Wat bomen ons vertellen, Valerie Trouet

Recensent: Wouter van Dijk

Wat bomen ons vertellen. Een geschiedenis van de wereld in jaarringen, Valerie Trouet

Uitgeverij Lannoo, Tielt 2020
ISBN: 978 94 014 6675 2

Paperback met flappen, met playlist, lijst met boomsoorten, literatuuropgave, verklarende woordenlijst en register.
296 pagina’s
€ 22,99

Bomen als grootste archief op aarde

De Belgische wetenschapper Valerie Trouet is dendrochronoloog. Ze onderzoekt de jaarringen van bomen. Door middel van onderzoek van de jaarringen van bomen kunnen tal van vragen over het verleden beantwoord worden. Maar niet alleen dat, doordat dit wereldwijde ‘bomenarchief’ duizenden jaren teruggaat kunnen langetermijnontwikkelingen in kaart gebracht worden, die ons een blik op de toekomst geven. Dat blijkt vooral in de ontwrichtende klimaatveranderende tijd waarin we nu leven van onschatbare waarde te zijn.

Trouet vertelt in Wat bomen ons vertellen in de eerste plaats verhalen uit de geschiedenis. Ze geeft daarbij verklaringen voor historische ontwikkelingen vanuit een klimatologisch perspectief. Veranderen in weer en klimaat kunnen namelijk bij uitstek gereconstrueerd worden via jaarringonderzoek. De schrijfster legt in haar boek uit hoe bomen reageren op veranderende klimatologische omstandigheden zoals temperaturen of droogte, en dat verschillende boomsoorten anders op zulke zaken reageren. Aan de hand van de jaarringen, die bijvoorbeeld in droge perioden smaller zijn, kan dan gereconstrueerd worden dat in een bepaalde periode van de geschiedenis droogte heerste. Dat is van belang om mee te wegen in de verklaring van historische gebeurtenissen. Nu nog steeds, maar zeker honderden jaren geleden was de mens enorm afhankelijk van het klimaat. Landbouw was immers het belangrijkste bestaansmiddel en dat staat of valt bij gunstige klimaatomstandigheden.

Op die manier zijn boomwetenschappers erachter gekomen dat de periode dat Dzjengis Khan de Mongoolse stammen verenigde en een groot rijk opbouwde aan het begin van de dertiende eeuw, precies samenviel met een uitzonderlijk natte periode van vijftien jaar op de Mongoolse steppen. Die natte omstandigheden zorgden voor buitengewone groei van planten en grassen, voedsel voor de enorme ruiterij die de steppenkrijgers erop nahielden, en waarop ze hun macht baseerden. Andersom zijn ook tal van voorbeelden te noemen waarbij uitzonderlijke droogte over decennia zorgde voor ontwrichting van samenlevingen en sterk bijdroeg aan de uiteindelijke teloorgang ervan. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het Khmer-rijk dat van de 9e tot de 15e eeuw de bepalende factor in Zuidoost-Azië was. De hoofdstad Angkor was via een enorm en geavanceerd watermanagementsysteem van kanalen, dijken en reservoirs verbonden met voorsteden en landbouwgronden. Dat zorgde ervoor dat fluctuaties in weersomstandigheden opgevangen konden worden. Toen halverwege de veertiende eeuw een droogteperiode van 35 jaar aanbrak, zorgde dat voor destabilisering van de samenleving. Deze droogte werd afgewisseld met korte perioden van zeer hevige regenval, die voor overstromingen zorgde. Klinkt het u al bekend in de oren? De oplettende lezer ontwaart verontrustend veel parallellen met onze huidige tijd in de voorbeelden die Trouet bespreekt. Deze klimaatgrillen zorgden voor onrust in de samenleving, opstand en onenigheid, en gepaard met geschillen en oorlog met naburige rijken heeft dat uiteindelijk geleid tot de ondergang van het Khmer-rijk. Natuurlijk zijn klimatologische veranderingen niet dé reden achter alle ontwikkelingen in de geschiedenis, maar ze spelen een belangrijker rol dan gewoontegetrouw onderkend wordt in het historisch onderzoek.  

Naast deze historische invalshoek vertelt de auteur gaandeweg over het werk van een dendrowetenschapper, hoe ze zelf in het vakgebied verzeild is geraakt, en welke andere disciplines zich bezighouden met het onderzoek naar langetermijnontwikkelingen in de klimatologische gesteldheid van de aarde. Zo lezen we over onderzoekers van druipsteengrotten, want ook druipstenen vormen lagen die per jaar te dateren zijn, en over noordkromponderzoekers. De noordkromp is een schelpdier dat voorkomt in noordelijke zeeën, honderden jaren oud kan worden en, u raadt het al, dat eveneens te dateren lagen in zijn schelp vormt waaruit wetenschappers veel informatie over klimatologische veranderingen kunnen aflezen.

Het meest urgent aan Trouets boek is echter niet de bijdrage die ze levert aan de geschiedwetenschap door een lans te breken voor een brede benadering waarin ook klimaatverandering wordt meegewogen. Van groter belang is de blik op de toekomst die ze ons geeft. Trouet laat uitvoerig zien, mede aan de hand van jaarringonderzoek, hoe de mens door de uitstoot van broeikasgassen de afgelopen honderd jaar het klimaat onherroepelijk aan het veranderen is, met als gevolg veranderende straalstromen, uitdijende tropengebieden en oprukkende woestijnen. De gevolgen zijn bekend; extreme droogte, extreme regenval, gigantische bosbranden, orkanen, noem maar op. En dat allemaal aan de hand van de jaarringen van een boom, een bijzondere wetenschap. Trouet heeft een mooie prestatie geleverd door dit onbekende vakgebied eens in de schijnwerpers te zetten. Het boek won in 2020 de Jan Wolkersprijs voor beste Nederlandstalige natuurboek, en die prijs is volkomen terecht! Uitgeverij Lannoo heeft hiermee weer een mooi natuurboek op de markt gebracht. Verplichte kost voor klimaatsceptici, en prachtig leesvoer voor zowel geschiedenis- als natuurliefhebbers!

Wouter van Dijk