Recensent: Wouter van Dijk
Radbod. Koning in twee werelden, Luit van der Tuuk
Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2018
ISBN: 9789401914239
Paperback, geïllustreerd in zwart-wit, met noten en literatuuropgave
175 pagina’s
€ 15,00
De historische Radbod achter de mythische koning
De afgelopen tijd heeft de legendarische Friese ‘koning’ Radbod (of Radboud, Redbad) zich flink mogen verheugen in toegenomen aandacht. Met het uitbrengen van een bioscoopfilm met Hollywood-allures was Radbod weer even helemaal terug in het centrum van ons historisch geheugen. Althans ‘terug’? Het is de vraag of deze mythische figuur ooit in dat centrum gestaan heeft, misschien een poosje in de negentiende eeuw, toen hij in de krochten van onze vaderlandse geschiedenis werd herontdekt als ware hij een koning van de heidense Friezen, die hij aanvoerde in een vergeefse strijd tegen de christelijke Frankische veroveraars. In het huidige Friesland werd Radbod geadopteerd tot aartsvader van de trotse Friezen, na zijn dood was het bergafwaarts gegaan met de positie van de onafhankelijke Friezen.
Genoeg over die negentiende eeuw zou je zeggen, ware het niet dat het toentertijd dominante, maar toch ook vage beeld, van deze zevende-eeuwse strijder vandaag de dag nog steeds het meest gangbaar is. Met de actiefilm over deze historische Radbod diende zich dé gelegenheid bij uitstek aan om zijn geschiedenis en die van zijn tijd nog eens uit de doeken te doen, maar ditmaal volgens de 21e-eeuwse historiografische regelen der kunst. En wie anders dan Luit van der Tuuk is dan een geschikte kandidaat om een toegankelijk en prettig leesbaar maar toch kundig en afgewogen onderzoek naar deze mythische figuur op schrift te stellen? Van der Tuuk is zo langzaamaan de meest bekende schrijver van geschiedenisboeken over de vaderlandse vroege middeleeuwen aan het worden, en zeker de meest productieve. Zo schreef hij eerder al over de handel, Vikingen, en Friezen in deze periode in ons land.
Voor de context van dit boek over Radbod, zoals Van der Tuuk hem noemt in navolging van de primaire bronnen over de heerser, heeft de schrijver ruim kunnen putten uit zijn eerdere hierboven genoemde werk. Er is niet veel over de legendarische ‘koning’ bekend, en Van der Tuuk zet op een rijtje wat er wel zeker is. Daarbij kleed hij de periode waarin Radbod (ca. 665-719) leefde aan met inleidende hoofdstukken over de Friese samenleving en de geschiedenis van het landschap van het vroegmiddeleeuwse Frisia, dat zich niet beperkte tot Friesland maar zich over grote delen van het huidige Nederland uitstrekte. Grofweg het gebied tussen het Zwin, nu België, en de Wezer, nu in Duitsland.
Dan Radbod zelf. Hij was wellicht een koning in de vroegmiddeleeuwse betekenis van het woord. In de eeuwen na het uiteenvallen van het Romeinse rijk in West-Europa ontstonden overal in West-Europa kleinschalige ‘koninkrijkjes’. Deze waren in eerste instantie vrij beperkt in omvang en ontstonden uit een beweging van voortgaande machtsconcentratie in handen van plaatselijke hoofdmannen die naburige stamhoofden aan zich onderwierpen en zo hun invloed geleidelijk uitbreidden over een groter gebied. Voorbeelden in het Noordzeegebied van dergelijke koninkrijkjes die enigszins vergelijkbaar zijn met een positie zoals Radbod die gehad zal hebben in onze contreien zijn de Angelsaksische koninkrijken in Engeland. Koning, dan wel een machtige hoofdman, feit blijft dat Radbod in het rivierengebied in Midden-Nederland en het westen van het land, grofweg Zuid- en Noord-Holland, min of meer de lakens uitdeelde. Dat veranderde toen de Franken hun macht steeds verder noordwaarts wilden vestigen. De lokale autonome positie van Radbod kwam toen in gevaar. Waarschijnlijk kwam Radbod voort uit de Friese adel, maar tegelijkertijd onderhield hij zeker banden met de nieuwe Frankische heersers, van wie hij waarschijnlijk formeel een vazal was. Radbod profiteerde als heerser in Frisia van de onderlinge twisten in het Frankische rijk, die de hofmeiers beletten hun aandacht volledig op het gebied te richten om dat in te lijven. Hoe succesvol hij was in de verdediging van zijn gebied blijkt wel uit het feit dat vrij snel na zijn dood, Frisia definitief wordt ingelijfd bij het Frankische rijk door de hofmeier Karel Martel.
Van der Tuuk heeft met dit qua omvang bescheiden maar daarom niet minder interessante boek weer een puik stukje werk afgeleverd. Hij brengt zo stukje bij beetje op een degelijke manier steeds meer van de vroegmiddeleeuwse geschiedenis van ons land in kaart. Door gebruik van archeologische en contemporaine geschreven bronnen, aangevuld met de broodnodige literatuur, weet Van der Tuuk Radbods geschiedenis op een toegankelijke manier uit de doeken te doen.
Wouter van Dijk