Recensent: Wouter van Dijk
'De Roofkoning. Prins Willem III en de invasie van Engeland', Machiel Bosman
Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2016
ISBN: 978 90 253 0603 8
Paperback, met stamboom, noten, aantekeningen en beknopte literatuuropgave
267 pagina’s
€ 19,99
Geen Glorious Revolution maar militaire verovering
Het werd hoog tijd dat er in de Nederlandse geschiedschrijving weer eens aandacht besteed werd aan prins Willem III, een van de belangrijkste staatsmannen uit onze Vaderlandse geschiedenis. Dé belangrijkste, volgens Machiel Bosman in De roofkoning. Er was weinig aandacht voor de prins en zijn daden in Nederland – maar dat is misschien omdat hij in de jaren na zijn dood vooral is geclaimd door Britse geschiedenisvorsers, vanwege de Engelse kroon die hij tijdens zijn leven veroverde. Zij noemen deze episode uit hun geschiedenis de Glorious Revolution, als een zelfbewuste Engelse actie die geen recht doet aan de daadwerkelijke gebeurtenissen en de rol van prins Willem III, maar daarover later meer.
Er was dus de eenzijdige historiografische aandacht, maar bovendien had Willem zijn blik altijd gericht op het politieke en militaire toneel buiten de Republiek, op de internationale situatie om het ‘machtsevenwicht in Europa’ in stand te houden, zoals het later zo mooi zou worden omschreven. Lodewijk XIV was immers in staat bijna eigenmachtig geheel Europa zijn wil op te leggen, zeker als aan zijn militaire potentieel de maritieme macht van Engeland nog toegevoegd zou worden. Dan zou het gedaan zijn met de protestantse vrijheid die heerste in het noordelijk deel van Europa. Willem was misschien te internationaal om in een bescheiden hokje van de Nederlandse geschiedschrijving te passen.
'Precies een eeuw geleden werd Engeland door de Spaanse Armada bedreigd. Precies een eeuw geleden vuurde de Spaanse koning Filips II zijn immense vlootmacht op de Engelsen af. Maar God was met de protestanten en gaf de papen op hun lazer. "Hij blies en dreef de vloot uiteen."
Nu, honderd jaar later, is er opnieuw een armada op komst. Maar ditmaal is het een ander verhaal. Ditmaal zijn het protestanten die hun broeders komen verlossen van een rooms en tiranniek regime. Waar honderd jaar geleden vuurtonnen langs de kust werden ontstoken om de bevolking te waarschuwen, worden die nu uit voorzorg weggehaald. Het zou eens een signaal voor een opstand kunnen zijn.'
Bosman heeft er in zijn boek voor gekozen de gebeurtenissen in aanloop naar en tijdens Willems invasie van Engeland weer te geven in de vorm van een historische roman. Een onconventionele aanpak in de geschiedschrijving, omdat Bosmans boek namelijk wel degelijk stoelt op serieus historisch onderzoek. De bijzondere vorm pakt echter buitengewoon goed uit. Juist doordat Bosman de hoofdrolspelers opvoert als personages die hier en daar in de directe rede spreken en doordat hij schrijft vanuit hun verschillende perspectieven, slaagt de auteur erin de zeer ingewikkelde politieke materie, vol van intriges en achterkamertjespolitiek inzichtelijk te maken.
Katholieke en protestantse koningen
De situatie was als volgt; de Engelse koning Charles II, overigens ook koning van Schotland en Ierland, was protestants maar had geen opvolger. Hij had wel een broer, James II, maar die had zich op latere leeftijd tot het katholicisme bekeerd. Geen onverdeeld succes in het overwegend protestantse Engeland. James II had echter twee dochters, Mary en Anne, die allebei protestants waren. Mary was getrouwd met prins Willem III. Toen Charles II stierf, werd zijn broer James II onverwacht koning. Dat was even slikken voor de protestanten maar ach, na zijn dood zou zijn goed protestantse nageslacht de troon bestijgen. Het zou dus een kwestie van uitzitten zijn voordat deze katholiek de troon weer vacant zou laten. De problemen begonnen toen James II bij zijn veel jongere tweede vrouw nog een zoon wist te verwekken, want dat bracht een katholieke dynastie in het vooruitzicht.
De protestantse goegemeente schreeuwde moord en brand, mede doordat James II zich een onbuigzame vorst had getoond die onverstoorbaar vanuit zijn prerogatief het katholieke volksdeel emancipeerde. In het leger werden rooms-katholieke officieren benoemd, aan het hof omringde hij zich met katholieke raadgevers, belangrijke ambten werden vergeven aan roomsen en ga zo maar door. Ook prins Willem III zag met een katholiek Engeland de kansen voor de protestantse zaak in Europa, en voor de Republiek in het bijzonder, aanzienlijk verslechteren.
In het diepste geheim werden plannen beraamd voor een huzarenstukje van jewelste, een invasie van Engeland. De onttroning van een monarch die zijn macht van God alleen betrok was echter geen sinecure, bovendien was het niet kies om je eigen oom van de troon te stoten. En dan Mary, die haar eigen vader het land uit zou moeten jagen. Het hogere belang van een Engeland loyaal aan de protestantse zaak woog echter zwaarder. James II zou moeten verdwijnen. Het zou er echter op moeten lijken alsof de Engelsen James II zelf zouden lozen, want een openlijke verovering van zijn ooms koninkrijk ging zelfs prins Willem toch wat te ver.
