Recensent: Vera Weterings
De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte, Laura Prins, Louis van Tilborgh, Nienke Bakker, e.a.
Mercatorfonds i.s.m. Van Gogh Museum, Amsterdam 2016
ISBN 987 94 6230 1429
Harde kaft, met illustraties in kleur en zwart-wit, notenapparaat, bibliografie en namenregister
175 pagina’s
€ 25,-
De waanzin nabij
Ik zou niet bepaald voor krankzinnigheid gekozen hebben (…) maar als je eenmaal zoiets hebt, kun je het niet meer krijgen. Toch blijft mij wellicht bovendien nog de troost een beetje door te kunnen gaan met schilderen.”
Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 21 april 1889 [760] (p. 8)
Met dit citaat start het voorwoord van de tentoonstellingspublicatie De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte, een treffende keuze voor een kunstenaar die velen kennen van zijn afgesneden oor en de vraagtekens die zijn zelfmoord opwekken. Van Gogh weet in zijn brieven op indringende wijze te verwoorden hoe zijn ziekte – zo onvoorspelbaar als deze was – hem op de proef stelde en zijn toekomst beïnvloedde. Het Van Gogh Museum wijdt met De waanzin nabij voor het eerst een tentoonstelling aan Van Gogh en zijn ziekte. In deze tentoonstelling zijn zo’n 25 schilderijen en tekeningen uit de laatste anderhalf jaar van Van Goghs leven te zien en wil het museum tonen hoe zijn kunst niet moet worden beschouwd als een product van zijn ziekte maar ontstond ondanks die ziekte. Uiteraard is wel aandacht voor de manier waarop Van Goghs psychische gesteldheid zijn werk al dan niet beïnvloedde. Naast eigen werken zijn ook archiefstukken ruimschoots vertegenwoordigd op de tentoonstelling en in de bijbehorende publicatie, waaronder de onlangs ontdekte brief van dokter Rey met tekeningen die laten zien dat Van Gogh niet een deel van zijn oor, maar zijn gehele oor afsneed.
Zo wordt in de publicatie en op de tentoonstelling aan de hand van correspondentie van Van Gogh en zijn werken duidelijk hoe de kunstenaar met zijn ziekte omging en hoe hij deze ervoer. Echter niet alleen Van Goghs perspectief wordt belicht, ook dat van personen uit zijn omgeving. In het boek zijn brieven en getuigenissen van de mensen uit zijn omgeving voor het eerst volledig en in Nederlandse vertaling gepubliceerd. Het gaat hierbij onder andere om de brieven van Emilie Bernard over Van Goghs eerste zenuwcrisis en zijn dramatische dood alsook documenten uit het gemeentearchief van Arles die betrekking hebben op de zorgwekkende situatie waarin Van Gogh verkeerde. Met name dit laatste document, het politierapport en de petitie uit 1889 van Van Goghs buurtbewoners uit Arles om hem te laten opsluiten zorgen ervoor dat je als lezer zeer dichtbij komt. De lezer krijgt hiermee een bijzonder gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen rond zijn ‘oorincident’, de ziekenhuisopname die erop volgde en zijn verblijf in de psychiatrische inrichting. Het is bijzonder fraai dat er op de tentoonstelling een fraaie collage is gemaakt waarbij Van Goghs werken van verschillende ruimtes en delen van de tuin van de instelling geplaatst zijn naast foto’s van diezelfde plekken. In het boek zijn deze afbeeldingen ook opgenomen.
Naast Van Goghs eigen beleving van zijn ziekte, getuigenissen en correspondentie van zijn broer en artsen, bevat de publicatie ook een zeer heldere en uitgebreide chronologie alsmede een overzicht van de talloze diagnoses die in de loop der tijden door artsen zijn gesteld. Veel medici hebben zich immers niet alleen tijdens Van Goghs leven over zijn ziekte gebogen, maar ook daarna. Vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw verschenen medische en psychologische publicaties waarin is geprobeerd een diagnose te stellen van de ziekte waaraan hij leed.
Op de tentoonstelling en in de publicatie wordt ook ruimschoots aandacht besteed aan Van Goghs zelfmoord. Zo wordt de revolver getoond die in een veld bij Auvers-sur-Oise is gevonden waar Van Gogh zijn zelfmoordpoging deed. Hoewel het niet met zekerheid is vast te stellen wordt wel gespeculeerd dat dit het wapen is waarmee hij zich van het leven wilde beroven. Een bijzonder welkome toevoeging in het boek is de aandacht die er wordt geschonken aan de dood van Van Gogh. Vaak wordt als het over Van Gogh en zijn ziekte gaat de nadruk gelegd op het ‘oorincident’ en de zelfmoordpoging an sich, maar is nauwelijks aandacht voor zijn begrafenis en hoe zijn naasten hiermee omgingen. In de publicatie wordt aandacht besteed aan de uitnodigingen voor zijn begrafenis en is de brief te lezen die Emile Bernard op 31 juli 1890 zond aan Gabriel-Albert Aurier. In deze brief beschrijft hij uitvoerig de begrafenis van Van Gogh. Hij beschrijft de bloemen op zijn doodskist – zonnebloemen – en hoe dokter Gachet op het kerkhof een laatste eerbetoon uitspreekt.
Al met al is het Van Gogh Museum er met deze tentoonstelling en bijbehorende publicatie in geslaagd om een genuanceerd beeld te schetsen van een aspect uit Van Goghs leven dat velen blijft fascineren. De combinatie van eigen kunstwerken en correspondentie, archiefstukken zoals petities en registers uit de inrichting alsook correspondentie over Van Gogh en doktersrapporten, schetst voor de lezer een helder beeld. Met name de opname van de vertalingen van nooit eerder vertoonde archiefstukken brengt Van Goghs ziektebeeld erg dichtbij. Zo zijn de specialisten van het Van Gogh Museum erin geslaagd om aan de hand van de meest recente wetenschappelijke inzichten een gedetailleerde en rijkelijk geïllustreerde reconstructie van de laatste anderhalf jaar van Van Goghs leven neer te zetten. Het boek is dan ook zeker een aanrader wanneer je geïnteresseerd bent in Van Goghs leven en ook de tentoonstelling over dit intrigerende onderwerp is een bezoekje waard!
Vera Weterings
De tentoonstelling De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte is nog tot en met 25 september 2016 in het Van Gogh Museum in Amsterdam te bezoeken.