De museale snelweg af

de-museale-snelweg-af-belgie-en-noord-frankrijk-karel-schampers-boek-cover-9789462621015

Recensent: Vera Weterings

De museale snelweg af. België en Noord-Frankrijk, Karel Schampers

Waanders Uitgevers, Zwolle 2016
ISBN 978 94 6262 101 5

Paperback, met illustraties in kleur en zwart-wit, illustratieverantwoording en adressen van de besproken musea
220 pagina’s
€ 25,-

De museale snelweg af

“De laatste jaren zijn de grotere kunstmusea meer veranderd in goed geoliede tentoonstellingsmachines die, met de bedoeling zo veel mogelijk mensen te trekken en maximale inkomsten te genereren, aansprekende, laagdrempelige publiekstrekkers organiseren.” (p. 5)

Zo start oud-directeur van het Frans Hals Museum Karel Schampers zijn kunstreisgids door België en Noord-Frankrijk. Tot zijn frustratie kun je in die musea ook niet meer rustig naar de kunst kijken, maar schuifel je in tien rijen dik langs de werken. Schampers stelt dat musea zich steeds meer zijn gaan richten op het bieden van spectaculaire attracties die nauwelijks meerwaarde hebben voor de kunst en vaak helemaal niet aansluiten bij het karakter van het museum. Wat dat betreft had kunsthistoricus Rudi Fuchs het bij het rechte eind toen hij jaren geleden al het volgende stelde:

“Door die overmaat aan tentoonstellingen dreigen musea hun identiteit te verliezen in artistieke speculaties.” (p. 6)

Door het toenemende aantal musea dat zich gedraagt als doorgedraaide marketingmachine of pretpark dat aan de lopende band blockbuster-tentoonstellingen organiseert, verlangde Schampers naar kunstmusea waar nog een weldadige rust heerst en waar je ongestoord kunt rondkijken. Een plek waar kunst ongehinderd tot haar recht kan komen. Schampers vond zulke musea toen hij enige jaren geleden op doorreis naar het Zuiden besloot een bezoek te brengen aan Musée Matisse in Le Cateau-Cambrésis en Musée des Beaux-Arts in Tournai. Schampers was in dit laatste museum samen met zijn vrouw de enige bezoeker – op twee Engelse toeristen na die kwamen schuilen voor noodweer – en werd verrast door een adembenemende kunstcollectie met werken van onder andere Manet, Monet, Seurat, Van Gogh, Ensor, Jordaens en Van Dyck. Schampers realiseerde zich dat hij zoveel jaren aan deze bijzondere collectie was voorbijgereden en besloot deze ‘vergeten’ plekken in België en de aangrenzende strook van Noord-Frankrijk in kaart te brengen. Het resultaat is het boek De museale snelweg af.

In het boek laat hij de lezer kennismaken met pareltjes van musea. Hierbij moet wel genoteerd worden dat Schampers het voor zijn selectie van belang vond dat de musea wel moesten voldoen aan het predicaat ‘vergeten’. Schampers toetste dat aan het aantal bezoekers en de naamsbekendheid van het museum. Zo bezocht Schampers het Musée d’Ixelles in Brussel met een fraaie collectie zeventiende-eeuwse schilderkunst niet wetende dat het museum al een zekere bekendheid genoot. Dit museum heeft hij dan ook niet verder uitgewerkt in zijn boek. Echter niet alle ‘vergeten’ musea zijn opgenomen. Zo neemt Schampers geen blad voor de mond wanneer hij het heeft over Mu.ZEE in Oostende. Een belangrijk criterium voor Schampers is namelijk dat de kunst met zorg gepresenteerd wordt en die richtlijn wordt in Oostende bepaald niet nageleefd.