Apologieën en propaganda
Bosman laat op magistrale wijze zien hoe Willem III, in samenwerking met zijn vertrouwelingen Fagel, Van Weede van Dijkveld en Bentinck op een zeer berekenende manier zijn kansen wikte en woog en uiteindelijk besloot zijn oom van de Engelse troon te stoten. De plannen hiervoor waren uiterst geheim en de stadhouder besliste dat het er absoluut op moet lijken dat hij uitgenodigd was door de Engelsen, alleen dan zou zo’n ongehoorde daad internationaal acceptabel lijken. Hij spon hiervoor een ragfijn web van apologieën; in de Republiek heette het dat door het grijpen van de macht in Engeland de veiligheid van het thuisland tegen Frankrijk geborgd zou zijn, tegen protestantse Duitse bondgenoten was het verhaal dat de bescherming van de protestantse religie militaire maatregelen vergde. Katholieke bondgenoten echter kregen opgedist dat het een preventieve actie tegen de almachtige Lodewijk XIV was.
De Engelsen zelf ten slotte kregen in een massale pamflettenregen te horen dat de parlementaire vrijheden van het land hersteld moesten worden, waarbij men het niet naliet ook de religieuze troefkaart te spelen door in te spelen op de angst voor een katholieke dynastie. Willem III cum suis schrokken er niet voor terug in pamfletten op lasterlijke wijze de geruchten te voeden dat de zoon van James II eigenlijk niet van hem was, dat het misschien wel een verwisseld kind was omdat de koningin een dochter had gebaard of een doodgeboren baby.
Willem III van achter- naar voorgrond
'Er ligt een besmeurde kroon voor het oprapen. De prins wil er zijn handen niet aan vuilmaken, dat mogen de Engelsen voor hem doen. Die mogen hem oppakken, die mogen hem zuiveren, die mogen hem van de rechtmatige eigenaar vervreemden en op zijn hoofd plaatsen - want dit is hun revolutie.
Iedere suggestie dat de prins een kroon heeft geroofd ligt buiten de werkelijkheid. De Engelsen hebben het zelf gedaan.'
Dat Willem Engeland binnenviel en dat van een Glorious Revolution van eigen makelij aan Engelse zijde weinig sprake was, mag onder Nederlandse historici die zich bezighouden met het onderwerp als bekend verondersteld worden. Aan de overkant van Het Kanaal echter, verkeert men over het algemeen nog steeds in de genoegzame veronderstelling dat men eind zeventiende eeuw zelf afrekende met het ‘katholieke gevaar’. Willem III wordt in de historiografie zoveel mogelijk naar de achtergrond geschreven. Dat had hij mede aan zijn eigen handelen te danken, hij wilde het immers laten voorkomen alsof de Engelsen zelf hun koning hadden afgezet.
In feite is het Engelse beeld op deze periode van hun geschiedenis dus eigenlijk het bewijs van de ongelooflijk succesvolle propagandacampagne die de prins en de zijnen destijds op touw hebben gezet. Hun verdraaide weergave van de feiten geldt tegenwoordig in het collectieve Britse geheugen als de waarheid. De laatste jaren is wel een verandering merkbaar naar een meer waarheidsgetrouwe benadering, neem bijvoorbeeld het werk van Lisa Jardine of heel recent Gerard Fitzgibbon. Het zal echter nog vele duizenden pagina’s duren voordat ook de gewone Engelsman zich van het roven van de kroon door Willem III bewust zal zijn. Alleen al daarom zou dit boek in het Engels vertaald moeten worden om op de Britse markt te verschijnen. Bosman legt haarfijn uit hoe het Willem III was die James II verdreef, en niet het ontevreden deel van de Engelse adel en burgerij, al was het wel noodzakelijk dat een belangrijk deel hiervan na komst van de prins deze actief zou steunen, hetgeen na enige aarzeling gebeurde.
Wordt vervolgd?
Door de bijzondere manier waarop Bosman de feiten presenteert leest het boek als een spannende historische roman, ook voor wie de afloop al kent. Juist de weergave van gedachten en handelen van de hoofdpersonages in het drama geven het boek een extra dimensie. Bosman verliest daarbij nooit de feiten uit het oog. Dat het boek wel degelijk op uitvoerig historisch onderzoek gebaseerd is bewijzen de aantekeningen en noten aan het eind van het boek. Hierin verklaart de auteur uitgebreid zijn werkwijze en licht hij een veelvoud aan passages uit het boek toe. Ook spreekt Bosman hier over het hoe en waarom van de door hem gebruikte én niet gebruikte literatuur. Het is de lezer zeker aan te raden na het lezen van het boek ook hierop een blik te werpen.
Bosmans verhaal eindigt met de landing van de aanvankelijk naar Frankrijk gevluchte James II in Ierland, wanneer Willem en Mary al gekroond zijn. De enkele jaren durende strijd op Iers grondgebied die dan nog volgt moeten we helaas missen. Het is dan ook wachten op de volgende episode in deze koningsstrijd van de hand van Bosman. Met dit boek heeft hij in ieder geval laten zien dat zijn aanpak wat historische verantwoording betreft niet onderdoet voor een regulier geschiedeniswerk, terwijl het leesplezier naar ongekende hoogte gestuwd wordt. Magistraal.
Wouter van Dijk
Pingback:
Oranje tegen de Zonnekoning, Luc Panhuysen |