Lessen in vrijgevigheid

Wybrand Hendriks, De Ovale Zaal van Teylers Museum (ca. 1800-1820)

De oorsprong van het mecenaat is te vinden bij de Romeinen en dit fenomeen heeft door de eeuwen heen stand gehouden. Ook de Nederlandse geschiedenis kent cultuurmecenassen zoals Pieter Teyler van der Hulst, aan wie we het Teylers Museum te danken hebben, en Helene Kröller-Müller, bekend door het Kröller-Müller Museum. Toch is het mecenaat geen welbekend fenomeen. De afgelopen jaren van bezuinigingen en politieke veranderingen vragen om een terugkeer van de mecenas. Een versterking en herwaardering van de rol van de mecenas in Nederland is hiervoor van groot belang. Een dergelijke geefcultuur zoals die in Nederland zo wenselijk is, bestaat al jaren in andere landen.

Hoewel er in Nederland al fiscale regelingen zijn die een stimulans kunnen bieden voor giften, steekt de Nederlandse regelgeving schril af bij de mogelijkheden elders in Europa. Met name het voorbeeld van Le Mécénat wetgeving in Frankrijk leert ons dat de daar geldende fiscale maatregelen niet alleen leiden tot significante, directe investeringen door het bedrijfsleven in de culturele sector maar tevens tot een grotere betrokkenheid van deze bedrijven bij cultuur waardoor de relevantie van de culturele instellingen extra wordt vergroot. Een grotere relevantie, waar het uiteindelijk allemaal om is te doen.

Bibliotheek Rotterdam

Met de Geefwet uit 2012 hoopte de Nederlandse regering het cultuurmecenaat nieuw leven in te blazen. Deze wet biedt door de fiscale voordelen een extra stimulans om giften aan culturele instellingen te geven. Zo zorgt de wet voor voordelen op het gebied van de vennootschapsbelasting (VPB) en de inkomstenbelasting (IB) bij giften voor instellingen met een ANBI status (Algemeen Nut Beogende Instelling). Instellingen met een ANBI status zijn bijvoorbeeld de Bibliotheek Rotterdam, het Regionaal Archief Alkmaar, Stichting Nederlands Fotomuseum, het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis en de Universiteit Leiden.

Han Nefkens is het rolmodel voor de cultuurmecenas in de Nederlandse kunst- en cultuursector. Met zijn giften aan kunst wil hij andere mensen laten meegenieten. Zijn idee hierachter: het proces van kunst financieren en verzamelen is voor hem waardevoller dan het hebben van het uiteindelijke werk. Bovendien is kunst er om gezien te worden door zoveel mogelijk mensen. In een museum gaat dat gemakkelijker dan wanneer het bij hem thuis aan de muur hangt.

Echter, niet alleen de vrijgevige burger kan zijn steentje bijdragen. Het bedrijfsmecenaat is in Nederland in opkomst. Veel culturele instellingen weten echter nog niet goed hoe ze bedrijven aan zich kunnen koppelen en wat de fiscale voordelen precies zijn. Want bij welke bedrijven kun je vooral steun zoeken, wat zijn de grootste gevers? Dat zijn de banken, zij zijn verantwoordelijk voor de grootste mecenaatacties. Maar ook andere bedrijven kunnen zich in het maatpak van de mecenas hijsen wanneer zij meer op de hoogte zijn van de fiscale voordelen.

Maar wat zijn die fiscale voordelen? Bij een gift aan een culturele ANBI is het gegeven bedrag plus 50% van de gift aftrekbaar van de VPB. Deze verhoging van 50% is echter maximaal € 2.500, dus ook bij een bedrag boven de € 5.000 blijft de extra aftrek € 2.500. Helaas blijkt uit cijfers dat het geefklimaat in Nederland niet groeit. Uit het tweejaarlijkse onderzoek Geven in Nederland van de Werkgroep Filantropische Studies van de Vrije Universiteit blijkt dat Nederlandse particulieren en bedrijven minder geld geven aan goede doelen. Het bedrag is van ruim 4,7 miljard euro in 2009 gedaald naar krap 4,25 miljard euro in 2011.

De Geefwet is momenteel zeer belangrijk voor musea. Giften vormen een significant onderdeel van de museuminkomsten. Dit jaar wordt de wet geëvalueerd en dat leidde afgelopen woensdag, 12 april 2017 tot de overhandiging van een manifest. Johnny de Mol heeft toen het manifest Filantropie is onmisbaar in onze samenleving aan de Tweede Kamer aangeboden.  In dit manifest wordt steun gevraagd voor meer erkenning en voor concrete maatregelen, zoals handhaving van de giftenaftrek en meer mogelijkheden voor mensen om vrijwilligerswerk te doen, ook met een uitkering of verblijfsstatus. Nederland kent immers een rijke traditie als het gaat om filantropie. Bijna één op de twee Nederlanders doet zelfs vrijwilligerswerk. Het Manifest is ondertekend door Goede Doelen Nederland, FIN, CIO, Nederland Filantropieland, SBF, NOV, Partos, Goede Doelen Platform, Partin, Theo Schuyt (Hoogleraar Filantropische studies VU Amsterdam), Centre for Strategic Philanthropy Erasmus, Federatie Cultuur, NOC*NSF en Kunsten’92. Jan van Berkel, voorzitter Goede Doelen Nederland, over het manifest:

“Dit breed gedragen manifest is een oproep aan informateur en onderhandelaars om een heldere visie op filantropie op te nemen in het regeerakkoord. De overheid heeft daar zelf een groot belang bij. Wij vragen geen miljardeninvesteringen, maar erkenning, uitgedrukt in overheidsbeleid dat ruimte biedt, barrières wegneemt en nieuwe barrières voorkomt. Laat bijvoorbeeld de giftenaftrek intact.”

Vera Weterings

Deze blog is deels ontleend aan twee artikelen die ik in 2013 schreef voor ORIGINE: Lessen in vrijgevigheid en Delen met anderen. De gulle particuliere gever en het fonds op naam.