“De spaanplaten wandjes, de slechte verlichting (als de zwakke peertjes het tenminste doen) en de chaotische routing zijn niet alleen uitermate hinderlijk voor bezoekers, ze zijn ook funest voor de kunstwerken.” (p. 10)

In De museale snelweg af deelt Schampers de musea die er wat hem betreft qua collectie ofwel presentatie uitspringen en waarbij de openingstijden het de bezoeker praktisch ook toelaten het museum te bezoeken. Schampers krijgt het voor elkaar een bijzondere mix van interessante kunstuitstapjes te presenteren. Hij laat het in zijn boek namelijk niet alleen bij musea, maar hij somt ook een aantal kerken en kathedralen op die de moeite waard zijn om te bezoeken. Zo stippelt hij voor Antwerpen zelfs een aantal kerken uit voor de Rubens-liefhebber, zoals de Sint-Pauluskerk met De geseling en de Sint-Jacobskerk met Maria omringd door heiligen.

Enkele musea die Schampers beschrijft, heb ik zelf ook bezocht en ik kan dan ook met zekerheid stellen dat de musea in zijn boek met zorg zijn gekozen. Het zijn musea waar de kunst nog in zijn meest pure vorm te aanschouwen is zoals in Museum Mayer van den Bergh en Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. Mijn persoonlijke favoriet en een zeer aangename verrassing was La Piscine. Musée d’Art et d’Industrie in Roubaix. Dit is een prachtig voorbeeld van een overbodig geworden gebouw dat wordt getransformeerd tot museum. Het museum past in hetzelfde rijtje als Tate Modern in Londen dat is ondergebracht in een voormalige elektriciteitscentrale en het Musée d’Orsay in Parijs dat is gehuisvest in het oude treinstation Gare d’Orsay. De Franse architect Jean- Paul Philippon die betrokken was bij de verbouwing van Musée d’Orsay was ook verantwoordelijk voor de prachtige metamorfose van het museum in Roubaix dat is te vinden in het voormalige negentiende-eeuwse gemeentelijke zwembad. Bij de omvorming tot museum is er op prachtige wijze voor gezorgd dat de art-decostijl behouden bleef alsmede het zwembad, de douches en kleedhokjes. Deze ruimtes heeft de architect functioneel gemaakt voor de collectie; de douches en kleedcabines zijn bijvoorbeeld omgebouwd tot vitrines.

De musea die in het boek aan bod komen zijn van velerlei aard; van het Museum Mayer van den Bergh met een collectie kunst uit de veertiende tot en met de zeventiende-eeuw tot Musée de la Photografhie met een indrukwekkende collectie fotografie en van de Verbeke Foundation waar kunst, natuur en ecologie samenkomen tot het verbazingwekkende bouwsel de Toren van Eben Ezer. Anders dan de meeste gidsen heeft Schampers geen vast format gekozen voor de te beschrijven musea. Bang het geheel te eentonig te maken, kiest Schampers ervoor per museum datgene te belichten dat het beste past waardoor het museum het beste tot zijn recht komt. Zo richt Schampers zich de ene keer op de collectie en de andere keer op de ontstaansgeschiedenis van het museum. Ook besteedt hij geregeld aandacht aan het gebouw an sich en de visie van specifieke kunstenaars.

Al met al biedt De museale snelweg af een verrassende kunstreisgids door België en Noord-Frankrijk. Als lezer maak je kennis met een keur aan musea. Voor ieder wat wils dus! De prachtige foto’s in het boek en de heerlijke schrijfstijl van Schampers nodigen uit er zelf op uit te gaan. Het boek is één grote ontdekkingstocht en doet je verlangen naar meer. En gelukkig voor de lezer; Schampers werkt aan een volgend deel voor de Nederlandse musea. Ik kijk hier met veel plezier naar uit en kan zijn eerste deel van harte aanbevelen aan zowel kunstliefhebbers als een ieder die een origineel uitstapje zoekt tijdens zijn vakantie bij onze zuiderburen.

Vera Weterings

Lees ook mijn blog Terug naar de essentie van het museumbezoek over de boekpresentatie van De museale snelweg af met onder meer voordrachten van Ann Demeester (directeur Frans Hals Museum) en Pauline Slot (bekend van Museumbezoeking).

One thought on “De museale snelweg af

  1. Pingback:

Comments are closed.