De Romantiek in het Noorden

Detail van Landschap in de storm van Gerard van Nijmegen, 1804

De tentoonstelling De Romantiek in het noorden. Van Friedrich tot Turner opende afgelopen zaterdag in het Groninger Museum. Het museum heeft zichzelf werkelijk overtroffen met deze geweldige tentoonstelling die de nadruk legt op de Romantische schilderkunst van de hand van kunstenaars uit Scandinavië, Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland.

Zo’n vier jaar zijn de medewerkers van het museum ermee bezig geweest de 95 kunstwerken bijeen te brengen. De stukken zijn afkomstig van 41 bruikleengevers, veelal musea, en twee stukken bevonden zich al in de collectie van het museum zelf. Het idee voor een grootschalige tentoonstelling over Romantische landschapskunst uit Noord-Europa was nieuw. Sowieso komen de periode van de Romantiek en het landschap als thema in de schilderkunst er over het algemeen wat bekaaid vanaf in tentoonstellingsland. Met deze grote expositie van internationale allure heeft het Groninger Museum dat op fraaie wijze rechtgezet.

De tentoonstelling is per land en thema vormgegeven. De bezoeker start bij Italië, onvermijdelijk ook bij een tentoonstelling over Noord-Europese schilders, vanwege de grote rol die Italië speelde in de ontwikkeling van elke kunstenaar destijds. Als je serieus een schilderscarrière wilde opbouwen, kon je er niet omheen om voor kortere of langere tijd in Italië te vertoeven. Na deze eerste zaal begint het spektakel echter. Grote doeken van meters hoog en breed, die je meesleuren naar onherbergzame oorden; kolkende rivieren, besneeuwde bergtoppen en ruige kusten. Ze zijn met vaardig penseel op het doek gezet en verbeelden de almacht der natuur. De mens is vaak een nietige toeschouwer op het toneel van Gods schepping.

Internationale grootheden als Caspar David Friedrich (1774-1840) en Joseph Mallard William Turner (1775-1851) zijn ruim vertegenwoordigt op de expositie. Voor mij persoonlijk was het echter de mij totnogtoe onbekende Noor Knud Baade (1808-1879)  die de show stal met enkele prachtige doeken waarin hij een bijzondere weergave van het ruige landschap combineert met historiserende verwijzingen. De mooiste voorbeelden waren voor mij zijn Scène uit de tijd van de Noorse saga’s uit 1850, tevens het campagnebeeld van de tentoonstelling, en Monument bij het fjord uit 1844. Daarbij moet ik onmiddellijk aantekenen dat het uitlichten van enkele schilderijen in een zo mooie tentoonstelling als vanzelf onrecht doet aan de overige schilderijen. Zo houden ook onze landgenoten Gerard van Nijmegen (1735-1808) en Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862) ’s-lands eer hoog met prachtige woeste Nederlandse landschappen.

Detail van Monument bij het fjord van Knud Baade, 1844

Het mag duidelijk zijn dat deze tentoonstelling een absolute aanrader is voor liefhebbers van natuur en schilderkunst. Ga vooral naar Groningen om dat met eigen ogen te aanschouwen, dat kan nog tot en met 6 mei 2018.

Wouter van Dijk