie je ook veel gapers in oosterse kledij, dat is een verwijzing naar de herkomst van de grondstoffen voor geneesmiddelen van buiten Europa.
In Rijksmuseum Boerhaave sieren diverse gapers de tentoonstelling Op recept, 350 jaar medicijnen. In de tentoonstelling ontdek je de geschiedenis van vier eeuwen medicijnontwikkeling. Op recept vertelt het verhaal van de ontwikkeling van de ouderwetse apotheek naar de huidige farmacie. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door Merck, 's werelds oudste farmaceutische concern. Zo gaat de historie van het bedrijf terug tot 1668 toen Friedrich Jacob Merck een verzoek tot privilege aan zijn landsheer stuurde om een apotheek te openen. Nadat hij toestemming had gekregen opende hij zijn apotheek op 26 augustus 1668 in Darmstadt in Duitsland.
In de tentoonstelling leert de bezoeker het verhaal van de zeventiende-eeuwse kruidenmengsels naar de chemische industrie en biotechniek van vandaag. Aan de hand van binnen- en buitenlandse objecten krijgen bezoekers zo een beeld van vier eeuwen medicijnontwikkeling. Zo zijn in de tentoonstelling diverse simplicia te zien. Dat zijn farmaceutische grondstoffen om geneesmiddelen mee te bereiden die al in de zeventiende eeuw door apothekers werden gebruikt. In de tentoonstelling is onder meer een lade te zien van een grote verzameling simplicia afkomstig van de Amsterdamse stadsdokter Hendrik de Bosch (1720-1777). Daarnaast zijn ook diverse Delfts blauwe tegels te zien met daarop apothekers die staan te stampen in een grote vijzel. Op deze manier bereidde de apotheker vroeger de ingrediënten voor die werden gebruikt om de geneesmiddelen samen te stellen.
In de negentiende eeuw kocht de apotheker ingrediënten en maakte hier zelf een kneedbare massa van. Hij verwekte de massa zelf tot poeder, pil of drank. Met een pillenplank rolde hij de pillenmassa tot slangetjes die met het losse mes in gelijke stukjes werden verdeeld. In de tentoonstelling zijn ook diverse pillenplanken te zien net als verschillende majolica apothekerskannen. Aardewerken kannen zoals deze stonden samen met apothekerspotten in rijen opgesteld in de apothekerskast. Zo bewaarde de apotheker zijn geneesmiddelen en ingrediënten, zoals bijvoorbeeld een siroop en sap van de andijvieplant. Dit sap werkte ‘openend, bevochtigend en verkoelend’.
Ook is er op de tentoonstelling aandacht voor nieuwe technologieën die bij nadere bestudering helemaal niet zo nieuw blijken te zijn. Zo werken de beeldschermen van moderne apparaten zoals smartphones en televisies met behulp van vloeibare kristallen. Deze bijzondere stoffase werd in 1888 per toeval ontdekt door de Oostenrijkse botanicus Friedrich Reinitzer (1857-1927) die onderzoek deed naar de kleurstoffen in gele wortels en hiervan de chemische samenstelling wilde bepalen. Nu nog steeds ontwikkelen onderzoekers nieuwe materialen om beeldschermen scherper en sneller te maken. Op de tentoonstelling leer je ook meer over de huidige farmacie. Aan de hand van video’s van professor Toine Pieters kom je meer te weten over de werking van geneesmiddelen en bezoekers kunnen zelf op de foto met een gaper: 'n gaapfie!
Vera Weterings
De tentoonstelling Op recept, 350 jaar medicijnen is nog tot en met 30 april 2019 te bezoeken in Rijksmuseum Boerhaave.