Recensent: Vera Weterings
Het proces tegen Wilhelm II. Een vonnis over de schuld van de Duitse keizer aan WO I, Hans Andriessen, Paul Mevis en Willem Sinninghe Damsté
Uitgeverij Lannoo, Tielt 2016
ISBN 978 94 014 2983 2
Harde kaft, met illustraties in zwart-wit, overzicht bewijsstukken, notenapparaat
520 pagina’s
€ 34,99
Het proces tegen Wilhelm II
Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW) bevordert het bij elkaar brengen van professionele onderzoekers en geïnteresseerden in de oorzaken en gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. SSEW organiseert studiereizen, lezingen, conferenties en onderwijs binnen dit thema en maakt ook gebruik van bronnen- en literatuuronderzoek voor publicaties. Vanuit dit perspectief is binnen de SSEW het plan opgevat om op basis van de destijds beschikbare bronnen en documenten, te bestuderen tot welk oordeel onafhankelijke rechters gekomen zouden zijn indien keizer Wilhelm II voor de aanklachten uit het Verdrag van Versailles ongeveer honderd jaar geleden terecht had gestaan. Een team van historici en juristen heeft zich acht jaar lang gebogen over de vraag hoe het geplande proces tegen de Duitse keizer Wilhelm II verlopen zou zijn indien Nederland hem na de Eerste Wereldoorlog uitgeleverd zou hebben. Doordat dit niet is gebeurd, hebben de geallieerden nooit de kans gekregen om de keizer ter verantwoording te roepen voor het starten van een wereldoorlog en een reeks andere aanklachten.
Het resultaat van dit onderzoek is een kloek boek met daarin een studie naar de houdbaarheid van de door de geallieerden in het Verdrag van Versailles opgenomen aanklachten tegen de Duitse keizer Wilhelm II:
- Het beginnen van een aanvalsoorlog
- De inval in België
- De verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden in België door Duitse onderdanen begaan
- De verantwoordelijkheid voor de schending van internationale wetten en gebruiken van de oorlog
- De verantwoordelijkheid voor het beginnen van een onbeperkte onderzeebootoorlog door Duitsland
In het boek zijn niet alleen de historische feiten te vinden die er over de Eerste Wereldoorlog bekend zijn, maar wordt ook de strafrechtelijke schuld van de keizer onderzocht. Dit maakt dit boek niet alleen historisch interessant, maar ook juridisch. In het werk wordt namelijk teruggegrepen op de oorsprong van belangrijke internationale rechtspraak. Het boek vat de tegen de keizer ingebrachte aanklachten samen, waarna een verdediger in een uitgebreid pleidooi de keizer van schuld probeert vrij te pleiten. Tot slot wordt door een Hof, samengesteld uit drie professionele en op het gebied van het toenmalige internationale recht gespecialiseerde juristen een vonnis uitgesproken.
Aan het boek werkte een team van de SSEW mee, waaronder initiatiefnemer en hoofdauteur Hans Andriessen. Andriessen schreef eerder De Eerste Wereldoorlog in foto’s. Tevens is hij oprichter van de SSEW. Mede-auteur Paul Mevis is hoogleraar strafrecht aan Erasmus Universiteit Rotterdam en Willem Sinninghe Damsté is jurist en schrijver. De rechters die aan het project meewerkten zijn Jan Reijntjes, Ruud Rosingh en Marijke van de Vrugt. Het boek werd gepresenteerd op woensdag 17 februari in Kasteel Amerongen, de plaats waar voormalig keizer Wilhelm II enige tijd verbleef toen hij naar Nederland vluchtte. Net als in het boek werd tijdens de speciale middag in Amerongen het proces van Wilhelm II nagespeeld via een requisitoir, een pleidooi en een vonnis dat inzicht gaf in hoeverre de keizer schuldig was aan het hem tenlastegelegde. Op vier van de vijf aanklachten wordt Wilhelm II onschuldig verklaard. Uiteindelijk wordt Wilhelm II alleen schuldig bevonden aan de inval in België. Immers onder zijn leiding hebben troepen van het Duitse Rijk opzettelijk de neutraliteit van het Koninkrijk België geschonden, terwijl die neutraliteit uitdrukkelijk door het Duitse Rijk was gegarandeerd. De straf die de beklaagde krijgt is – hoe ironisch – levenslange detentie, te ondergaan in huize Doorn, waar de ex-keizer ook daadwerkelijk de laatste jaren van zijn leven sleet.
Wat als lezer direct opvalt is dat het merendeel van het boek in beslag wordt genomen door de verdediging. Deze onevenredigheid in het aantal pagina’s is door de samenstellers van de publicatie bewust gekozen. Dit heeft er mee te maken dat er in de opinievorming over de keizer en zijn handelingen de afgelopen honderd jaar veel theorieën het licht hebben gezien, die elk een eigen leven zijn gaan leiden en daardoor de werkelijkheid vaak op groteske wijze hebben verdraaid. In het pleidooi wordt veel aandacht besteed aan de werkelijke gebeurtenissen, op deze manier wordt getracht de ‘misvormde’ visie op de gebeurtenissen met kracht tegen te gaan en de nadruk te leggen op wat er in werkelijkheid plaatsvond. Dat de verdediging hierdoor veel uitgebreider is dan de verwoording van de aanklachten is niet verwonderlijk en ook geheel in lijn met een proces. Hierin zijn de door de verdediging ingediende stukken nu eenmaal vaak veel omvangrijker dan de aanklachten. De juridische invalshoek van dit onderzoek heeft ertoe geleid dat de schrijfstijl van het boek ook dusdanig is aangepast aan de beschrijving van een proces, met de juiste juridische termen die daarbij horen. Voor de historische context is een beroep gedaan op historici. De bewijs- en andere relevante processtukken zijn niet in het boek te vinden, maar online op de website van de SSEW.
De samenwerking van historici en juristen maakt deze what if-geschiedschrijving tot een bijzonder interessant werk over de Eerste Wereldoorlog. De Duitse keizer Wilhelm II krijgt alsnog na bijna honderd jaar het proces waaraan hij ontsnapte, zij het wat eerlijker dan waarschijnlijk honderd jaar geleden het geval geweest zou zijn. Bovendien is het door de rechters uitgesproken eindoordeel een historische primeur. Voor het eerst in de geschiedenis wordt de verantwoordelijkheid van de Duitse ex-keizer voor het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog op objectieve wijze beoordeeld. Het oordeel is daarom van groot belang voor de interpretatie van de geschiedschrijving over de Eerste Wereldoorlog. De SSEW heeft met dit project dan ook niet beoogd een hoofdstuk over de Eerste Wereldoorlog te sluiten, maar juist een nieuw te openen. De SSEW hoopt immers met dit boek de discussie over de rol van de keizer in de Eerste Wereldoorlog nieuw leven in te blazen. Hoewel het boek een flinke pil is en de juridische opbouw op het eerste gezicht stug oogt, is het boek zeer boeiend geschreven en zullen de vele historische feiten en juridische overwegingen zowel historici als juristen aanspreken.
Vera Weterings