Het mysterie van de Piltdown Man

Groepsportret van de Piltdown schedel die wordt onderzocht. Schilderij van John Cooke, 1915
Groepsportret van de Piltdown schedel die wordt onderzocht. Schilderij van John Cooke, 1915

Op 18 december 1912 kwam een buitengewone ontdekking uit een grindgroeve in Zuid-Engeland aan het licht. De advocaat en archeoloog Charles Dawson (1864-1916) deelde de Geological Society in Londen mee dat hij botresten had gekocht. Dawson vond nog meer resten op de vindplaats en bracht deze naar de geologische afdeling van het British Museum. Samen met curator en paleontoloog Arthur Woodsward bestudeerde hij de fragmenten. In de kranten werd verkondigd dat hij prehistorische resten van ruim 1 miljoen jaar oud had gevonden. De vondst combineerde de schedel van een mens met de kaak van een aap. Omdat de ontdekking was gedaan in het dorp Piltdown kwam de vondst bekend te staan onder de naam Piltdown Man. Woodsward noemde het fossiel echter Eoanthropus Dawsoni: het belangrijkste tot nog toe ontdekte fossiel.

Opgraving van de Piltdown Man. Foto: Nils Jorgensen_REX
Opgraving van de Piltdown Man. Foto: Nils Jorgensen_REX

De Piltdown Man was een raadsel voor de archeologische wereld. Decennia lang heeft het onderzoekers bezig gehouden om de missing link tussen apen en mensen te vinden. Ze wilden bewijzen dat het grote menselijke brein eerder was ontwikkeld dan algemeen aangenomen. De Piltdown Man was echter nooit een missing link, maar een archeologisch broodje-aapverhaal dat wetenschappers decennia lang heeft gefopt. Dit kwam in 1953 aan het licht door wetenschappers van het Natural History Museum en Oxford University die in de Times onthulden dat de botten afkomstig waren van drie verschillende diersoorten: een middeleeuwse menselijke schedel, een vijfhonderd jaar oude onderkaak van een Sarawak orang-oetan en de gefossiliseerde tanden van een chimpansee. Hoewel er al eerder twijfel bestond over de authenticiteit van de vondst, duurde het tientallen jaren voordat een overtuigende verklaring bewezen en geloofd werd. In 1913 kwam David Waterson van King’s College in London al met de bewering dat de Piltdown Man bedrog was. Hij schreef in Nature dat de botten een combinatie waren van de onderkaak van een aap en de schedel van een mens. In 1915 kwamen de Franse paleontoloog Marcellin Boule en Amerikaanse zoöloog Gerrit Smith Miller tot dezelfde conclusie.

Reconstructie van de schedel van de Piltdown Man uit J. Arthur Thomson, The Outline of Science, 1922
Reconstructie van de schedel van de Piltdown Man uit J. Arthur Thomson, The Outline of Science, 1922

Hoogstwaarschijnlijk werd de vervalsing aanvankelijk geaccepteerd door de heersende theorieën over menselijke evolutie. Volgens de theorieën zou het vergrote brein voor het mensachtige lichaam zijn ontstaan. Daarbij werden in die tijd fossiele bewijzen die wezen op een oorsprong in Afrika onderdrukt, vanwege het heersende westerse superioriteitsidee. Later werd het tegendeel bewezen: in Afrika werden steeds meer fossielen gevonden die een ander verhaal aantoonden, namelijk eerst de menselijke vorm en daarna pas het vergrote brein.

 

Archaeoraptor
Archaeoraptor

Maar wie is verantwoordelijk voor dit archeologisch bedrog en wat heeft hem hiertoe gedreven? Was het wetenschappelijke ambitie, humor of kwaadaardigheid? De verdachten van deze zaak variëren van Charles Dawson tot museumzoöloog Martin Hinton en paleontoloog Pierre Theilhard. Zelfs de schrijver van Sherlock Holmes, Arthur Conan Doyle, die nabij Piltdown leefde, is één van de verdachten omdat hij Dawson kende. Wie het ook was, Piltdown Man heeft ons in ieder geval een ding geleerd: archeologen moeten altijd op hun hoede zijn voor valse vondsten. Toch trappen we ook tegenwoordig nog in deze valse vondsten. Zo werd in 1997 in de National Geographic een fossiel getoond dat het missende puzzelstukje zou zijn tussen vogels en dinosaurussen: de Archaeoraptor. In 1999 kwamen onderzoekers er echter achter dat er met het fossiel gesjoemeld was; het fossiel bestond uit fossiele resten van verschillende soorten.

Vera Weterings

In het boek Kunstvervalsing. Misleiding en masterminds van meestervervalsers van Noah Charney worden onder andere de Piltdown Man en Archaeoraptor aangehaald. Dit zijn echter excentrieke voorbeelden in het boek, daar het werk vooral gaat over kunstvervalsing. In de publicatie wordt ingegaan op de vraag wat beruchte meestervervalsers door de eeuwen heen er toe aanzette hun praktijken uit te voeren. Binnenkort verschijnt op deze website een recensie van het boek.

One thought on “Het mysterie van de Piltdown Man

  1. Pingback:

Comments are closed.