Door het oog van Cornelis Springer

9200000045944982Recensent: Vera Weterings

Door het oog van Cornelis Springer (1817-1891). Een ontdekkingstocht langs de steden rondom de Zuiderzee, Arnold Ligthart

Scriptum Art Books i.s.m. Zuiderzeemuseum, Schiedam 2015
ISBN 978 90 5594 987 8

Harde kaft, met illustraties in kleur en zwart-wit, Engelse samenvatting, literatuur, notenapparaat en index
176 pagina's
€ 29,95

Door het oog van Cornelis Springer

Cornelis Springer (1817-1891) was in zijn tijd een beroemd kunstenaar. Zijn populariteit was zelfs zo groot dat hij wachtlijsten aanlegde voor de mensen die een schilderij van hem wensten te kopen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Springer uitgroeide tot de bekendste en best betaalde schilder van zijn tijd. De hang naar een herleving van de gloriedagen van de zeventiende eeuw speelde hoogtij in Springers tijd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kunst van schilders zoals Springer – maar ook Koekoek en Schelfhout – onlosmakelijk verbonden was met de herontdekking van de Gouden Eeuw en haar cultivering van de alledaagse realiteit. Door de opkomst van de moderne stromingen in het begin van de twintigste eeuw raakte de schilder echter al snel in de vergetelheid. Pas in de jaren vijftig vond een omslag plaats. De Haagse kunsthandelaar Pieter Scheen en de eminente publicaties van H. C. de Bruijn zetten Springer opnieuw op de kaart. Zijn herwaardering werd in musea bekroond met tentoonstellingen. Zo organiseerde het Zuiderzeemuseum in 1971 een tentoonstelling. In 1984 kwam een oeuvrecatalogus uit samen met een expositie die achtereenvolgens te zien was bij kunsthandel Gebr. Douwes in Amsterdam, het Dordrechts Museum en het Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Ook het Teylers Museum (1990) en het Stedelijk Museum Kampen (2000) organiseerden de afgelopen decennia tentoonstellingen met Springer in de hoofdrol. Des te opmerkelijker vonden specialisten bij het Zuiderzeemuseum het dat het werk van Springer ontbrak op de expositie ‘Meesters van de Romantiek’ in de Kunsthal (2005-2006). Het Zuiderzeemuseum beoogt met de tentoonstelling en bijbehorende publicatie Door het oog van Cornelis Springer de kunstenaar opnieuw op de kaart te zetten.

In de publicatie neemt Ligthart de lezer mee in de ontwikkeling die Springer als schilder tijdens zijn leven doormaakte. Hij vertelt over de manier waarop diens schilderkunst door de jaren heen verandert en behandelt ook de verschillende Zuiderzeesteden die Springer in zijn leven bezoekt. In elke van deze steden brengt hij enkele dagen door en maakt hij studies die hij veelvuldig gebruikt als uitgangspunt voor zijn uiteindelijke schilderijen en aquarellen. Uit Springers nauwkeurige administratie blijkt dat klanten op basis van een compositieschets een schilderij uitzochten en al betaalden voordat het uiteindelijke werk vervaardigd was. Dat Springer commercieel was ingesteld, blijkt ook uit deze bron. Als de klant bepaalde elementen in het schilderij aangepast wilde hebben, dan maakte Springer dit mogelijk. Springer hield in zijn kasboeken nauwkeurig bij wat hij verkocht, aan wie en voor welke prijs. Sommige schilderijen oogsten zelfs zo veel succes dat Springer een tweede versie kon schilderen. Hiervoor kon hij teruggrijpen op zijn studiemateriaal dat hij zorgvuldig bewaarde. Zo komt het voor dat Springer van hetzelfde stadsgezicht meerdere versies heeft geschilderd, of een zomer- en een wintervariant. Letterlijke kopieën waren vaak aquarellen.

