“Rare jongens, die Romeinen”, dat is een welbekende uitspraak die zijn oorsprong vindt in de strip Asterix en Obelix. De Franse tekenaar Albert Uderzo en scenarioschrijver René Goscinny startten de stripreeks in het Franse stripblad Pilote op 29 oktober 1959. Vandaag kwam het droeve nieuws naar buiten dat tekenaar Uderzo op 92-jarige leeftijd is overleden in zijn slaap. Uderzo deed in 2011 al afscheid als maker van de wereldberoemde stripreeks. De tekenaar van Asterix en Obelix heeft een belangrijke rol gespeeld bij de fascinatie voor historie, zowel bij mijzelf als bij velen. Daarom vandaag een ode aan de man die geschiedenis met een knipoog maakt.
In de stripboeken van Uderzo en Goscinny kon jong en oud kennismaken met de wereld van Asterix en Obelix die woonden in het Gallische dorp uit circa 50 voor Christus dat moedig weerstand bood aan het grote Romeinse Rijk. Asterix speelt zich af in het verleden, maar is de strip complete fictie in een leuke setting of schuilt er ook nog een kern van historische waarheid achter deze populaire strip?
Parodieën, karikaturen en verwijzingen
Asterix is niet alleen een stripboek voor jongeren die van een avontuurlijk verhaal houden. Door de vele verborgen woordgrapjes en parodieën is het stripboek net zo leuk, of misschien zelfs nog plezieriger voor volwassenen. Zo zijn er in verschillende albums karikaturen te vinden van bekende (historische) figuren. In het album De grote oversteek reist Christoffel Columbus mee als Deense Viking en in het album Asterix bij de Britten is Winston Churchill te vinden in het Britse stamhoofd. Ook bekende muzikanten en filmpersonages worden aangehaald, zoals Monkix in het album Asterix en de Noormannen die verwijst naar The Monkees of Nulnulnix (Frans: zérozérosix ) in het album De odyssee van Asterix, een hommage aan Sean Connery die James Bond (007) vertolkte.
Daarnaast zijn ook kunstwerken verbasterd tot een Asterix-uitvoering, neem bijvoorbeeld Het vlot van de Medusa van Théodore Géricault in Asterix en het 1ste legioen of De boerenbruiloft van Pieter Bruegel die is verwerkt in Asterix en de Belgen. Ook de passage op de slavenmarkt in het album De Lauwerkrans van Caesar is erg vermakelijk. Hierin verbeeld een slaaf die verdacht veel lijkt op Sylvester Stallone verschillende klassieke beelden: de beroemde Laocoongroep, De Denker en De Discuswerper.
Zelfs andere stripboeken komen in Asterix terug. Zo zijn de piraten die in verschillende verhalen terugkomen een parodie op de strip Roodbaard. Ook Kuifje is verschillende keren terug te vinden, in Asterix en het 1ste legioen is het Kuifje zelf die verschijnt als de Belgische soldaat Vlamix en in Asterix en de Belgen komen Jansen & Janssen terug.
Woordspelingen
Het is spijtig dat de meeste namen uit het Frans zijn vertaald naar het Nederlands. Hiermee zijn namelijk vele woordgrapjes verloren gegaan. Neem bijvoorbeeld de hoofdman van het dorp, in het Nederlands staat hij bekend als Heroïx. In het Frans heet hij Abraracourcix, dit is een woordspeling op à bras raccourcis, een Franse uitdrukking voor ‘met verkorte armen, oftewel: altijd klaar om erop te slaan, maar wel met korte armpjes, zoals de minderheid van de Galliërs in de stripalbums menig keer tegen de grote Romeinse supermacht tekeer gaat.
Een ander leuk voorbeeld is de bard Kakafonix. Tot voor kort heette hij, net zoals in het Frans, Assurancetourix: een woordspeling op Assurance à tous risques: een all risk-verzekering. Zo beschermde hij de Galliërs met zijn gezang tegen de Noormannen. Ook de visboer van het dorp, Kostunrix heeft een bijzondere Franse naam: Ordralfabétix. Dit betekent op alfabetische volgorde, geen wonder dus dat er in het dorp vaak erg lang op zijn vis gewacht moet worden.
Maar waar komen de namen van de hoofdrolspelers Asterix en Obelix dan vandaan? Asterix verwijst naar het typografische symbool in de vorm van een sterretje: een asterisk (*). Dit symbool wordt in teksten vaak gebruikt als voetnoot die iets verduidelijkt. Ook de naam Obelix is te herleiden uit de typografie: het kruisvormige leesteken (†), de Franse obèle. Net als de asterisk is de obelisk ook een leesteken voor een voetnoot. En als je deze namen vertaald naar de stripalbums zou je kunnen zeggen dat Asterix en Obelix als het ware voetnoten zijn bij de wereldgeschiedenis.
Geschiedenisles
Los van de vele grappen die in de stripalbums zijn verwerkt, schuilt er een grote kern van waarheid in de verhalen. Als voorbeeld neem ik Asterix en de Noormannen, in dit stripboek is het volk van de Vikingen grotendeels historisch verantwoord afgebeeld: de kleren, het schoeisel, het eet- en drinkgerei en de wapens zijn vergelijkbaar met die van de Vikingen. Zelfs bij de verbeelding van de Vikingschepen is er op gelet de schilden aan de bakboordzijde van het schip op een juiste manier aft e beelden. Een verwijzing naar het populaire beeld van de Vikingen die wel in het stripalbum is geslopen zijn de helmen met hoorns. Dit is een beeld dat vaak van de Vikingen wordt geschetst, maar bewijs voor dergelijke hoofddeksels is nooit teruggevonden bij archeologische opgravingen.
Vera Weterings