Verborgen boeken, Arjen Fortuin, Hugo van Doornum, Willem van Toorn

afbeelding Verborgen boeken vera weteringsRecensent: Vera Weterings

Verborgen boeken. Em. Querido's Uitgeverij tijdens en na de bezetting, Arjen Fortuin, Hugo van Doornum, Willem van Toorn

Uitgeverij Querido, Amsterdam/Antwerpen 2015
ISBN: 978 90 214 5808 3

Hardcover
140 pagina’s
€ 18,99

 

Verborgen boeken

Em. Querido’s Uitgeversmaatschappij werd in 1915 opgericht, inmiddels bestaat de uitgeverij honderd jaar. Tot voor kort ontbraken belangrijke bladzijden uit de geschiedenis van de uitgeverij. Zo is het jarenlang onduidelijk geweest hoe de uitgeverij de Tweede Wereldoorlog precies doorkwam, en vooral ook hoe het bedrijf direct na de oorlog weer boeken kon uitgeven. De bronnen rondom de uitgeverij waren spaarzaam. Emanuel Querido had niet veel persoonlijke documenten achtergelaten en een deel van het archief van de uitgeverij was in mei 1940 vernietigd om het uit handen van de bezetter te houden. Dit waren met name de delen van het archief die betrekking hadden op Querido Verlag en op het werk van linkse en antifascistische schrijvers. Echter, een recente vondst maakte nieuw onderzoek mogelijk. Deze vondst werpt licht op een belangrijke episode uit de geschiedenis van de honderdjarige uitgeverij.

Willem van Toorn zocht in 2012 contact met Wouter van Oorschot, de zoon van Geert van Oorschot. Geert was Querido’s bedrijfsleider in de oorlogsjaren. Wouter vond in een kast een plastic zak met ‘talloze zakelijke bescheiden van Querido en zijn vrouw erin, van heel vroeg tot diep in 1942. Daaronder testamenten, paspoorten, koopakte huis Laren, correspondentie met de roofbank Lippmann enz. enz.’ Wouter over de vondst:

“Het was alsof de jodenvervolging samengebald in deze twee mensen recht voor je neus op tafel ligt” (p. 31)

De plastic zak vormt een rijke bron, met documenten variërend van niet-uitgeknipte jodensterren tot correspondentie met de Joodsche Raad, Portugeesch- Israëlitische Gemeente en Gemeente Laren, van een aanmaning Personele Belasting tot financiële overzichten en van testamenten tot kladhandschriften. Hoe de documenten ooit bij Geert van Oorschot zijn gekomen, en waarom hij ze nooit aan de erfgenamen heeft overhandigd, blijft een raadsel. Wel wordt dankzij de gevonden documentatie een hoop duidelijk over hoe Em. Querido’s Uitgeversmaatschappij tijdens en na de oorlog heeft kunnen voortbestaan. In Verborgen boeken  beschrijft Willem van Toorn de geschiedenis van Querido Verlag, waarin Duits-joodse schrijvers vanaf de jaren dertig hun werk konden publiceren. Arjen Fortuin belicht de rol van Geert van Oorschot als zaakwaarnemer in oorlogstijd en Hugo van Doornum schetst de jaren na de bezetting ,toen Querido’s rechterhand Alice van Nahuys onverwacht de leiding nam.

Querido onder Geert van Oorschot

Geert van Oorschot tekende op 31 augustus 1942 een contract, waarmee hij voor vijf jaar als bedrijfsleider aan Querido verbonden zou zijn. De nieuwe bedrijfsleider had drie taken: hij moest zorgen dat het ‘kaltgestellte’ joodse personeel te eten kregen, hij moest beletten dat er ook maar één besmet boek verscheen en had de taak om voor de vaste auteurs te zorgen, die in die jaren niet konden publiceren. Zo maakte Van Oorschot bijvoorbeeld 1033,68 gulden over aan Siegfried E. Van Praag, de jood Van Praag had in 1939 in Pension Wessels het leven van joodse migranten in Amsterdam beschreven. In de oorlogsjaren werd enorm veel emigrantenliteratuur zwart verkocht tegen krankzinnige prijzen. Van Oorschot rommelde en ritselde zich de oorlogsjaren door, genietend van de mogelijkheden die hem werden geboden, maar zich ook steeds bewust van zijn taken.

