Casa Romana. Mooi wonen in de Romeinse tijd

Recensent: Vera Weterings

Casa Romana. Mooi wonen in de Romeinse tijd, onder redactie van Annemarieke Willemsen

Rijksmuseum van Oudheden, Leiden 2017
ISBN 978 90 71201 34 9

Paperback, met illustraties in kleur en literatuuropgave om verder te lezen
96 pagina’s
€ 9,95


Casa Romana

Casa Romana, Italiaans voor ‘Romeins huis’ is de titel van de publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling gewijd aan de binnenwereld van de Romeinen; de Romeinse stadsvilla. Conservatoren Ruurd Halbertsma en Annemarieke Willemsen van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) werkten samen met Gemma Jansen (zelfstandig onderzoeker) en Stephan Mols en Eric Moormann van de Radboud Universiteit aan de tentoonstelling en publicatie. Aan de hand van vele objecten uit de collectie van het RMO aangevuld met objecten uit het Allard Pierson Museum, Museum Boijmans van Beuningen, Kröller-Müller Museum en de Koninklijke Verzamelingen geven ze de lezer een kijkje in het leven van een welgestelde Romeinse familie. Aan de hand van twaalf hoofdstukken worden verschillende vertrekken en privéaangelegenheden besproken. Zowel in de tentoonstelling als in de publicatie is op originele wijze archeologie samengebracht met modern design. Zo worden achterin het boekje verschillende objecten uitgelicht die een knipoog zijn naar de Romeinse Oudheid of qua functionaliteit of uitstraling sterke overeenkomsten met archeologische objecten vertonen. Een goed voorbeeld van dit laatste zijn bijvoorbeeld de werken van kunstenaar Teun van Staveren. Hij had tijdens zijn opleiding in Rome veel interesse in Romeinse kunst en ruïnes en verwerkte zijn liefde voor schilderen en Romeinse fresco’s in een reeks Pompejaanse voorstellingen. In de tentoonstelling zijn deze moderne knipogen naar het verleden tussen de archeologische vondsten te vinden.

Net als in de tentoonstelling wordt in het boekje als het ware een wandeling door de verschillende vertrekken van het huis gemaakt, beginnend in de ochtend en eindigend ’s nachts in de slaapkamer. Op grond van nieuw onderzoek komt zo het dagelijks leven van de Romeinen aan bod.

“Wanneer je een tuin hebt en een bibliotheek, dan heb je alles wat je nodig hebt.”
(Cicero, eerste eeuw voor Christus)

Niet alleen de binnenruimten van het huis worden in het boekje behandeld, maar ook één van de mooiste ruimtes in huis; de inpandige tuin die omgeven door een schaduwrijke zuilengalerij het stralende middelpunt was van het huis, met veel kamers die hierop uitkeken. De Romeinse huistuinen waren van oorsprong niet zozeer bloemrijk, maar meer groente- en kruidentuinen en kleine boomgaarden. Romeinen waren praktisch en vonden dat alles nut moest hebben. Toen in het begin van de eerste eeuw voor Christus de pleziertuinen uit het oosten kwamen overwaaien kregen deze in eerste instantie veel kritiek. Toch werden de meeste Romeinse tuinen uiteindelijk bloementuinen met standbeelden en fonteinen. Waar beelden de tuinen bevolkten, maakten fonteinen de tuin levendig; waterstralen en spetters glinsterden in de zon en het geluid van de fonteinen werd zeer gewaardeerd. Fonteinen waren bij de Romeinen ook niet alleen waterleidingen die langs een standbeeld werden geleid, maar kenden verschillende vormen, zoals een trapje waarbij het water naar beneden kabbelde of water dat met een boogje in een bak spoot of water dat overliep uit een bredere opening of mond. Ook waren de beelden en fonteinen in de tuin niet willekeurig geplaatst. Romeinen hadden deze zorgvuldig opgesteld zodat ze er vanuit verschillende eetvertrekken goed zicht op hadden.

Vanuit de eetvertrekken kon je niet alleen zicht hebben op het beeld van Bacchus in de tuin, ook in de ruimte zelf bevonden zich zogenoemde conversatiestukken zoals fresco’s of mozaïeken. De Romeinse naam voor eetkamer was triclinium, ontleend aan het Grieks, en betekende letterlijk ‘drie bedden’. In ieder geval tot de tweede of derde eeuw na Christus ging het wat betreft eetkamerameublement ook steeds om een opstelling van drie bedden, de naam was dus niet geheel toevallig gekozen. Zo ook niet de naam mensa, wat zowel het Latijnse woord voor tafels als gang betekende. Men gaat er dan ook vanuit dat bij een aanlegdiner een nieuwe gang werd opgediend op een geheel nieuw tafeltje en dat bij het afruimen niet alleen de voedselresten werden meegenomen, maar de gehele tafel.

Niet alleen de wat luxere vertrekken worden in de tentoonstelling en publicatie besproken, maar ook de praktische zoals de opslagruimtes. Deze opslag bestond bij de Romeinen meer dan bij ons uit kisten gebruikt als bergmeubels, zo blijkt uit vondsten. In Herculaneum zijn van dit soort exemplaren gevonden met daarin kleding of voedsel. De kisten met voedsel bevonden zich over het algemeen in de nabijheid van keuken, vaak in een kelder of ruimte met een koeler klimaat. In Pompeii zijn zelfs kasten in allerlei vertrekken van woningen teruggevonden, niet alleen in eetkamers, maar zelfs in het atria (ontvangstruimte) of peristylium (tuin).

Zoals we gewend zijn van het RMO is Casa Romana wederom een helder en goed verzorgde publicatie bij een prachtige tentoonstelling. Verrassend is de knipoog naar het heden door archeologische vondsten te combineren met modern design. Het RMO slaagt erin dit op een fijne wijze te doen waarbij het historische verhaal niet verloren gaat. Casa Romana is een zeer helder geschreven verhaal over het leven van de man, vrouw, kinderen en slaven in een Romeinse stadsvilla. De lezer wandelt als het ware door de privévertrekken en neemt van dichtbij het leven van een welgestelde Romeinse familie waar. Het boekje is rijkelijk geïllustreerd en een fijne introductie in het Romeinse dagelijkse leven. Een informatieve én fraaie aanvulling op de tentoonstelling.

Vera Weterings

De tentoonstelling Casa Romana is nog tot en met 17 september 2017 in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.