Onder de stadsgezichten van de negentiende-eeuwse schilder werd Enkhuizen veelvuldig gekozen als onderwerp. Ook andere Zuiderzeesteden zoals Hoorn, Medemblik, Edam, Monnickendam, Amsterdam, Naarden, Harderwijk, Elburg, Hindeloopen en Makkum waren vaak onderwerp van Springers werken. Het is dan ook zeer toepasselijk dat juist het Zuiderzeemuseum een tentoonstelling aan hem wijdt en een publicatie uitbrengt die hem eer aan doet. In de publicatie doet kunsthistoricus Arnold Ligthart uit de doeken wat het werk van Springer zo bijzonder maakt. Springer onderscheidde zich met zijn herkenbare stadsportretten in een periode waarin de romantische verbeelding regeerde, al waren zijn werken niet altijd even realistisch. Zo verfraaide Springer niet zelden de gevels van naast gelegen gebouwen, verdwenen minder fraaie gebouwen en werden sommige gebouwen naar voren gehaald ten guste van de symmetrie.

Zoals gezegd was Springer in zijn tijd een bekend kunstenaar en stonden de mensen zelfs (figuurlijk) in de rij voor zijn schilderijen. Het zal de lezer dan ook niet verbazen dat men in Springers tijd niet op de hoogte was van het feit dat de schilder sinds 1857 last had van een oogprobleem. Pas  acht jaar na het overlijden van Springer verscheen er een artikel door journalist Johan Gram over het feit dat Springer vanaf 1857 geen gebruik meer had kunnen maken van zijn rechteroog. Gram voegde aan dit artikel toe dat bijna niemand hiervan op de hoogte was geweest. Nadat dit gegeven bekend werd is meerdere malen gesuggereerd dat de lange figuren in Springers stadsgezichten in de jaren zeventig en tachtig kunnen worden toegeschreven aan zijn oogprobleem. Hoewel dit op het eerste gezicht waarschijnlijk lijkt, legt Ligthart uit dat dit toch onwaarschijnlijk is. Een dergelijk oogprobleem levert over het algemeen juist het eerste half jaar problemen op en niet twintig jaar nadien. Na een half jaar zullen het resterende oog en de hersenen zich aanpassen aan de situatie en gaandeweg in staat zijn om het perspectief te stimuleren. Zo kan met één oog een soort surrogaat driedimensionaliteit worden gecreëerd. Toch valt er niet te twisten over de afwijkende lange figuren. Een verklaring hiervoor is echter niet te zoeken in het ontbrekende zicht aan zijn rechteroog, maar eerder in een cilinderafwijking in zijn werkende linkeroog. Zo’n afwijking komt veel voor bij ouderen en wordt tegenwoordig eenvoudig gecorrigeerd met een bril, maar kon in de negentiende eeuw nog niet worden gecorrigeerd.

In Door het oog van Cornelis Springer weet Ligthart op heldere wijze op papier te zetten hoe Springer is uitgegroeid tot het fenomeen dat hij in zijn tijd was. De rijk geïllustreerde publicatie is tevens een lust voor het oog doordat veel afbeeldingen van schetsen, schilderijen en aquarellen van Springers werk zijn opgenomen. Behalve dat de lezer op deze manier thuis kan nagenieten van de tentoonstelling vullen de afbeeldingen de tekst ook goed aan. Zomer en wintertaferelen worden naast elkaar geplaatst, schilderijen worden vergeleken met hun schetsen en zelfs een enkele keer met een foto. De tentoonstellingspublicatie biedt echter niet alleen een goed beeld van het oeuvre van Springer, hij geeft ook uitgebreide informatie over zijn werkwijze, en inzicht in zijn commerciële geest. De combinatie van dit inzicht in de persoon en de kunst van Springer maken Door het oog van Cornelis Springer tot een zeer boeiende uitgave over de schilder.

Vera Weterings

De tentoonstelling Door het oog van Springer is nog tot en met zondag 10 april 2016 te bezoeken in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.

Nieuwsgierig naar de tentoonstelling? Lees onze blog!

 

4 thoughts on “Door het oog van Cornelis Springer

  1. Pingback:

  2. Pingback:

  3. Pingback:

  4. Pingback:

Comments are closed.