De kaart van mijnheer Selden. China, de specerijenhandel en een verloren zeekaart, Timothy Brook
(vertaald door Pieter van der Veen en Chiel van Soelen, oorspronkelijke titel, Mr Selden's Map of China)
Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam 2015
ISBN 978 90284 26184
Paperback
256 pagina's
€ 24,95
De kaart van mijnheer Selden
In 2008 werd in de Bodleian Library in Oxford een bijzondere kaart herontdekt. David Helliwell, beheerder van de Chinese collectie van de Bodleianbibliotheek liet zijn oog toen vallen op een kaart die in 1659 in de collectie terecht was gekomen uit de nalatenschap van John Selden. Selden was Engelands eerste orientalis en tevens advocaat en politicus. De Seldenkaart toont China rond 1610 op een zeekaart van 160 centimeter hoog en 96,5 centimeter breed. Helliwell lichtte sinoloog Timothy Brook in over de kaart. De kaart fascineerde Brook en werd aanleiding tot het schrijven van het boek De kaart van mijnheer Selden. China, de specerijenhandel en een verloren zeekaart.
Brook is hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van British Columbia in Canada en een van de grootste Chinakenners van onze tijd. Eerder verscheen van zijn hand De hoed van Vermeer (2012). In dit boek tekent Brook een beeld van de wereldeconomie van de zeventiende eeuw aan de hand van details uit de schilderijen van Vermeer. Net als in De hoed van Vermeer suggereert De kaart van mijnheer Selden dat het voorwerp – respectievelijk de hoed en de kaart – in de publicaties centraal staan, deze titels zijn echter misleidend. Hoewel de titel doet vermoeden dat De kaart van mijnheer Selden gaat over de kaart van John Selden is dat niet zo. De lezer verwacht met de titel dat het boek de geschiedenis vertelt over de Seldenkaart of op z’n minst over John Selden. Hoewel de kaart door het boek als rode draad te vinden is, gaat het werk hoofdzakelijk in op de wereld waarin zeventiende-eeuws China zich bevond. Dit was een wereld waarbij China sterk was verweven met een wereldomspannend netwerk van maritieme handelsbetrekkingen. Aan de hand van de Seldenkaart neemt Brook de lezer mee op een ontdekkingstocht door het geglobaliseerde China, van de Gobiwoestijn naar de Filippijnen, van Java naar Japan en van Londen tot diep in het hart van China. Centraal staat in het gehele werk de vraag wat de kaart vertelt over de wereld die erop staat afgebeeld.
Het boek start met een korte introductie over Brooks’ fascinatie met de kaart. Hierna bestudeert Brook de kaart nader. Aan de hand van de vele details op de kaart weidt hij uit over specifieke thema’s binnen de geschiedenis van het Chinees en de Chinese geschiedenis. Hierdoor springt Brook niet zelden van de hak op de tak. Dit zorgt er voor dat het boek hier en daar wat rommelig leest. Ook maakt Brook uitstapjes naar personen en geschiedenissen die niet direct een verband met de kaart lijken te hebben, maar toch op de een of andere manier deel uitmaken van de geschiedenis die Brook in zijn werk prijsgeeft, de geschiedenis van China in het zeventiende-eeuwse handelsnetwerk.
In De kaart van mijnheer Selden probeert Brook antwoorden te vinden op allerhande vragen. Hoe kwam John Selden in de zeventiende eeuw aan die kaart? Waar kwam die kaart vandaan? Wat is de betekenis van de bijzondere details op de kaart? Helaas slaagt Brook er niet altijd in om de vragen te beantwoorden, ook niet de vraag wie de kaart heeft getekend. Helaas geeft hij dit vrij laat in de publicatie aan:
“Eerst nog een waarschuwing vooraf: niet alle codes zullen in dit boek worden gekraakt. De Seldenkaart bergt heel veel geheimen in zich. Slechts enkele daarvan zullen we ontsluieren. Zes om precies te zijn.” (p. 195)
Zo gaat hij in het hoofdstuk ‘Geheimen over de opbouw van de kaart’ in op zes zaken die hij concludeert na het bestuderen van de kaart. Het eerste onderwerp is China. Dit land bevat meer geografische details en de meeste plaatsnamen op de kaart dan andere gebieden. Ten tweede is de kaart uitzonderlijk nauwkeurig. Zelfs wanneer je de kaart naast een kaart uit de huidige tijd legt, blijkt deze er goed vanaf te komen. De schaalstok die op de kaart is afgebeeld geeft daadwerkelijk de schaal aan waarop de cartograaf de routes op de Seldenkaart heeft getekend. Zo kan Brook met behulp van sommen berekenen welke snelheid de vaarroutes hadden die zijn opgetekend, dit blijkt op basis van 4 knopen per dag te zijn. Ten derde vertelt Brook dat in de kaart de aardmagnetische richting is verwerkt. Zo is op de kaart niet alleen te zien dat de cartograaf de kompasstreek heeft aangegeven, maar ook routelijnen heeft getrokken volgens de werkelijke hoek die de routes maken. Ten vierde is op de kaart te zien dat enkele gebieden vervormd zijn om de routes passend te maken. Dit betekent dat enkele landmassa’s dichter naar elkaar toe zijn geschoven dan ze in werkelijkheid liggen. Dit had echter geen effect voor de bruikbaarheid van de kaart, aangezien deze bedoeld was als een navigatiekaart voor handelsschepen. Zij hadden geen nadelige gevolgen aan het vertekende perspectief, zij moesten slechts zien hoe te varen. De laatste twee geheimen komen nog het dichtste in de buurt van een antwoord op de onbeantwoorde vraag wie de kaart heeft opgetekend. Hoewel niet valt terug te vinden wie de kaart had opgetekend, kon Brook wel achterhalen waar de kaart is gemaakt en wanneer ongeveer.
Doordat Brook in De kaart van mijnheer Selden continu een nieuw onderwerp aansnijdt, is het geheel rommelig leesbaar. Voor een zijdelings geïnteresseerde zal deze opbouw van het boek daarom niet prettig te lezen zijn. Toch is het werk wel interessant voor een ieder die meer wil weten van zeventiende-eeuws China. Brook geeft namelijk veel prijs over de positie van Chinese handelaren in de zeventiende-eeuw.
Vera Weterings