Op klompen door de dessa. Indiëgangers vertellen, Hylke Speerstra
Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen 2015
ISBN: 978 90 450 2884 2
Paperback, met illustraties in zwart-wit, lijst van geraadpleegde en aanbevolen literatuur en verklarende woordenlijst
318 pagina’s
€21,99
Persoonlijke herinneringen van Friese Indiëgangers
In Op klompen door de dessa vertelt Speerstra het verhaal van een aantal Friese Indië-veteranen. Rasverteller Speerstra weet als geen ander de levenswandel van deze boerenjongens bij het grote publiek voor het voetlicht te brengen. De tragiek van de jonge mannen die, terwijl ze net de ene oorlog overleefd hadden, als dienstplichtig soldaat de volgende oorlog in gestuurd werden, is in elk van de verhalen haast tastbaar aanwezig. Na eerdere oral history-boeken blijft Speerstra met zijn nieuwst boek ook dicht bij zichzelf. Hij groeide op in een zelfde milieu als de dienstplichtigen, slechts een paar jaar jonger, en kende ook persoonlijk Indiëgangers die gedwongen op de boot naar de Oost stapten.
De verhalen in Op klompen door de dessa zijn persoonlijk, openhartig en aangrijpend. Het wordt de lezer duidelijk in wat voor onmogelijke positie de Nederlands-Indische bevolking zat na drie jaar in concentratiekampen te hebben doorgebracht, om vervolgens met de chaos van de Bersiap geconfronteerd te worden. Het is niet verwonderlijk dat deze groep psychologisch niet klaar bleek voor een snelle soevereiniteitsoverdracht aan de Indonesische nationalisten.
Voor veel geïnterviewde veteranen was de Indiëperiode daarbij slechts een deel van een periode vol ellende en ontberingen, groot geworden in de crisisjaren en net de Tweede Wereldoorlog overleefd, was Indië het volgende hoofdstuk in hun levensverhaal.
Het voert te ver om hier alle verhalen in het boek te bespreken. Toch kan door het uitlichten van enkele van de getuigenissen een goede indruk van het boek gegeven worden. Zo is, naast de opname van de vele interviews met overlevenden, de opname van de dagboeken van Freark Beuckens in het boek erg waardevol. Hij schrijft hierin namelijk op nietsverhullende wijze hoe het er daadwerkelijk aan toeging tijdens de periode van zijn dienst in Indië. De onzekerheid bij het arresteren van relschoppers; “waren ze misschien onschuldig?” De inlichtingendienst die ze doodt en de twijfel bij Beuckens over dit rücksichtlose oordeel en dito vonnis, maar uiteindelijk toch het berusten in onwetendheid; “zij zullen het wel weten”. Het mishandelen van kampongbewoners en gevangenen, kortom de normalisering van het geweld die onder de Nederlandse jongens plaatsvond, ook al beschreven door Van Doorn en Hendrix, komt haarfijn naar voren.
De verhalen zijn vaak schrijnend, zoals dat van Ale van der Meer (gefingeerde naam) die als scherpschutter uren in een greppel op Java lag te wachten tot een Indonesische guerrilla zich liet zien. Toen dat na uren tergend lang wachten het geval was, en er in de schemering een gestalte op het dak van het schuurtje in de verte klom, aarzelde Van der Meer niet; richten, vuren. Terwijl hij de trekker overhaalde zag hij al dat het mis was. Een jongetje van hooguit een jaar of twaalf sloeg achterover van het dak, en Van der Meer droeg vanaf dat moment een levenslang trauma met zich mee.
Naast de vele ‘soldatenverhalen’ over de ervaringen in de frontlinie, heeft Speerstra ook minder voor de hand liggende ervaringen te boek weten te stellen. Zo ook het verhaal van Klaas Soeten. Deze sergeant-ziekenverpleger had onder andere tot taak de troepen door voorlichting te waarschuwen voor de gevaren van de vele seksuele aandoeningen die men aldaar in de tropen kon oplopen. Niet dat dit veel effect had, de voorlichting was gebrekkig geregeld en de soldaten werden gedurende de hele periode van uitzending bij bosjes de ziekenzaal ingetroond.
Speerstra is erin geslaagd een grote diversiteit aan ervaringsdeskundigen te spreken. Naast de dienstplichtigen zijn ook de verhalen van dienstweigeraars, een inlichtingendienstman en een vee-inkoper voor de vleesvoorziening van het leger opgenomen. Ook de oorlogsvrijwilligers die dachten dat ze Indië van de Japanners zouden gaan bevrijden en de militairen die dienstweigeraars moesten opsporen, “wij waren de Oranje-SS. Dat is toch verschrikkelijk”, zijn in het boek vertegenwoordigd. Deze veelzijdigheid samen met de prachtige en indringende schrijfstijl van de auteur en de openhartigheid van de geïnterviewde veteranen maken dit boek een zekere aanrader voor iedereen met interesse in de Politionele Acties.
Wouter van Dijk