Het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) opende 15 december 2015 opnieuw haar deuren na een verbouwing. Tijdens deze eerste fase van de verbouwing is het museum asbest-schoon gemaakt en worden alle opstellingen in fasen, met het oog op het 200-jarig bestaan van het museum in 2018, vernieuwd. In 2013 werd de zaal over het oude Nabije Oosten al vernieuwd en in december 2015 is met de heropening de nieuwe afdeling Klassieke Wereld geopend. Deze vaste tentoonstelling met de Griekse collectie bevindt zich in de ruimtes op de eerste en tweede verdieping waar voorheen de tijdelijke tentoonstellingen werden georganiseerd. Ook de zalen met de Romeinse en Etruskische collecties zijn vernieuwd en opnieuw ingericht. De Griekse, Romeinse en Etruskische zalen vormen hiermee samen de nieuwe vaste tentoonstelling over de Klassieke wereld. Hoe is bepaald deze afdeling opnieuw in te richten? Conservator collectie Klassieke Wereld Ruurd Halbertsma vertelde tijdens een speciale Museumkaartlezing over de keuzes de gemaakt werden bij het inrichten van de nieuwe afdeling Klassieke Wereld.
Voor een goed begrip van de collectie van het RMO nam Halbertsma ons eerst mee naar het begin van de collectievorming. De collectie bestond in eerste instantie uit een erfenis van 150 Griekse en Romeinse beelden die de Universiteit Leiden in 1744 ontving, deze waren te zien in de Oranjerie van de hortus Botanicus. In 1818 werd het museum opgericht en werden zalen geopend aan de Houtstraat in Leiden. Caspar Reuvens was de eerste directeur van het nationale museum van oudheden en had als doelstelling voor het verzamelprogramma van het museum: alle culturen, beïnvloed door of bekend aan de wereld van Grieken en Romeinen. Dit betekende een zeer breed scala aan culturen.
Reuvens vond het overigens niet alleen belangrijk dat de collectie bestond uit objecten van culturen beïnvloed of bekend aan de Klassieke wereld, maar achtte het ook van belang dat kunst van de Oudheid werd gebruikt als inspiratie voor de contemporaine kunst. Zelf liet hij dit tot uitdrukking komen in de deurklopper op zijn woonhuis aan de Breestraat 27 te Leiden. Deze liet hij vervaardigen naar het voorbeeld van een antieke deurklopper die Rottiers als oudheid meenam. Onder andere kolonel B.E.A. Rottiers kocht allerhande oudheden voor het museum, waardoor de collectie gestaag groeide. Om te voorkomen dat het museum uit zijn voegen zou barsten werd in het begin van de twintigste eeuw het verzamelbeleid bijgesteld tot de collectiegebieden: het oude Egypte, de Klassieke Oudheid, het oude Nabije Oosten en het vroege Nederland. Dit betekende dat objecten uit bijvoorbeeld India en Nederlands-Indië werden afgestoten.
Voor de nieuwe afdeling Klassieke wereld is aandachtig gekeken naar hoe collega-musea dergelijke opstellingen aanpakten. Zo heeft het museumpersoneel onder andere een kijkje genomen in Musée du Louvre, het Ashmolean Museum, het Fitzwilliam Museum en het Weltmuseum Wien. Dit laatste bezoek was zeer inspirerend en ook vertrouwd. Van dit museum is immers Steven Engelsman, de oud-directeur van het Leidse museum Volkenkunde (tegenwoordig onderdeel van de Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen) de huidige directeur. Hij heeft bij dit museum het Wow-Aha-und-Mmh-effekt toegepast, oftewel:
Wow, ist das schön! Aha, das hab ich nicht gewusst. Mmh, da komme ich wieder!
Met dit effect in het achterhoofd is in het RMO aan de slag gegaan met de afdeling Klassieke Wereld. Voor de inrichting is daarnaast gekozen voor een evenwichtige combinatie van vorm en inhoud. Wat betreft ‘vorm’ is vooral gekeken naar de Griekse esthetica, zodat de objecten zowel op een rationele manier bewondering konden opwekken middels symmetrie als op een gevoelsmatige manier middels ritme, rhythmos in het oud-Grieks. Voor de ‘inhoud’ is inspiratie gezocht bij de Romeinen. Het Latijnse contextus staat voor aaneen weven, oftewel verbinden. Zo is het uitgangspunt van de twee Griekse zalen het verbindende effect van de Klassieke cultuur geworden. In de zaal op de tweede verdieping komt de Griekse cultuur tot circa 500 voor Christus aan bod, waarbij met name cultuur van anderen werd geabsorbeerd, zoals Egyptische invloeden. De zaal op de eerste verdieping neemt de Griekse cultuur na 500 voor Christus als onderwerp en vertelt het verhaal van de manier waarop deze cultuur anderen in Etrurië, Rome en India heeft geïnspireerd.
De looproute is zo gemaakt dat wanneer de bezoeker deze zaal verlaat hij terecht komt in de Romeinse zaal, waar de invloed van de Grieken nog steeds zichtbaar is. In deze zaal zijn daarnaast in het oog springende vernieuwingen aangebracht, zoals de beeldengalerij met daarachter een kaart van het Romeinse rijk en het columbarium, oftewel de urnenmuur. Het museum is er met deze nieuwe afdeling Klassieke Wereld in geslaagd om een helder beeld te geven van deze cultuur, met voldoende context, zonder een over-kill aan informatie te geven. Kortom, een geslaagde vernieuwde afdeling!
Ondertussen wordt in het RMO hard gewerkt aan de verbouwing van de omloop op de eerste verdieping, dit wordt de toekomstige ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. In april 2016 zullen drie tijdelijke tentoonstelling worden ingericht, waaronder Egypte, land van onsterfelijkheid. Op deze manier laat het museum tijdens de verbouwing van de vaste tentoonstelling over Egypte bezoekers toch genieten van een deel van de collectie. In november zal de Egyptische afdeling openen. De laatste opstelling die vernieuwd wordt is de presentatie over Nederland in de Romeinse tijd die gepland staat voor 2017, zodat het museum totaal vernieuwd is voor het 200-jarig jubileum.
Vera Weterings
De Museumkaartlezing Oudheden in context: nieuwe opstellingen in het RMO door conservator Ruurd Halbertsma wordt nogmaals gegeven op woensdag 20 januari 2016.
Pingback:
Rome