Recensent: Vera Weterings
Scheffer - Renan - Psichari: Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis 1815-1914, Henk Wesseling
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2017
ISBN: 9789044633849
Gebonden, met stofomslag, geïllustreerd in kleur en zwart-wit, chronologie, notenapparaat, bronnen en literatuur
347 pagina’s
€ 24,99,-
Scheffer - Renan - Psichari: Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis 1815-1914
Prof. dr. H.L. Wesseling is emeritus hoogleraar algemene geschiedenis in Leiden. Hij is gespecialiseerd in zijn geliefde onderwerp Frankrijk. Het is ook Wesseling geweest die koning Willem-Alexander destijds begeleidde bij zijn doctoraal scriptie over De Gaulle en diens houding ten opzichte van de NAVO. Zelf schreef hij zijn doctoraalscriptie over Ernest Psichari, net als zijn latere proefschrift: Soldaat en krijger (1969). Hierna volgden vele boeken over de Franse geschiedenis, waaronder De man die nee zei: Charles de Gaulle, 1890-1970 (2012) en Vele ideeën over Frankrijk (1987). Delen van die boeken heeft Wesseling ook – zij het in aangepaste vorm – gebruikt voor zijn nieuwste boek Scheffer – Renan – Psichari: Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis 1815-1914.
De Amerikaanse schrijver John Irving schreef ‘Voor de geschiedenis heb je een camera nodig met twee lenzen – een voor de opnamen van verre en een voor de close-ups’. Die beide camera’s heeft Wesseling voor zijn boek gebruikt. Desondanks is de ondertitel ‘cultuur- en familiegeschiedenis’ toch wat misleidend. Hoewel Wesseling in zijn boek wel degelijk ingaat op hoe de drie families Scheffer, Renan en Psichari met elkaar verstrengeld waren door huwelijken en familiebanden, is een ‘familiegeschiedenis’ hiervoor een groot woord. Wesseling behandelt de drie hoofdpersonen – de Nederlands-Franse schilder Ary Scheffer, de intellectueel Ernest Renan en de katholieke en nationalistische militair Ernest Psichari – als unieke individuen. Hij noemt wel dat Ernest Psichari de kleinzoon is van Ernest Renan, die weer getrouwd was met een nichtje van Ary Scheffer, maar gaat verder niet dieper in op hun stamboom – die overigens wel te vinden is aan de binnenzijde van de kaft van het boek.
Ook het woord ‘cultuurgeschiedenis’ in de ondertitel dekt slechts deels de inhoud aangezien Wesseling de lezer net zo uitgebreid laat kennismaken met de politieke als culturele geschiedenis van Frankrijk. Zijn boek is dan ook veel meer een geschiedenis van de lange Franse negentiende eeuw: de periode van de Franse Revolutie (1789) tot de Eerste Wereldoorlog (1914). Wesseling plaatst zijn hoofdpersonen in hun tijd en schetst hiermee een duidelijk beeld van de rol van Frankrijk in Europa.
Het boek is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel behandelt de periode van de Franse Revolutie tot het revolutiejaar 1848 en gaat kort in op de carrière van Scheffer. Hoewel Scheffer goed bevriend was met het Huis van Orléans dat na de Julirevolutie van 1830 aan de macht kwam en is zijn levensgeschiedenis nauwelijks in de grote lijnen van de Franse geschiedenis vervlochten. Er wordt pas meer verteld over zijn persoonlijke geschiedenis aan het einde van het eerste deel.
Het tweede deel is opgehangen aan de levens van Ernest Renan en zijn naar hem vernoemde kleinzoon, Ernest Psichari. In dit deel zijn de politieke en culturele ontwikkelingen in Frankrijk meer verbonden met de persoonlijke geschiedenissen. Zo schrijft Wesselig over Renan, die werd opgeleid tot priester maar van zijn geloof afviel en het katholicisme verruilde voor de wetenschap en in 1863 doorbrak met zijn controversiële boek La vie de Jesú. Dit boek was in zijn tijd controversieel omdat hij Jezus beschreef als bijzonder mens, maar wel slechts als mens en dus ontdaan van alle goddelijkheid. Ironisch is dat zijn kleinzoon Psichari zich juist bekeerde tot het katholicisme. Ook zijn felle nationalistische trekjes komen in Wesselings boek goed naar voren.
Al met al heeft Wessling in zijn boek op bijzonder fraaie wijze de geschiedenis van de Franse negentiende eeuw opgetekend. Zoals we van hem gewend zijn schrijft hij een levendige geschiedenis vol boeiende anekdotes. Het boek is dan ook een mooie aanvulling geworden op het oeuvre van deze francofiel.
Vera Weterings