Gedurende de oorlog kwam naast Van Oorschot Reinier van Houten in de leiding van Querido. Van Houten was aangesteld als Verwalter, zaakwaarnemer. Hoewel Verwalters over het algemeen zaken leeg vraten, deed Van Houten dat niet. Wel was Van Houten een nationaalsocialist van het eerste uur en halverwege 1944 zette Van Houten de liquidatie van Querido in gang en eiste politieman Schmidt de voorraden op. Van Oorschot vertelde prachtige verhalen over deze gebeurtenis. Zo zouden de Duitsers een vrachtwagen met een deel van de boeken naar het hoofdbureau van de politie aan de Marnixstraat hebben gebracht en een ander deel naar de Herengracht, bij een joodse speelgoedhandelaar. Op de voor Verwalter Reinier van Houten opgemaakte liquidatiebalans van Querido wordt het boekenbezit van de uitgeverij gewaardeerd op een schamele vierhonderd gulden. Die vierhonderd gulden stak schril af bij de vijftienduizend gulden die nog als voorraad stond vermeld op de balans eind 1943. Querido maakte na de bevrijding een verbijsterend snelle herstart. Op 4 juni 1945 werd de balans weer opgemaakt en na het leeghalen van de geheime bergplaatsen, bleek er maar liefst 17.593 gulden in kas te zijn.

Na de bevrijding

In het Nieuwsblad voor den Boekhandel verscheen op 28 juni 1945 de korte advertentie: ‘Heropend: hiermede berichten wij dat van heden af onze zaak weer geopend is. Ons kantoor is gevestigd SINGEL 262.’ De advertentie werd geplaatst door Alice van Nahuys die vanaf de oprichting van Querido betrokken was geweest bij de uitgeverij en in de loop der jaren een onmisbare partner bleek, zowel zakelijk als privé, voor Emanuel Querido. Vanwege haar joodse grootouders was zij in de oorlogsjaren teruggetreden uit het bedrijf en had zij zich teruggetrokken in Laren. Na de oorlog nam Alice van Nahuys de positie van uitgever-directeur als vanzelfsprekend op zich. Was dit echter ook wat Emanuel Querido in gedachten had?

Querido lijkt bijna planmatig te werk te zijn gegaan om zijn uitgeverij en zijn vermogen te redden uit de klauwen van de bezetter. Zo zocht hij mazen in de Duitse wetten en verkocht hij in het eerste oorlogsjaar al zijn aandelen (50%) aan zijn vriend Tom van Blaaderen. Van Blaaderen fungeerde voor Querido als een soort stroman. Voor zijn persoonlijk bezit wijzigde hij in 1941 zijn testament en maakte hij in plaats van zijn zoon Arie zijn kleinkinderen Lotte en Jacob erfgenamen. Hij was tot deze kunstgreep gedwongen omdat zijn zoon op dat moment nog een ‘voljood’ was en daarom niet van zijn joodse vader mocht erven. Omdat Arie met een niet-joodse vrouw getrouwd was, konden Lotte en Jacob wel als erfgenamen worden vastgelegd. Ook gebeurde er iets merkwaardigs, Alice van Nahuys kreeg als ‘pleegdochter’ 25 aandelen, terwijl Querido zijn aandelen een jaar eerder aan Van Blaaderen had verkocht. Van Blaaderen had de helft van de 50 aandelen betaald met contant geld en de andere helft afgekocht met een schuldbekentenis, deze 25 aandelen waren bestemd voor Van Nahuys.

In Verborgen boeken maakt Van Doornum de wirwar van aandelentransacties, schuldbekentenissen, testamenten en schenkingen overzichtelijker door aan het verhaal een chronologisch en puntsgewijs overzicht toe te voegen. Uiteindelijk kon de uitgeverij zo onder leiding van Van Nahuys komen. De oorlogsgeschiedenis heeft er toe geleid dat de uitgeverij het onderwerp van de oorlog niet commercieel wil exploiteren, een uitgave over de Tweede Wereldoorlog moest voor Querido een zeker educatief karakter bezitten.

De drie auteurs zijn er in Verborgen boeken in geslaagd om de geschiedenis van de uitgeverij tijdens en kort na de bezetting aan de hand van nieuwe bronnen levendig te reconstrueren. Tijdens het honderdjarig bestaan kan de uitgeverij zich geen mooier geschenk wensen dan een ‘vergeten tas’ met een schat aan informatie over de oorlogsjaren van de uitgeverij. Het bestuderen van deze vondst heeft geleid tot deze bijzonder gedetailleerde optekening van een verloren hoofdstuk uit de geschiedenis van de uitgeverij. Ook biedt het werk inzicht in de complete geschiedenis van Emanuel Querido’s Uitgeverij. De teruggevonden documenten zijn inmiddels ondergebracht bij het NIOD (collectie 248-2471).

Vera Weterings