Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam

547Van Gogh Amsterdam voorplat webRecensent: Vera Weterings

Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam, Nienke Denekamp

Uitgeverij THOTH in samenwerking met Stadsarchief Amsterdam, Bussum 2015
ISBN 978 90 6868 692 0

Paperback met flappen, illustraties in kleur en zwart-wit, stamboom, literatuur, register
80 pagina’s
€ 14,95

400 dagen in Amsterdam

’T Is een mooie stad hier, wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien. (12 juni 1877, brief van Vincent Van Gogh aan Theo van Gogh)

Bovenstaand citaat is afkomstig uit een van de vele brieven die Vincent van Gogh vanuit Amsterdam aan zijn broer Theo stuurde. Deze brieven vormen het uitgangspunt voor de tentoonstelling Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam en de gelijknamige tentoonstellingspublicatie. Zo krijgt de lezer een inkijkje in het Amsterdam van Van Goghs tijd. Niet alleen aan de hand van zijn brieven, maar ook met behulp van archiefmateriaal zoals registers, brieven van anderen en veel beeldmateriaal maakt de lezer kennis met de stad zoals Van Gogh die zag. Het Amsterdam tussen 1873 en 1885, een interessante periode waarin de stad zich probeerde te herstellen van een kleine eeuw stilstand en verpaupering na de Franse tijd.

Vincent van Gogh verbleef ruim een jaar in Amsterdam, waar hij verschillende familieleden had wonen. Van Gogh woonde bij de op één na oudste broer van zijn vader, oom Jan, toen hij theologie studeerde en nog niet wist dat hij schilder wilde worden. Ook kwam hij over de vloer bij zijn vaders jongste broer, oom Cor, met vrouw en drie kinderen die ook woonachtig waren in Amsterdam. Tot slot woonde de familie Stricker in Amsterdam: tante Mina, een zus van zijn moeder, met haar man dominee Johannes Paulus Stricker en hun drie kinderen waaronder dochter Kee.

Journalist en tekstschrijver Nienke Denekamp deed research naar de periode waarin Van Gogh in onze hoofdstad woonde. Denekamp schreef eerder mee aan De grote Van Gogh atlas. Ze licht verschillende passages uit dit verblijf in Amsterdam uit aan de hand van de brieven van Van Gogh. Hieronder een overzicht van de kortere en langere verblijven van Van Gogh in Amsterdam. Opgeteld verbleef Van Gogh ruim vierhonderd dagen in Amsterdam, vandaar de titel Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam.

26-27 januari 1873: Museumbezoek aan onder meer het Trippenhuis
2 maart 1873: Bezoek aan tentoonstelling in Arti et Amicitiae
18-19 maart 1877: Familie- en museumbezoek
14 mei 1877 – 5 juli 1878: Woont bij Oom Jan op de Marinewerf, vooropleiding studie Theologie
24-27 november 1881: Verliefd op nicht Kee Vos
6-8 oktober 1885: Bezoek aan het nieuwe Rijksmuseum

