Nederland in 7 overstromingen, Leontine van de Stadt
Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, Zutphen 2013
ISBN: 978 90 5730 953 3
Gebonden, rijk geïllustreerd, met illustratieverantwoording en index
176 pagina’s
€29,95
Een geschiedenis van Nederland en het water
De Nederlanders en hun leven met en voortdurende strijd tegen het water. Het blijft een populair thema, niet alleen in het buitenland maar ook binnen onze landsgrenzen, zo blijkt uit het recent verschenen werk van wetenschapsjournaliste Leontine van de Stadt.Nederland in 7 overstromingen verscheen tegelijkertijd met de gelijknamige tv-serie van de NTR, en tentoonstelling in het Zuiderzeemuseum, en behandelt in zeven hoofdstukken vanuit verschillende invalshoeken de band van Nederland en zijn bewoners met het water. Deze titel is echter enigszins misleidend. Waar je bij het lezen ervan een chronologische behandeling van een zevental overstromingsrampen zou verwachten blijkt uit de inhoudsopgave dat het boek hinkt op twee gedachten. Enerzijds behandelt het boek daadwerkelijk watersnoden uit de Nederlandse geschiedenis, zoals de Allerheiligenvloed van 1170 (hoofdstuk 1), de Zuiderzeeramp van 1916 (hoofdstuk 2) en de watersnoodramp van 1953 (hoofdstuk 5). Anderzijds worden deze hoofdstukken afgewisseld door thematische behandelingen zoals die over de inzet van het water in Nederland als wapen in tijden van oorlog (hoofdstuk 2) en de rol van water in natuurbehoud en -ontwikkeling (hoofdstuk 6).
Voorbijgaand aan deze wat warrige opzet van het boek moet gezegd dat het boek er erg aantrekkelijk uitziet en duidelijk voor een breed publiek geschreven is. Het boek bevat vele prachtige kleurenillustraties, waaronder bijzondere foto’s, afdrukken van honderden jaren oude kaarten en een scala aan prenten en tekeningen. Dit zorgt er ongetwijfeld voor dat het thema van het boek ook gaat leven voor lezers die niet a priori geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Nederland en het water. Daarbij zorgen de regelmatig terugkerende kaderteksten en bronfragmenten voor een interessante verbreding en verlevendiging van de eigenlijke tekst. Zo wordt tijdens de behandeling van het Nederlandse landschap in de Middeleeuwen onder andere een voorbeeld aangehaald uit de IJslandse Egils Saga uit de tiende eeuw. Hierin wordt het drassige Nederlandse landschap vol slootjes en weilanden uit deze tijd beschreven door een plunderende Viking. Een ander voorbeeld is een fragment uit een zogenaamd watersnoodgedicht:
‘Een meer dan neevlig zwart, een vreeslijk tastbaar donker
Verspreidt zich over de aarde in ’t uur van middernacht
De laatste stip verdwijnt van ’t doffe stargeflonker
En ’t stormgeweld barst los met onweêrstaanbre kracht!..’
Met de verkoop van deze watersnoodpoëzie werd in de achttiende en negentiende eeuw geld opgehaald voor getroffenen van een watersnood.
Het is duidelijk dat de voornaamste insteek van het boek een historische behandeling vormt van de relatie tussen Nederland en het water. Dit in ogenschouw nemend, zijn er wel enige onvolkomenheden aan het boek merkbaar. Zo zijn er geen literatuurverwijzingen of een bronnenoverzicht in het boek aanwezig. Dit doet afbreuk aan de historische bruikbaarheid, niet alleen voor het controleren op historische juistheid van passages in het boek, maar ook voor een geïnteresseerde lezer die zich verder wil verdiepen in het onderwerp. Daarbij blijft het boek in veel gevallen erg aan de oppervlakte en ondanks de hier en daar aangehaalde kenners en historici worden er geen historische debatten behandeld of stellingnames besproken. Dit zorgt ervoor dat het boek voornamelijk een – overigens zeer fraai – introductiewerk is voor een breed publiek. Wanneer we hiervan uitgaan, blijkt echter dat het boek voor een breed ingezet introductiewerk toch veel te bieden heeft, met zowel een hoog informatiegehalte als een verzameling mooie illustraties die de tekst ondersteunen.
Een vraag die na het lezen van het boek blijft hangen is die van de keuze van de behandelde thema’s en perioden. Waarom wel een hoofdstuk wijden aan de Allerheiligenvloed van 1170 maar niet de Marcellusvloed van 1219 of de Sint Elisabethsvloed van 1421? Een verdeling in tijdsperioden zou meer voor de hand liggen, maar waarschijnlijk is vanwege marketingdoeleinden gekozen voor een pakkende titel, die het ook goed zou doen voor de tv-serie die min of meer samen met het boek gelanceerd werd. Zoals we inmiddels het boek Geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpenvoorbij hebben zien komen, evenals de tentoonstellingen De hadj in 100 voorwerpen(Museum Volkenkunde) en De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen (De Kunsthal), hebben we nu dus ook een boek en expositie rond het getal zeven.
Desondanks biedt het boek een zeer interessante inleiding op de Nederlandse watergeschiedenis, waarbij vooral de passages over de Middeleeuwse situatie van het landschap en de rol die het water destijds speelde, een inkijkje bieden in een minder bekend stukje Vaderlandse geschiedenis. Een mooi voorbeeld hiervan vormt de 16e-eeuwe kaart die Ortelius maakte van de Nederlandse gebieden in de Romeinse tijd, naar aanleiding van de beschrijvingen van de Romeinse schrijver en historicus Tacitus. Deze kaart is ook afgebeeld in het boek. Hieruit blijkt in één oogopslag hoeveel grond de bewoners van de lage landen in de daaropvolgende eeuwen hebben moeten afstaan aan de zee. Aan het begin van onze jaartelling bestonden namelijk zowel de Waddenzee als de Zuiderzee nog niet. Het wrange is dat de bewoners van deze gebieden in grote mate zelf hebben bijgedragen aan het grote verlies van land aan het water, door het ontginnen van grote stukken veengrond. Na de ontginning en ontwatering klonk het land in, waarna het nodig was het gezonken land tegen de zee te beschermen door middel van een dijk. Wanneer deze echter doorbrak, werd door de kracht van het zeewater het ontgonnen land weggeslagen, in plaats van aangevuld door geleidelijke aanslibbing vanuit zee wanneer het water niet buitengehouden zou worden door een dijk.
De hoge informatiedichtheid in het boek, samen met de schitterende afbeeldingen in het boek maken het zeker een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Nederland en zijn band met het water. Dat het boek vooral van waarde is als introductiewerk en veelal aan de oppervlakte blijft in de bespreking van de verschillende onderwerpen, doet daar uiteindelijk niet veel aan af.
Wouter van Dijk
Pingback:
De IJzeren Eeuw, Hans Goedkoop en Kees Zandvliet |