Recensent: Vera Weterings
De genen van de kunstverzamelaar | 50 collecties in de familie, Jacob Six
Uitgeverij Waanders, Zwolle 2016
ISBN 9789462630192
Gebonden, met stofomslag, rijkelijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit, voetnoten en register.
336 pagina’s
€45,-
De genen van de kunstverzamelaar
Eeuwenlang behoorde de familie Six tot de elite van de Nederlandse maatschappij. Vorig jaar verscheen over deze familie een biografie van Geert Mak De levens van Jan Six, minder bekend is het boek De genen van de kunstverzamelaar van Jacob Six dat ook vorig jaar verscheen. Allebei de boeken geven op geheel eigen wijze inzicht in de geschiedenis van deze Amsterdamse familie. Waar Mak in ruim 400 pagina’s de 400 jaar oude familiegeschiedenis uitgebreid in woorden beschrijft, verlevendigt Jacob Six zijn teksten met vele prachtige illustraties van de talloze portretten, voorwerpen, documenten, zilverwerk en andere memorabilia. Ook kan het boek van Mak meer worden gezien als een studie waarbij de familie Six dient als voorbeeld van de sociale geschiedenis van de elite. Het werk van Six is veel persoonlijker doordat hij de familiegeschiedenis vanuit zijn eigen betrokkenheid vertelt en de lezer ook deelgenoot maakt van zijn emotionele band met zijn voorouders. Desalniettemin is het boek goed onderbouwd. Six heeft zijn boek deels gebaseerd op uit mondeling overgedragen anekdotes over de herkomst van het familie-erfgoed, maar deze gegevens zijn wel waar mogelijk geverifieerd. Zijn werk is dan ook rijk aan voetnoten die hij zowel gebruikt voor annotaties als voor explicaties.
Opgroeien in de familie Six betekende opgroeien met kunst, zoals de verzameling die te zien is in het familiehuis aan de Amstel in Amsterdam. De meerderheid van het voorouderlijk erfgoed is ondergebracht in diverse kunststichtingen en bestaat onder meer uit werken van Rembrandt van Rijn, Frans Hals, Paulus Potter, Govert Flinck en Nicolaas Maes. De genen van de kunstverzamelaar is dan ook een boek dat gaat over de affiniteit met erfstukken. Het is niet zo zeer een geschiedenisboek, als wel een bundel waarbij de familieverhalen dienen als decor voor de collecties van de familie Six of zoals de auteur het zelf zegt:
“Dit boek gaat veeleer over mensen die erfgoed koesteren dan over het erfgoed zelf.” (p. 2)
De rijk geïllustreerde uitgave geeft een intieme kijk op de familiegeschiedenis van de Sixen en weet bovendien de kunstgeschiedenis en sociale geschiedenis van de Nederlandse elite op verfijnde wijze met elkaar te verweven. Hierbij moet wel een kanttekening worden gemaakt. Het erfgoed van de familie Six was namelijk wel uitzonderlijk. Als de tientallen nog overlevende verwante Amsterdamse regentenfamilies onder de loep worden genomen, blijkt dat behalve de families Six en Van Loon geen van de honderden zeventiende-eeuwse regentenfamilies vandaag de dag nog een Amsterdams grachtenhuis met bijbehorende inrichting bezitten. Ook is de familie Van Loon sinds 2006 in de mannelijke lijn uitgestorven.
Jacob Six gaat in 49 hoofdstukken dieper in op de verschillende collecties; van de verzameling bierpullen van grootvader Six tot de textielverzamelingen van professor Six en van het kamertoneel van Hieronymus van Slingelandt tot de anatomische verzamelingen van Gerard en Willem Vrolik. De verschillende hoofdstukken vertellen hiermee niet alleen het verhaal van de familie Six, maar ook het verhaal van de families waarmee de Sixen samensmelten, zoals de families Van Aerssen, Van Asbeck, Van Loon, Teding van Berkhout, Van Lennep en Van Winter.
“Dit document is mijn poging om de historische en emotionele waarde van mijn collectie te boekstaven. Ja, dat klinkt pretentieus en dat is het ook.” (p. 10)
Dit citaat is afkomstig uit de inleiding van het boek. Pretentieus is een dergelijke publicatie zeker, maar het resultaat mag er wezen. De genen van de kunstverzamelaar is een lijvig boekwerk geworden waarin zowel de familie Six als hun erfgoed uitvoerig worden beschreven en aan de hand van prachtig beeldmateriaal goed tot hun recht komen.
Vera Weterings