De hoofdstukken in de tentoonstellingspublicatie zijn chronologisch opgesteld en behandelen specifieke onderdelen of passages uit Van Goghs verblijf in Amsterdam. Van Gogh woonde in zijn leven op meer dan twintig verschillende plekken in Nederland, Engeland, Frankrijk en België. Wat al deze plaatsen met elkaar gemeen hadden, was dat hij uiteindelijk overal weer weg wilde en overal ontdekkingstochten ondernam. Dit deed hij ook toen hij zijn intrek nam in de commandantswoning op het Marineterrein van oom Jan. Zodra Van Gogh de poort van de werf uitstapte, bevond hij zich op de Buitenkant, een kade die van het Kattenburgerplein naar de Haarlemmersluis loopt en tegenwoordig vernoemd is naar Prins Hendrik. In de reisgidsen van dat moment gold een wandeling langs de bedrijvige Buitenkant als toeristisch hoogtepunt dat in een zin genoemd werd met een bezoek aan het Rijksmuseum, het Paleis op de Dam en het Tolhuis in Noord. Tijdens Van Goghs wandelingen door de Buitenkant zag hij overal schilderijen. Zo was de Buitenkant bij maanlicht ‘vol van M. Maris’ en een binnenplaats deed aan August Allbé denken. De oude, sombere straten met apotheken, drukkerijen, winkels van zeekaarten en magazijnen voor scheepsproviand in de buurt bij de Warmoesstraat deden hem denken aan het werk van Charles-François Daubigny. Verder leek een koster weggelopen van een houtgravure van Alfred Rethel en een oud vrouwtje in een kerk kende Van Gogh van een ets van Rembrandt. Opvallend is dat Van Gogh overal in Amsterdam te schilderen onderwerpen zag en deze ook levendig beschreef in zijn brieven, maar zelf niet op het idee kwam om te schilderen. Er zijn slechts twee tekeningen bekend uit het jaar waarin Van Gogh in Amsterdam woonde. De ene tekening was een reproductie van de prent Wintertijd, ook in ’t leven van Jozef Israëls en de andere tekening was een schetsje van de Bijbelse spelonk Machpela achterop een vel met Latijnse taaloefeningen.

Jaren later keert Van Gogh terug naar Amsterdam. Hij heeft besloten kunstenaar te zijn en had net het schilderij De aardappeleters gemaakt. Samen met zijn vriend en leerling Anton Kerssemakers ging hij in de ochtend van 7 oktober 1885 naar het nieuwe Rijksmuseum. Plattegronden en verslagen uit de pers geven in het boek extra achtergrond bij de heropening. Van Gogh toonde Kerssemakers de Bols en vooral de Rembrandts. Zelf was Van Gogh niet bij de De Joodse bruid in de Van de Hoopzaal weg te slaan. Volgens Kerssemakers ging hij er op zijn gemak bij zitten en toen Kerssemakers na enige tijd wilde opstappen, keek hij verbaas op en zei:

“Geloof je nu wel, en dat meen in oprecht, dat ik 10 jaren van mijn leven wilde geven, als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blijven zitten met een korst droog brood voor voedsel”

Tijdens dit laatste bezoek aan Amsterdam maakte Van Gogh twee werken: Gezicht op ’t Singel en De Ruijterkade te Amsterdam. De ‘plankjes’ waren onderweg nat geworden en bij het drogen krom getrokken en bovendien was er stof in gaan zitten, toch stuurde Van Gogh ze toen hij eenmaal terug in Nuenen was naar zijn broer Theo:

“Om u te laten zien dat als ik in een uur tijd ergens een impressie er op wil smeeren, ik dit begin te kunnen.”

Kortom, de publicatie laat de lezer kennismaken met het Amsterdam van eind negentiende eeuw door de ogen van de jonge Van Gogh. Net als in de tentoonstelling wordt in het boek een beeld van de stad geschetst aan de hand van archiefmateriaal zoals registers, brieven en veel beeldmateriaal. Zo zijn net als op de tentoonstelling de ‘plankjes’ van Van Gogh opgenomen, plattegronden van de stad en foto’s van de tentoonstellingszalen van het Rijksmuseum. De handzame tentoonstellingspublicatie is prachtig geïllustreerd en aangenaam geschreven. Hij biedt een mooie aanvulling op de tentoonstelling en is niet alleen geschikt voor liefhebbers van Van Gogh, maar ook voor mensen die geïnteresseerd zijn in het Amsterdam van eind negentiende eeuw.

Vera Weterings

De tentoonstelling Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam is nog tot en met 17 april 2016 in het Stadsarchief Amsterdam te bezoeken. Zelf een keer door het Amsterdam van Van Gogh lopen? Neem een kijkje op de website VanGoghRoute.