Adrian Goldsworthy was afgelopen weekend in Nederland om te vertellen over zijn nieuwste boek Pax Romana, dat afgelopen week in Nederlandse vertaling verscheen. Goldsworthy was vorig jaar rond deze tijd ook in Nederland, toen naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van zijn biografie over Augustus, inmiddels een wereldwijde bestseller. Ik had toen de eer om hem te interviewen in het Embassy Hotel in Amsterdam. Hij vertelde toen vol passie over zijn nieuw te verschijnen boek Pax Romana. Inmiddels is dit boek gepubliceerd en presenteerde hij de Nederlandse editie afgelopen weekend in het Rijksmuseum van Oudheden en in Athenaeum Boekhandel in Amsterdam.
Al voordat de Romeinenweek begon, was de Britse historicus Adrian Goldsworthy in Leiden bij het Rijksmuseum van Oudheden te gast om te vertellen over zijn boek Pax Romana. De Pax Romana is vermaard vanwege de opzienbarend lange periode van vrede en stabiliteit in de Oudheid. Deze vrede was echter afgedwongen door oorlog en betekende de facto complete overheersing. De Romeinen waren agressief en meedogenloos en de handhaving van deze vrede kostte onnoemelijk veel doden en betekende voor velen slavernij. In Pax Romana gaat Goldsworthy op zoek naar wat vrede in de periode van het Romeinse Rijk daadwerkelijk betekende. De vraag die als rode draad door het boek loopt, is of het Romeinse Rijk wel zo vredevol was als de huidige betekenis van ‘vrede’ doet vermoeden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden behandelt Goldsworthy ook de manier waarop het leven in verschillende streken veranderde nadat de Romeinen kwamen. Hij geeft antwoord op verschillende vragen, zoals: hoe vredevol was het voor hun komst?; Hoe sloegen de Romeinen kleine opstanden neer voor die konden ontaarden in een echte revolutie?; hoe gaven de Romeinen de overwonnenen volken het gevoel gaven dat ze onderdeel van het rijk waren? Griekse filosofen beschreven oorlog als een normale status die af en toe werd onderbroken door vrede, dit beeld is tegenwoordig juist andersom.
Het is opvallend dat vele plaatselijke leiders en groepen de confrontatie met de Romeinen niet aan gingen, maar zich als bondgenoten vrijwillig met hen inlieten. Waarom? Rome was groot en machtig en een nuttige bondgenoot tegen vijandige buren. De Romeinen werden als onbekende nieuwkomers niet gehaat, maar de plaatselijke vijandige stammen waar men al sinds mensenheugenis mee samenleefde wel. De Romeinen waren volgens Goldsworthy immers ook te ver weg om je druk over te maken. Er zijn wel opstanden geweest in de jaren na het begin van de Romeinse overheersing, neem bijvoorbeeld de opstand van Civilis of Boudicca, maar geen continue rebellie in bepaalde streken.
Niet alleen in Leiden maar ook in Amsterdam werd Pax Romana gepresenteerd en wel op de eerste dag van de Romeinenweek en tevens Independent Bookstoreday, 29 april, in Athenaeum Boekhandel aan het Spui. Hier gaf Goldsworthy niet alleen een inleiding op zijn boek, maar werd hij ook geïnterviewd door Hendrik Spiering, chef wetenschappen van NRC en betrokken bij de Grote Geschiedenisquiz. Tijdens zijn presentatie legde Goldsworthy de nadruk op de taak van de historicus: als historicus kun je niet zwart-wit denken, iets is niet goed of fout. Het is de taak van een historicus om uit te leggen wat er gebeurde, de lezer kan vervolgens zelf een oordeel vellen. Daarnaast werd tijdens de presentaties van Goldsworthy zowel op vrijdag als op zaterdag de vraag gesteld welke lessen we kunnen leren van de Pax Romana. Volgens Goldsworthy is dat erg lastig, het Romeinse Rijk was immers uniek, net als de manier van het vermengen van de cultuur middels het romaniseren én het feit dat de Romeinen anders dan vele veroveraars veel overlieten aan de regionale bureaucratie.
Na Pax Romana werkt Goldsworthy aan een dubbelbiografie over Philip II en Alexander de Grote. Daarnaast verschijnt in juni zijn eerste historische roman over de Romeinen: Vindolanda. Toen ik hem de vorige keer sprak was hij nog druk bezig deze roman te schrijven. Eerder publiceerde hij al wel verschillende historische romans over de periode van Wellington en Napoleon. Vindolanda gaat over Romeins Brittannië. Goldsworthy vertelt over het schrijven aan dit soort historische romans dat hem direct opviel hoe weinig historische kennis we eigenlijk hebben. We weten zo veel niet waar je niet meteen bij stil staat als je met historisch onderzoek bezig bent, denk bijvoorbeeld aan het eten, de kleding, de alledaagse zaken. Als je over Caesar of Augustus nadenkt dan doen dat soort zaken er niet echt toe, maar voor het reconstrueren van een tijd vormen juist dit soort zaken de basis. Voor zijn eerste historische roman over de Romeinen gebruikt Goldsworthy verhalen van de Vindolanda rollen en vult hij de gaten in de geschiedenis op met zijn eigen verbeelding.
Vera Weterings