Recensent: Wouter van Dijk
Oorlog in onderzoek. 75 jaar NIOD, Marjo Bakker, Petra Drenth, Jeroen Kemperman, Hinke Piersma (red.)
Boom uitgevers, Amsterdam 2020
ISBN: 9789024430932
Paperback
191 pagina's
€24,90
Verzamelen van de oorlog
Toen het NIOD 75 jaar geleden werd opgericht, zou dat aanvankelijk voor de duur van enkele jaren zijn. Het instituut zou de eerste naoorlogse jaren archiefmateriaal over de oorlog moeten verzamelen om aan de hand daarvan een aantal publicaties over de oorlog te schrijven waarmee Nederland deze zwarte bladzijde in de geschiedenis definitief kon omslaan. De klus moest binnen enkele jaren geklaard zijn, want minister Lieftinck doelde eind jaren veertig al op een mogelijke sluiting in 1950. Zover kwam het niet, mede door de grote synthese die vanuit het NIOD zou moeten verschijnen en die na verloop van jaren bleef uitdijen tot het levenswerk van Loe de Jong dat twaalf delen in 26 banden zou tellen. In 1978 werd de maatschappelijke rol die het NIOD speelde bij onderzoek naar de oorlogsperiode en de hulp hierbij aan overlevenden en nabestaanden erkend door de overheid, met de permanente status van het instituut als gevolg.
Verschuivende interesses
Als onderdeel van het 75-jarig jubileum van het instituut verscheen deze bundel met verhalen en interviews over de geschiedenis van de organisatie, de werkzaamheden, en de mensen die er werk(t)en. Op die manier krijgt de lezer een inkijkje in de geschiedenis en het reilen en zeilen van het NIOD, vroeger en nu. Zo leer je de organisatie kennen door interviews met (oud-)medewerkers en lees je over het inhoudelijke onderzoekswerk in artikelen over processen naar oorlogsmisdadigers of leden van de Waffen-SS. De archiveringstaak van het NIOD komt aan bod in hoofdstukken over de deelname aan het Gacaca Archive Project in Rwanda en de door de jaren heen veranderde dienstverlening aan bezoekers die meer over de oorlog te weten willen komen. Waar voorheen bezoekers die de oorlog zelf hadden meegemaakt interesse hadden in de grotere verbanden van de oorlog waarin zij hun ervaringen hadden gehad, daar zijn huidige generaties daarin minder geinteresseerd. Zij zijn op zoek naar het persoonlijke verhaal van hun familielid. En microgeschiedenissen zijn soms maar moeilijk, en soms helemaal niet, uit archieven te destilleren.
Dienstverlening en onderzoek
Als categoriale instelling is het NIOD een beetje een vreemde eend in de bijt van archievenland, omdat er zowel wetenschappelijk onderzoek wordt verricht als archieven worden beheerd. In het geweld van de miljoenensubsidies die voor onderzoek van NWO losgepeuterd moeten worden, lijkt de maatschappelijke functie als archiefinstelling voor bezoekers soms wat onder te sneeuwen en dat is jammer. Zo vertelt oud hoofd afdeling beheer Hans de Vries dat de KNAW als moederorganisatie van het NIOD wel ieder jaar het aantal publicaties, lezingen en mediaoptredens wil weten, maar niet geinteresseerd is in aantallen studiezaalbezoekers of afgehandelde informatieverzoeken.
Relevantie
Door de combinatie van collectiebeheer en onderzoek, en een onderzoeksterrein dat nog altijd heftige emoties oproept dient het NIOD zich af en toe ook in maatschappelijke discussies te positioneren. Dat roept de vraag op of andere archiefdiensten zich ook nadrukkelijker moeten bezighouden met de inhoudelijke duiding van wat zich in hun collectie bevindt. Het NIOD is altijd bezig gebleven relevant te blijven, zowel door verdieping in het onderzoek naar de periode rondom de Tweede Wereldoorlog, maar ook door verbreding van het onderzoeksterrein. Zodoende is sinds de fusie in 2010 met het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies ook dat onderzoeksterrein tot de kern van het instituut gaan behoren. Een fusie waar niet iedereen gelukkig mee is, dat lezen we ook in de bundel. ‘Oorlog in onderzoek’ is een interessante uitgave om de 75-jarige mijlpaal in de geschiedenis van het NIOD te markeren, en tevens een aanrader voor wie meer over de geschiedenis van onze Nederlandse collectiebeherende instellingen wil weten.
Wouter van Dijk