Recensent: Vera Weterings
Art Deco Paris, Doede Hardeman e.a.
Waanders Uitgevers i.s.m. Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle 2017
ISBN 978 94 6262 158 9
Paperback met stofomslag, illustraties in kleur en zwart-wit, fotoverantwoording en Engelse vertaling.
264 pagina’s
€ 22,50
Art Deco Paris
Het Gemeentemuseum Den Haag is een museum voor moderne kunst dat toegepaste kunsten en vormgeving verzamelt. Hierdoor is het museum een instituut met een brede verzameling en dat sluit goed aan bij verschillende stromingen aan het begin van de twintigste eeuw die samenkomen in de Franse art deco. Het Franse art deco is als het ware op te vatten als een amalgaam van elementen uit moderne stromingen, waaronder het Frans kubisme, Russische constructivisme, Nederlandse De Stijl en Italiaans futurisme en past dus goed thuis in een museum als het Gemeentemuseum. Daarbij heeft de art deco ook sporen nagelaten in de collectie van het museum. Naast deelverzamelingen Nederlandse keramiek, glas, meubels en mode op het gebied van de art deco bezit het museum ook een kleine collectie Frans keramiek.
De art deco vindt haar oorsprong ook in Frankrijk en heeft haar naam te danken aan de internationale tentoonstelling Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes die in 1925 in Parijs werd georganiseerd. Deze internationale tentoonstelling, compleet gewijd aan de toegepaste kunst, was oorspronkelijk gepland voor het jaar 1915. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog heeft er echter voor gezorgd dat de stijl pas jaren later op grote schaal aan het publiek kon worden getoond. Hoewel over het algemeen dan ook wordt gezegd dat de art deco in de jaren twintig van de vorige eeuw moet worden gesitueerd, wil het Gemeentemuseum met haar tentoonstelling en publicatie laten zien dat de stijl al veel eerder tot ontwikkeling kwam, zo rond 1910. Zoals gezegd dankt de stroming haar naam aan de titel van de tentoonstelling in 1925, dat betekent dat de term art deco ook niet meteen in gebruik was. Daarnaast is de stijl onder te verdelen in twee perioden. De eerste periode is de Franse, deze periode loopt tot en met de jaren twintig en wordt vooral gekarakteriseerd door een luxueuze en stijlvolle invalshoek. De tweede periode begint in de late jaren twintig en gaat door tot eind jaren dertig. Deze periode is soberder en wordt meer overheerst door de Amerikaanse Streamline-esthetiek. Het Gemeentemuseum heeft er voor gekozen om zich in boek en tentoonstelling te richten op de Franse art deco.
De tentoonstelling en bijbehorende publicatie zijn niet zozeer tot stand gekomen met het idee om een breed overzicht te geven van de Franse art deco. In zowel de publicatie als de tentoonstelling toont het museum hoe de stijl ontstond en wat het belang van modeontwerper Paul Poiret (1879-1944) hierin was. De ontwerpen van Poiret vormen ook de rode draad in tentoonstelling en boek. Juist omdat over het algemeen bij art deco voorbijgegaan wordt aan deze belangrijke inspirator bij het ontstaan van de stroming legt het museum het focuspunt bij Poiret. Hij was een van de grootste vernieuwers van de mode aan het begin van de twintigste eeuw. Anders dan de huidige mode, maakte hij geen kleding waarbij de dames in een korset gevangen zaten, maar ontwierp hij juist losse kleding zoals opvallende kimono-vormige mantels en was hij een meester in het draperen. Poiret was één van de eerste moderne couturiers die streefde naar een ‘totaalkunstwerk’ en in korte tijd bereikte hij de top van de modewereld. In zijn gehele carrière speelde het interieur een belangrijke rol, hij gebruikte dit om de perfecte omgeving te creëren voor zijn kleding: in mode-illustraties, als setting voor zijn beroemde feesten en in de opdrachten voor particulieren die vaak al gekleed waren door hem.
Poiret omringde zich met kunstenaars, vormgevers en architecten die hij allemaal inzette bij de ontwikkeling en promotie van zijn eigen creaties. Zo maakte de jonge kunstenaar Paul Iribe in 1908 een serie tekeningen naar Poirets japonnen die werd uitgegeven onder de titel Les Robes de Paul Poiret racontées par Paul Iribe. Iribe stileerde de kleding dusdanig dat alles werd teruggebracht naar een elegant lijnenspel en gedurfde kleurvlakken. Poiret verspreidde het album en het werd zelfs getoond op de Salon d'Automne van 1909, een belangrijk podium voor moderne kunst. Ook werkte hij onder anderen met Raoul Dufy, Erté, George Lepape, Mallet-Stevens en Man Ray en hield van het moderne werk van Brancusi, Robert Delaunay en Kees van Dongen.
Hoewel mode de boventoon van Art Deco Paris vormt, gaat er ook aandacht uit naar de toegepaste kunst, schilderkunst, beeldhouwwerken, juwelen, prenten, fotografie en film. Dat is ook niet verwonderlijk, aangezien art deco niet los kan worden gezien van de ontwikkelingen op het gebied van de schilder- en beeldhouwkunst. Art deco is echt een mix van uiteenlopende kunststromingen; het is een eclectische modernistische mengvorm zonder al te veel aandacht voor de achterliggende essentie van verschillende kunststromingen. Zo gebruikt het de geometrische vormentaal van het kubisme, de heldere kleuren van het fauvisme en de dynamiek van het futurisme. De objecten die op de tentoonstelling te zien zijn en waarmee het boek rijkelijk is geïllustreerd zijn afkomstig van internationaal vermaarde collecties, zoals die van van The Metropolitan Museum of Art (New York), het Victoria & Albert Museum (Londen), Musée d’Orsay (Parijs) en Centre Pompidou (Parijs). Hoogtepunt van de tentoonstelling vormen de 35 topstukken uit de Cartier Collection. Dit zijn juwelen en kostbaarheden die voor een deel ook te zien waren in 1925 op de beroemde Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs. De sieraden weerspiegelen op perfecte wijze de luxe en smaak van de art deco.
Hoewel art deco en art nouveau ook zeker overeenkomsten hebben, zoals dat de stromingen beiden modern en eigentijds willen zijn, worden de termen ook regelmatig met elkaar verward. Zo is art nouveau een stijl die zich wil afzetten tegen de historiserende stijlen die een groot deel van de negentiende eeuw hadden gedomineerd. Art deco daarentegen heeft vormen die abstracter en hoekiger zijn, in plaats van de grillige en zwierige gestileerde bloemen en dieren van de art nouveau. Art deco-ontwerpen zijn daarbij over het algemeen symmetrisch van opbouw en vertonen invloeden uit de niet-westerse wereld, met name uit de culturen van Egypte, Indochina, China en Afrika.
Al met al is Art Deco Paris een zeer geslaagde publicatie bij een bijzonder fraaie tentoonstelling. Het boek is rijkelijk geïllustreerd waardoor je vanuit je luie stoel kunt nagenieten van de vele mode-ontwerpen, sieraden en allerhande kunstwerken van de Art Deco. De lezer neemt niet alleen de tentoonstelling een beetje mee naar huis, maar kan zich aan de hand van de verschillende artikelen ook verdiepen in de opkomst en ondergang die Poiret meemaakte, de moderne kunst waarmee de mode toentertijd gepaard ging en de kleurrijke spektakelstukken van Poiret en anderen.
Vera Weterings
De tentoonstelling Art Deco Paris is van 14 oktober 2017 tot en met 4 maart 2018 in het Gemeentemuseum Den Haag te bezoeken.