In de Hoogstraat

De Hoogstraat is een van de oudste wegen van Schiedam, een winkelstraat en een woonstraat. Deze zomer zet het Stedelijk Museum Schiedam de straat in de spotlights met de tentoonstelling In de Hoogstraat. Een straat vol verhalen, van kabouter tot kinderwagen, van paard tot koekje. Allemaal verhalen uit een winkelstraat.

In de tentoonstelling ontmoet je bewoners en ondernemers van nu en vroeger. De straat is een plek van protesten, parades en feesten. De straat staat symbool voor veel winkelstraten in Nederland waar schaarste en overvloed, trends en tradities hun sporen na lieten. Zorgen zijn er ook, al gaat er bijna elke maand wel een winkel open. Dit jaar kwam er onder andere een plek om te brunchen bij, een winkel voor bier en lp’s, en een kapsalon. Op de tentoonstelling kun je zien dat mensen al eeuwenlang van buiten de stad naar de Hoogstraat komen om een winkel te openen. In de negentiende eeuw begon Fries Romke Brinkman een rijwielhandel, Duitse migranten waren kleermaker, bakker of stucadoor. Een ondernemersgeest was niet aan mannen voorbehouden. ‘Juffrouwen’ hadden een hoedenatelier aan huis of begonnen een winkel samen met hun zus. Getrouwde vrouwen stonden achter de toonbank terwijl hun man het brood bakte of de vis fileerde. Weduwen hielden de zaak draaiende, soms totdat de oudste zoon het over kon nemen. En nog altijd zijn vrouwen de drijvende kracht, ook bij het museum. Zo werd de tentoonstelling samengesteld door stadsconservator Merel van der Vaart.  Zij zocht contact met de ondernemers van vroeger en nu. Met behulp van een oproep in de lokale media kwam ze in contact met (oud-)Schiedammers die met hun verhalen en voorwerpen de tentoonstelling completer maakten. Zij deelden foto’s uit privé-albums, maar ook spullen, gekocht in gezichtsbepalende winkels als kinderwinkel De Ooijevaar. Zo is in de tentoonstelling een trapauto te zien, een mintgroene Renault. De particulier die het uitleent voor de tentoonstelling herinnert zich de markante eigenaar van De Ooijevaar. ‘Hij reed altijd over de Hoogstraat in een cabrio sportwagen, zo een met achterop een rekje voor een koffer.’

Het oudste voorwerp op de tentoonstelling is een achttiende-eeuws snijraam. Het versierde bovenlicht zat ooit boven de deur van Koffie-, thee- en tabaksmagazijn ’t Roode Anker. Bijna een eeuw lang, vanaf 1775, kon je daar een pijpje stoppen. Ook zijn de letters van Bloemenmagazijn Rosa te zien, die eerder dit jaar aan de museumcollectie werden toegevoegd. Bloemenmagazijn Rosa was generaties lang een begrip in de Hoogstraat. In 1914 werd het bedrijf opgericht door Jan Krabbendam. Bij het honderdjarig bestaan kreeg de winkel het predicaat hofleverancier. De winkel sloot eind 2018. Bijzonder is dat het publiek gedurende de tentoonstelling deze zelf kan aanvullen met foto’s en andere spullen die aan de Hoogstraat herinneren.

Naast al deze persoonlijke verhalen maakte kunstenaar Erik Mattijssen (1957) speciaal voor deze tentoonstelling een wandvullende installatie van 7.5 bij 3 meter. Mattijssen die op de bovenste verdieping van het museum meer van zijn werk van de afgelopen kwart eeuw laat zien, was altijd geïntrigeerd door de Hoogstraat. Bijna alles wat hij afbeeldt, komt van de Hoogstraat, van drankfles tot dildo. Hij belde hier en daar aan, voerde gesprekken en hoorde veerkracht, iets vitaals en het idee dat het wel goed gaat komen. Mattijssen: “Het is een collage van alles wat de straat voor mij vertegenwoordigt. Het is een keuze, er is nog veel meer, maar ik wilde in ieder geval dat er veel op te beleven zou zijn. Dat je er lang naar kunt kijken en het kan herkennen.”

Vera Weterings

De tentoonstelling In de Hoogstraat is nog tot en met 6 oktober 2019 te zien het Stedelijk Museum Schiedam.