Kijken, proeven, denken – Hoe kunst, kritiek en filosofie elkaar aanvullen

Recensent: Vera Weterings

Kijken, proeven, denken. Essays over kunst, kritiek en filosofie, Thijs Lijster

De Bezige Bij, Amsterdam 2019
ISBN 9789003144504

Paperback met illustraties in kleur en zwart-wit
272 pagina’s
€ 24,95

Kijken, proeven, denken

Doorgaans ziet men een kunstwerk als een passief object. Kunst is iets waar we óver spreken, nadenken, reflecteren en discussiëren. Er is echter een veel actievere rol voor kunst weggelegd waarbij de kunst en de filosofie elkaar juist aanvullen en nodig hebben. Universitair docent kunst- en cultuurfilosofie Thijs Lijster neemt dit uitgangspunt als onderwerp voor zijn boek ´Kijken, proeven en denken´. 

Het kunstwerk heeft de filosofie nodig om het denkproces dat zich in het werk voltrekt tot spreken te brengen. Andersom heeft filosofie de kunst nodig om zichtbaar en voelbaar te maken dat denken zich niet tot een louter discursief en conceptueel proces laat beperken. De rode draad in Lijsters boek laat zich niet zozeer inhoudelijk vatten, maar zit hem in een houding ten opzichte van kunst, kritiek en filosofie, oftewel een denken-door-kunst. In het drieluik kijken, proeven en denken staan achtereenvolgens de kunst, de kritiek en de filosofie centraal aan de hand van uiteenlopende onderwerpen als de moderne ervaring van tijd, zelfhulp en kapitalisme.

Als grenzen vervagen

De lijst van het schilderij is van oudsher het kader dat de kunst van de werkelijkheid afbakent. Die zegt eigenlijk; hier begint een andere wereld. Maar tegelijkertijd kan en mag de werkelijkheid nooit volledig buitengesloten worden van het kunstwerk, anders zou het volstrekt betekenisloos zijn. Het werk van Marijke van Warmerdam toont hoe kunst fungeert als een deur, op de drempel tussen binnen en buiten, tussen verbeeldingskracht en werkelijkheid. Voor de ideale esthetische ervaring is een onbevangen houding nodig. Het is echter naïef om te denken dat dit in de praktijk voorkomt. Iedereen draagt altijd een pakket aan opvattingen, normen, oordelen en beelden met zich mee tijdens een museumbezoek, een soort audiotour in ons hoofd. Dat pakket hebben we al dan niet bewust meegekregen door de kunstgeschiedenis, onze opvoeding en door de beelden uit de populaire cultuur die ons dagelijks omringen.

Luister en huiver

De kunstkritiek is in staat om dat pakket van onbewuste vooroordelen te expliciteren en daarmee ter discussie te stellen. Een goede criticus stuurt je blik, houdt je aandacht vast, doet je telkens weer opnieuw kijken en velt een oordeel. De kunstcriticus staat echter onder druk omdat er vanuit twee hoeken een beroep op haar wordt gedaan. Aan de ene kant dient zij het publieke karakter van de kunstwereld te waarborgen en het publieke debat over de kunsten te voeden. Aan de andere kant verlangt de zich voortdurend ontwikkelde kunstwereld dat zij een taal vindt om dat te zeggen wat zich niet in de bestaande taal laat uitdrukken en wat juist vervreemdend werkt bij het grote publiek.

Open de ogen

Alom klinkt de oproep tot meer diversiteit en inclusiviteit, tot betere zichtbaarheid van onder-gerepresenteerde minderheden. Daarentegen klinkt echter ook steeds harder de wens om vast te houden aan traditionele identiteiten. Groepsidentiteiten lijken een collectieve obsessie te zijn geworden, in Nederland net zo goed als daarbuiten. In een veranderende wereld houden we wanhopig vast aan wat we kennen, aan wat ‘wij’ zijn. Maar wie die ‘wij’ zijn, en wie het recht of de mogelijkheden heeft om dat vast te stellen, is inzet van voortdurende discussie. Volgens kunstenaar Julian Rosefeldt luisteren we onvoldoende naar wat de kunstenaars ons vandaag te vertellen hebben, omdat ze overschreeuwd worden door de veelheid aan en kakofonie van stemmen en meningen die ons in het dagelijks leven omringen. Identiteit is evenzeer een spel van de verbeelding, een verhaal dat we onszelf en elkaar vertellen, en aan dat verhaal en de manier waarop het verteld wordt kan de kunst een belangrijke bijdrage leveren. Door met identiteiten te experimenteren kunnen kunstenaars ons juist de ogen openen voor de ander, naast én in onszelf.

Vera Weterings