Tegen totalitarisme, George Orwell

Recensent: Wouter van Dijk

Tegen totalitarisme. Essays over politiek en literatuur, George Orwell
Vertaald en ingeleid door Thomas Heij

ISVW Uitgevers, Leusden 2021
ISBN: 9789083121505

Hardcover
196 pagina’s
€ 24,95

Essays van George Orwell

George Orwell was misschien wel de grootste politieke schrijver van de twintigste eeuw. Zijn boeken Animal Farm en Nineteen Eighty-Four behoren tot de bekendste werken over dictatuur wereldwijd. Naast zijn romans schreef Orwell veel meer. Voornamelijk essays, columns en boekrecensies. In dit boek bracht vertaler Thomas Heij een aantal van deze stukken samen die als gemeenschappelijke deler Orwells interesse voor politiek en literatuur hebben. Ze zijn geschreven in de jaren veertig, de periode waarin Orwell als schrijver en politiek observator het meest tot wasdom was gekomen maar ook de laatste periode van zijn leven. Orwell zou in 1950 sterven aan tuberculose.

In zijn geschreven werk wijst Orwell bij herhaling op de gevaren van totalitarisme. Hij ageerde voortdurend tegen de de dictatoriale regimes van zijn tijd, ter linker- en rechterzijde, die de individuele vrijheid van mensen vertrapten. Interessant in dat opzicht is de positie van de literatuur onder dictatoriaal bewind, die hij in het boek beschrijft in zijn radiotoespraak voor de BBC in 1941. Orwell stelt daar dat literatuur in waarlijk dictatoriale landen niet kan bestaan, omdat daar de machthebbers van hun bevolking eisen hun gevoelsleven naar believen te wijzigen. Waar Duitsers van Hitler de Russische communisten moesten haten, diende dat op slag te veranderen toen Duitsland en Rusland in 1939 een verbond sloten. Omdat volgens Orwell waarachtige literatuur pas kan ontstaan wanneer de schrijver de waarheid van wat hij of zij schrijft ook echt voelt, is dat in een dictatuur niet mogelijk.

Ook Orwells kritiek op H.G. Wells, een tijdgenoot van hem, is het lezen meer dan waard. Wells kwam eind negentiende eeuw bekend te staan als ‘profeet’ van de toekomst. Allerlei ontwikkelingen die hij in zijn romans beschreef werden werkelijkheid. Zo niet zijn utopische droom van een wereldregering die ervoor zou zorgen dat oorlog tot het verleden zou behoren. Orwell bekritiseert Wells op zijn naïef positieve kijk op de wereldpolitiek. Het gaat er niet om of Wells gelijk zou hebben met zijn ideeën over wat een betere wereld zou bewerkstelligen, het gaat erom hoe die te bewerkstelligen. En daar had Wells volgens Orwell geen antwoord op. Dat lag er volgens hem aan dat Wells een typisch kind van het wetenschappelijke revolutie in de negentiende eeuw was, die in de wetenschap een baken van vooruitgang bleef zien maar blind was geworden voor de duistere irrationele en gewelddadige kanten van de mens. Deze kant werd door de fascistische regimes in Duitsland, Italië maar ook in Spanje, Portugal en de Sovjet-Unie volop gemanipuleerd, en met succes.

Helder taalgebruik is een ander stokpaardje van Orwell. Hij had een hekel aan wollig geformuleerde zinnen en een overdaad aan metaforen in geschreven tekst. Ook daarover schrijft hij in deze bundel. Een ander voorbeeld van het belang dat Orwell hecht aan helder taalgebruik is zijn column over de vraag wat fascisme is, uit 1944. Hij wijst daarin op het zeer uiteenlopende gebruik van de aanduiding fascisme of fascistisch, door alles en iedereen van hetgeen hij of zij negatief beschouwd. Door het onzorgvuldig gebruik van de term raakt de betekenis verwaterd, wat gevaarlijk kan zijn als met het begrip werkelijk gewaarschuwd wordt voor een bedreiging van de democratische rechtsstaat. Eenzelfde drang om zorgvuldig te formuleren vinden we in het essay over vormen van nationalisme, waar Orwell verschillende uitingen hiervan onderscheidt en, belangrijker, een onderscheid maakt tussen nationalisme dat voortkomt uit een negatief beeld van ‘de ander’, en patriottisme, een gezond gevoel van vaderlandsliefde, dat niet destructief is zoals nationalisme maar een positieve en opbouwende connotatie en betekenis heeft.

Dat Orwell naast zijn politiek vlijmscherpe werk ook erg geestig kon schrijven, blijkt uit zijn artikel over boeken en sigaretten. Daarin weerlegt hij de aanname dat het kopen en lezen van boeken een duurdere bezigheid zou zijn dan roken. Hij hangt daarvoor aan al zijn boeken een prijskaartje, en deelt boeken daarbij in in rubrieken als ‘gekocht’, ‘gekregen’, maar ook ‘tijdelijk geleend’ en ‘geleend en niet teruggegeven’.

Orwell beschouwde zichzelf als een sociaaldemocraat. Hij zag in het waarborgen van de individuele vrijheid van mensen in combinatie met een democratische sterke overheid die ervoor zorgde dat ieder mens zich kon ontplooien en zorgdroeg voor een sociaal vangnet de beste manier om de samenleving in te richten. Vanuit dat wereldbeeld beschreef hij ook zijn toekomstvisie op een sociaaldemocratische Verenigde Staten van Europa, als uitweg tussen de extremen van kapitalisme en communisme die aan het begin van de Koude Oorlog het alternatief waren. Het gevaar van totale vernietiging door een atoomoorlog hing aan het einde van de jaren veertig als reëel scenario in de lucht. Het ideaal van een Europese unie is inmiddels deels gerealiseerd, sociaaldemocratisch is die echter niet geworden. Een belangrijke reden van veel van de problemen waar het samenwerkingsverband tegenwoordig mee kampt.

Als er iets blijkt uit deze verzameling van geschreven werk van George Orwell is het wel dat zijn werk nog altijd actueel is. Met zijn uiteenrafeling van totalitaire misleidingstechnieken als verspreiding van desinformatie, persoonsverheerlijking en het wijzen naar ‘de ander’ als bron van alle kwaad kan de lezer zich wapenen tegen technieken die ook tegenwoordig nog volop worden ingezet op de rechter politieke flank. Orwells brede kijk op literatuur, politiek en samenleving en zijn vaardige pen maken dat zijn stukken ook vandaag te dag nog zeer genietbaar zijn. Vertaler Thomas Heij heeft ervoor gezorgd dat de heldere en directe schrijfstijl van Orwell ook in het Nederlands volledig overeind blijft. Laten we hopen dat diens werk op deze manier zijn weg vindt naar weer een nieuw lezerspubliek.  

Wouter van Dijk