Recensent: Wouter van Dijk
Opstaan in het Lloyd Hotel, Lodewijk Asscher i.s.m. Michiel Zonneveld
Uitgeverij Podium, Amsterdam 2019
ISBN: 9789057599194
Paperback, met bibliografie en register
235 pagina’s
€ 22,50
Over de drijfveren van PvdA-voorman Lodewijk Asscher
Lodewijk Asscher is als de politiek leider van de PvdA een van de kopstukken van de Nederlandse politiek. Na een glansrijk wethouderschap in Amsterdam werd hij door de sociaaldemocraten naar Den Haag gehaald als politiek wonderkind. Die glans verdween echter al snel toen hij namens de partij als Vicepremier en Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid plaatsnam in het voor de PvdA noodlottig gebleken kabinet Rutte II. Het dieptepunt kwam toen hij na afloop van dat kabinet met kameraad Diederik Samsom in de ring trad om het lijsttrekkerschap van de partij, hetgeen een electorale afstraffing niet kon voorkomen.
In het boek beschrijft Asscher met behulp van co-auteur Michiel Zonneveld hoe hij ertoe gekomen is de politiek in te gaan en hoe hij hoopt van Nederland een land te maken waarin het prettiger leven is. Zijn verhaal is een verhaal over idealen en het stemt hoopvol dat personen met zulke drijfveren in het huidige politieke klimaat nog steeds in het parlement aanwezig zijn. Je zou het haast vergeten met al die rechts-populisten die overal ter wereld aan de stoelpoten van de democratie zagen. Naast zijn politieke verhaal met ideeën over een grotere kansengelijkheid en eerlijker welvaartsverdeling vertelt Asscher ook een persoonlijk verhaal, over de band met zijn vader en de gitzwarte rol die de Tweede Wereldoorlog en Holocaust in de geschiedenis van de familie gespeeld hebben. Rode draad door het boek zijn de verkiezingen van 2017, waarbij Asscher een reconstructie geeft van de verkiezingscampagne en nasleep van deze voor de PvdA zo rampzalig verlopen verkiezingen. Daarbij schuwt hij geenszins de kritiek op zichzelf en zijn partij, geheel in PvdA-traditie. Ook Asscher is nu, net als veel critici, van mening dat het regeren met de VVD in Rutte II geen verstandige zet is geweest. Achteraf is het echter gemakkelijk praten.
Hoopgevend is Asschers afkeer van marktwerking in publieke diensten zoals de zorg. Nadat ook de PvdA jarenlang privatisering van publieke functies als onvermijdelijk zag, is daar de laatste jaren een kentering in gekomen. Het is te hopen dat Asscher de komende jaren mogelijkheden ziet om deze neergaande beweging naar publieke armoede te stuiten. Zijn succesverhaal over het torpederen van de privatisering van Schiphol in zijn tijd als wethouder van Amsterdam laat zien dat de privatisering wel degelijk een halt kan worden toegeroepen.
Asschers warme pleidooi voor een hernieuwde beteugeling van de losgeslagen (kapitaal)markt is daarbij klassiek sociaal-democratisch. Dat kan helpen het verbleekte profiel van de PvdA weer op te poetsen. Een ander interessant streven in dit kader is Asschers voorstel de grondspeculatie aan banden te leggen, die wonen en leven in grote steden als Amsterdam voor normale mensen onmogelijk heeft gemaakt. Zijn verwijzing naar de plannen rondom de grondpolitiek van het kabinet Den Uyl in 1977 laat zien dat veel sociaal-democratische ideeën van decennia geleden helaas ook nu nog zeer actueel zijn. Asscher pleit voor meer verbeelding in het politiek vormgeven van ons land. Visie en idealisme zijn veel te lang afwezig geweest in het kortzichtig op de winkel passen en regeren met een kruideniersmentaliteit dat veel van de kabinetten van de afgelopen twee decennia kenmerkte. Het ontvouwen van brede horizonten over waar we met ons land naartoe willen is tegenwoordig not done, het wordt echter hoog tijd dat er in politiek Den Haag weer wat verder vooruitgekeken wordt dan de eerstvolgende opiniepeiling. De verbeelding aan de macht, zo werd het kabinet Den Uyl in de jaren zeventig ook wel omschreven. Wat meer verbeelding bij de politici van nu zou het land ten goede komen. Hopelijk kan Lodewijk Asscher ze daarin het goede voorbeeld geven.
Wouter van Dijk